Kanaalrat

Reinier van den Berg • 81 - 2005/06 • Uitgave: 8/9
Kanaalrat



Het Nederlandse weer kan erg wisselvallig zijn. Weerkundigen proberen met behulp van de modernste technieken, enige grip te krijgen op de soms snelle weersveranderingen. Daartoe wordt ondermeer gebruik gemaakt van honderen meetrapporten, die ieder uur opnieuw binnenkomen. Deze metingen worden aangevuld met satellietbeelden en radaropnames. Tenslotte heeft de meteoroloog ook de beschikking over meetgegevens die betrekking hebben op de hogere luchtlagen. Die metingen worden deels gedaan door speciaal hiervoor ontwikkelde weerballonnen.

In de meeste gevallen kan de schat aan informatie, aangevuld door diverse berekeningen van de weermodellen, voldoende duidelijkheid verschaffen om een bruikbare weersverwachting te maken.

Problemen kunnen ontstaan, als een snel ontwikkelend weersysteem over een gebied trekt, waar weinig metingen worden uitgevoerd. Hoewel dit gevaar steeds kleiner wordt, doordat de betrouwbaarheid van ondermeer satellietmetingen verder toeneemt, kan het soms toch ernstig fout gaan.

Het is alweer 23 jaar geleden dat Nederland, notabene op Hemelvaartsdag, getroffen werd door een extreem venijnige storm, die als uit het niets leek op te duiken. Op de donderdagochtend van 12 mei 1983 leek er geen vuiltje aan de lucht te zijn. De wind trok wat aan en op de nadering van een storing nam de bewolking vanuit het zuidwesten geheel volgens verwachting toe. Tot 10 uur in de ochtend was er in het weerbericht op de radio niets bijzonders te horen. Het beloofde een redelijke dag te worden, al zou het tijdelijk wel even kunnen gaan regenen. Maar reeds om 10 uur barstte het geweld in volle hevigheid los en wakkerde de wind het eerst aan de Zeeuwse kust aan tot een zware storm. Weldra haalde de wind uitschieters tot ver boven de 100 kilometer per uur. Het stormveld breidde zich in de uren daarna heel snel over de rest van West- en Noord Nederland uit. Ook op het IJsselmeer stak een gemene zuidwesterstorm op met zeer zware windstoten. Even snel als de verwoestende storm opstak, nam de wind in de loop van de dag ook weer vlot in kracht af. In een groot deel van het land richtte de storm veel schade aan. Er kwamen in totaal 10 mensen om het leven. Vooral watersporters werden verrast en waren op het open water zeer kwetsbaar voor de plotselinge windtoename. Vijf jaar geleden, op 28 mei, veroorzaakte een vergelijkbare storing een zware storm langs de Nederlandse kust. Die storm was wel vrij goed aangekondigd. Een half jaar daarvoor kreeg een groot deel van Frankrijk en Duitsland te maken met een onverwachts zware storm. Dat was op de tweede kerstdag van het jaar 1999. Daags daarna trof een volgende zeer zware storm, weer tamelijk onverwacht, het zuidelijke deel van Frankrijk. Alleen al in Frankrijk kwamen 130 mensen door het natuurgeweld om het leven.

Overeenkomst tussen al deze verwoestende stormen was, dat ze zich onverwachts snel konden ontwikkelen. Uit onderzoek achteraf blijkt, dat de toename in kracht voor een belangrijk deel werd veroorzaakt door zeer sterke winden op grote hoogte in de atmosfeer. Bovendien kwamen alle stormen uit een zuidwest- of westelijke richting. Hun herkomst lag dus boven open zee of oceaan. In een gebied met relatief weinig waarnemingen. Met name de hemelvaartsstorm van 1983 kwam als een dief in de nacht. De kleine maar felle depressie trok precies door het Kanaal, boog voor de Belgische kust af en vervolgde zijn rampzalige koers langs de Nederlandse kust. Het systeem bleef boven open water en kon z’n kracht goed vast houden of zelfs nog verder in betekenis toenemen. Bovendien trok de depressie over gebieden met relatief weinig waarnemingen. Waardoor het kon gebeuren, dat de weerkundigen er destijds zo ver naast zaten en de hele storm over het hoofd hadden gezien. Dit soort depressie, die het Kanaal volgt, worden in de weerkunde ‘kanaalrat’ genoemd. Overigens is er in de afgelopen decennia veel veranderd in de weerkunde. Een fout als 23 jaar geleden zal zich niet meer voordoen. Mede door nauwkeurigere radar- en satellietobservaties en gekoppeld daaraan betere modellen, zal de weerkundige zich niet meer zo ernstig laten verrassen. Aan de andere kant, weersverwachtingen blijven weersverwachtingen. En dat is wellicht maar goed ook. Alleen de Here weet tot in detail, hoe het weer zich zal gaan ontwikkelen.



Reinier van den Berg

Weerkundige