Komst en wederkomst

ds. Jac. Schouten • 78 - 2002/03 • Uitgave: 21
Bergtoppen van de profetie

De profeten zagen de toekomst zoals wij naar een bergkam kijken. We zien dan de toppen van de bergen, maar niet de dalen. Komen we dichterbij dan wordt het zichtbaar dat die dalen enorm groot en diep kunnen zijn.
Zo was het ook met Jesaja. God heeft hem heel veel laten zien en dit alles heeft hij voor ons mogen opschrijven, opdat wij hoop zouden hebben voor de toekomst.
Een heel duidelijk voorbeeld is de prachtige adventstekst Jesaja 9 vs. 5, die in de afgelopen tijd weer vele malen gelezen zal zijn:

"Want een Kind is ons geboren,
een Zoon is ons gegeven,
en de heerschappij rust op zijn schouder."


In één tekst beschreven, maar met een tussenruimte van minstens tweeduizend jaar, het dal tussen de bergtoppen.
Nu komt dit alles niet zo maar. Voordat deze hoopvolle woorden worden beschreven, heeft Jesaja ook iets anders gezien. In Jesaja 8 wordt ons de realiteit van de wereld beschreven. Daar gaat het over donkerheid, over God en over het vragen naar de geesten van doden en er blijkt geen dageraad te zijn.

Beter had de wereld van onze dagen niet beschreven kunnen worden. Het is het beeld van een wereld die naar God niet vraagt, die God zelfs heeft afgeschaft. Een wereld waarin het occultisme hoogtij voert, als we alleen al denken aan de boeken die in onze tijd verschijnen, maar er is veel meer. Velen hebben vandaag geen dageraad, geen toekomst. Hoeveel mensen zijn er die het niet meer zien zitten? Toch wordt hier de grote omkeer aangekondigd Het heil is zichtbaar, het licht van Gods heil schijnt in de harten van hen die geloven, en van daaruit naar de wereld. Dwars door de donkerheid schijnt Gods heerlijk licht. God gaat ingrijpen in deze wereld. Het wordt in een enkele tekst gezegd. Maar het is of een schilder in enkele penseelstreken ons een machtig perspectief laat zien. Ineens staat het er, de donkerheid wordt doorbroken:

"Want een Kind is ons geboren."

Jesaja zag het al gebeuren, zelfs zevenhonderd jaar voordat het gebeurde. En voor ons is het al weer twintig eeuwen geleden, maar het was de grote ingreep van God in deze donkere wereld. Hoe kon Jesaja dit allemaal zo zien. Omdat hij op een andere wijze tegen Gods plan aan zag dan wij. Wij zien wat voor ogen is. Heel veel mensen zijn bij het afgelopen Kerstfeest niet verder gekomen dan het Kind in de kribbe, hoe heerlijk het ook is. Maar Jesaja gaat door naar de volgende bergtop:

"Een Zoon is ons gegeven."

Hier komt heel bijzonder dat woordje "ons" naar voren. Aan ons geboren, aan ons gegeven. Hier zien we de rijkdom van Gods genade. God gaf de hemel leeg, om de aarde te vullen.
God gaf zijn Zoon zo maar in onze mensenhanden, in een Godvijandige wereld. Dat wordt nog duidelijker als Jesaja Golgotha gaat beschrijven. We zien dat in hoofdstuk 53 vs. 5

"Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord,
om onze ongerechtigheden verbrijzeld;
de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem,
en door zijn striemen is ons genezing geworden."


Hier zien wij Hem als het ware Offerlam. En dat alles voor ONS. Wat een liefde heeft God
voor ons, die oorspronkelijk van Hem vervreemd waren en in donkerheid rond dwaalden.
Dan maakt Jesaja een grote sprong. Neen, dit heeft hij zelf niet gezien. Voor hem kwam het allemaal achter elkaar. De geboorte van het Kind en de offergave van de Zoon, en direct daar achter het machtige Vrederijk:

”De heerschappij rust op zijn schouder!”

De discipelen hadden het ook gedacht. Zij kenden de profetieën en vroegen aan de opgestane Here: Zult Gij in deze tijd het Koningschap oprichten voor Israël? Ook zij zagen het diepe dal niet. Een dal dat inmiddels al tweeduizend jaar duurt, maar het wordt zichtbaar dat we heel dicht bij de volgende bergtop zijn: De wederkomst van de Here Jezus Christus. En dan, als Hij komt, dan zal het vrede worden op deze aarde. Echte heerlijke rechtvaardige vrede. Want dit Kind, dat eenmaal is geboren, en aan ons is gegeven, zal dan de heerschappij hebben in deze ganse wereld. Naar deze volgende bergtop zien wij uit.

”Wanneer zal dit alles geschieden?”

Er zijn twee grote tekenen in deze wereld die ons iets laten zien van dit alles. De eerste is de gemeente van de Here Jezus Christus. Maar deze zal straks, als het uur van de opname zal zijn aangebroken, worden weggenomen van deze aarde. Daar blijft hier niets van over, want de gemeente gaat de heerlijkheid in. Maar er is een ander teken dat vandaag in alle duidelijkheid spreekt voor alle mensen die de Bijbel kennen en geloven, dat is het volk Israël.

En de Bijbel maakt ons bekend dat Israël straks een bijzondere periode van verdrukking zal doormaken. We zijn namelijk op weg naar de eindstrijd tussen God en satan. Een strijd die in de Hof van Eden is begonnen en straks, in Armageddon, zijn voltooiing krijgt. Daar zullen de machten der duisternis, en allen die zich op deze aarde aan de kant van de duistere machten hebben geschaard, verslagen worden. Maar dan gaat het beginnen!
We zien dan niet meer het Kind. Maar dan zien we de Koning verschijnen in heerlijkheid. Dan wordt het grote plan van God vervuld. Een plan, dat inderdaad begint met het Kind dat geboren is, maar het gaat direct door naar de Zoon die ons gegeven is. Van de kribbe naar het kruis. Maar dan ook verder, naar de stralende opstandingsmorgen. En dan de Hemelvaart van Christus. En als we deze weg helemaal met Hem zijn meegegaan, dan zal de gouden toekomst ons deel zijn. En daarom mogen wij nu al uitzien naar dat ogenblik dat spoedig zal komen!

ds. Jac. Schouten