Jona (3)

Jacco Stijkel • 83 - 2007 • Uitgave: 2
In het derde deel van onze serie willen we stilstaan bij hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk gaat het over bekering. Nadat Jona in de grote vis heeft gezeten en op het droge is uitgespuwd, spreekt God voor de tweede keer met hem. Opnieuw krijgt Jona de opdracht om naar Ninevé te gaan. Hij gaat de stad binnen en heeft maar één boodschap: “Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!” (vers 4) Alle bewoners van Ninevé worden diep getroffen door deze boodschap. Van hoog tot laag, tot de koning aan toe, iedereen doet boete. Dit gaat heel ver. De inwoners kleden zich in rouwgewaden, gaan vasten en ook de dieren mogen niets meer eten en drinken. De koning neemt in deze bekering het initiatief. Hij geeft het bevel dat de inwoners van Ninevé met kracht tot God moeten roepen en zich bekeren.
Wat opvalt, is de kracht van Jona’s prediking. Geen moeilijke woorden, hij draaide er niet omheen. Hij geeft Gods woord door in alle eenvoud. In het Nieuwe Testament vinden we de apostel Paulus, die ook op deze manier het evangelie heeft verkondigd. Dit schrijft hij aan de gelovigen in Korinthe: “Broeders en zusters, toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen, beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid. Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. Bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker. De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, want uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God” (1Kor. 2:1-5). Dat evangelie draait om de Gekruisigde. Dat is ook het teken van Jona (Matt. 12:38-42, Luc. 11:29-32). Zijn dood en Zijn opstanding. De boodschap van Jezus is heel radicaal. Jezus zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij” (Joh. 14:6). Wat doe je met deze boodschap?
De inwoners van Ninevé bekeerden zich. Ze keerden om van hun boze weg en van het onrecht dat aan hun handen kleeft. Want zij geloofden dat God dan het oordeel niet zou voltrekken. En dat gebeurde ook. Bekeren betekent in het Oude Testament letterlijk ‘omkeren, de tegenovergestelde richting’ ingaan. Voor de inwoners van Ninevé betekende dit een heel radicale stap, maar die was heel hard nodig! Het woord voor bekeren in het Nieuwe Testament is het bekende ‘metanoia’. Dit woord betekent in de eerste plaats ‘anders over dingen gaan denken’. Maar een veranderd denken houdt ook actie in. Het gaat om een innerlijke vernieuwing, die ook uiterlijk zichtbaar wordt.
In Luc. 11:32 lezen we: ‘Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona en hier zien jullie iemand die meer is dan Jona!’ Het gaat hier niet alleen om het teken van Jona, maar ook om het teken van de Ninevieten. Hun teken is er niet één van woorden, maar van bekering. Van gered zijn.
De mens heeft een vrije wil van God gekregen. De bekering wordt niet afgedwongen. Iedereen mag ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen het aanbod van God. Gods liefde is alles behalve goedkoop. Het heeft Hem veel, heel veel gekost. Het gaat om de Gekruisigde. Wat doen we met zijn boodschap? De consequenties van een ‘nee’ tegen de Here Jezus zijn ook duidelijk. Dan word je wel veroordeeld door God. Als we ‘ja’ tegen Hem zeggen, heeft dat ook consequenties. Dan moeten ook wij ons bekeren. Ons innerlijk laten vernieuwen en ons omkeren van de heilloze weg die we zijn ingeslagen. Wij worden dan nieuwe mensen. De mooie woorden van Paulus in 2 Korintiërs 5:17: ‘Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.’

Jacco Stijkel