Jona (4)

Jacco Stijkel • 83 - 2007 • Uitgave: 3
Jona (4)



Dit is het laatste deel van onze studie over het boek Jona. In hoofdstuk 4 leert God Jona een belangrijke les. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat de inwoners zich bekeerden van hun heilloze weg. Jong en oud deed boete. Deze bekering was zo diep, dat God het aangekondigde oordeel niet voltrok. En juist dat maakte Jona kwaad. Het klinkt alsof Jona vindt dat hij voor niets naar Ninevé is gegaan. In Jona 4:2-3 lezen we: Hij bad tot de Heer: ‘Ach Heer, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten. Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. Laat mij maar sterven, Heer, ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ Wat een aanklacht tegen God! Hoe anders dan bijvoorbeeld Abraham, als hij met God in gesprek gaat zodat er mensen uit Sodom en Gomorra worden gespaard. (Gen. 18 en 19). Jona kijkt alleen naar zichzelf en niet naar de anderen, over wie het oordeel wordt voltrokken. Het is alsof Jona God verwijt dat Hij liefdevol, geduldig en trouw is. Hierin kunnen we zien hoe belangrijk het is niet alleen een juist perspectief van God te hebben (want natuurlijk is God liefdevol, geduldig en trouw), maar juist van daaruit oog voor de ander te hebben.

En dat is de les die God leert. Jona is zo kwaad dat hij gaat zitten mokken. Hij bouwt een hut en gaat kijken wat er met Ninevé gaat gebeuren. Het is alsof hij niet meer verantwoordelijk is voor deze stad. Hij gaat aan de zijlijn staan en wacht af. Dan laat God een wonderboom opkomen. Deze boom dankt haar naam aan het feit dat ze zeer snel groeit. Deze tropische boom kan wel 12 meter hoog worden. Een eenjarige boom is al zo’n drie tot vijf meter. Een ideale boom om onder te zitten en van de schaduw te genieten. Dat vond ook Jona, want hij was opgetogen over de plant (vers 6). Maar God laat de boom door een worm aanvreten zodat hij verdort. Door de enorme hitte en gebrek aan schaduw wenst Jona zelfs te mogen sterven. Dan stelt God Jona voor de tweede keer (vers 4 en 9) de vraag of het terecht is dat hij zo kwaad is. Jona antwoordde: “Ik ben verschrikkelijk kwaad en terecht!” (vers 9). Vervolgens krijgt Jona van God het juiste perspectief te zien. Als Jona al zo’n verdriet heeft over een plant die in één nacht opkomt en verdort, hoe moet God dan wel niet naar die 120.000 mensen in een stad kijken? God bekommert zich om die mensen, ja zelfs over de dieren. Zoals God zich heeft bekommert om Jona, bijvoorbeeld door hem uit de vis te laten gaan. De mensen in Ninevé kenden het verschil tussen links en rechts niet (vers 11). Dat betekent dat ze niet bekend waren met Gods woord. Als profeet moet Jona dat woord verkondigen. Juist in Ninevé. Ons Ninevé is de plek waar God ons heeft gesteld. Daar mogen wij aan mensen die het ‘verschil tussen links en rechts’ niet weten, het evangelie verkondigen. De Ninevieten bekeerden zich naar aanleiding van de prediking van Jona en werden gered. Maar de stad Ninevé uiteindelijk niet. Zoals voorspeld in Gods woord: Hij zal zijn hand uitstrekken naar het noorden, Assyrië te gronde richten, Ninevé tot een wildernis maken, dor als een woestijn. (Sef. 2:13). Ninevé is gevallen in 612 voor Christus.

Zoals ik al eerder schreef: Gods oordeel is reëel. En God gaat oordelen over deze wereld, net zoals Hij over Nineve deed. Daar spreekt het boek Openbaring duidelijk genoeg over. Nu is het nog de tijd om je te laten redden. Dat kan alleen in Jezus Christus. ‘Wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld’ (Rom. 8:1). Als we daarvan doordrongen zijn, getuigen we van het evangelie in deze wereld. Net zoals Jona deed, maar wel met andere gezindheid. Zoals Paulus het zegt: “Wat ons drijft, is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt" (2Kor. 5:14,15).



Jacco Stijkel