Koningin Wilhelmina in oorlogstijd

Joop Schotanus • 80 - 2004/05 • Uitgave: 3
Koningin Wilhelmina in oorlogstijd



Mijn schrijven valt in de periode van na het overlijden van onze geliefde koningin Juliana. Haar hartelijkheid en spontaniteit worden in de media breed uitgemeten. We zullen geen moeite hebben met de vele goede woorden die gezegd zijn en worden. Allerlei aspecten van haar leven passeren de revue. Ook als het gaat om haar godsdienstige instelling. Ze is Hervormd gebleven, maar scheen zich meer thuis te voelen bij de vrijzinnig getinte geloofsgemeenschappen. Dat scheen beter aan te sluiten bij haar zicht op verandering en vernieuwing. In dit artikel willen we het verschil van haar benadering van geestelijke zaken vergelijken met die van haar moeder, onze oud-koningin Wilhelmina.



Een evangelische benadering

De belangstelling van H.M. Wilhelmina ging uit naar een evangelische benadering, die ze vooral vond in de geestelijke warmte van de Waalse Kerken. Ze heeft zelfs belangstelling getoond voor de evangelie-arbeid van Johannes de Heer en van Het Zoeklicht. Zij maakte gebruik van de ruime mogelijkheid om in de hofkapel die voorgangers uit te nodigen, die haar hart raakten. Zij begaf zich vooral onder het gehoor van die predikers, die de kern van het evangelie niet verdoezelden. Velen van hen kwamen uit de kringen van de Eglise Wallonne. In mijn tijd op de Bijbelschool in Frankrijk hebben we met een groepje Nederlanders, bij een bezoek in een kerkdienst in de ‘Tabernacle’ in Parijs, contact gehad met de toen bejaarde echtgenote van de reeds overleden Pasteur Saillant, die kon bevestigen dat H.M.Wilhelmina haar geloof sterk persoonlijk beleefde. H.M. Wilhelmina schrijft daarover openhartig en overtuigend in haar biografie. De manier waarop ze over haar persoonlijk geloofsleven schrijft in "Eenzaam, maar niet alleen" is ontroerend. Die geestelijke warmte en diepte hebben we bij H.M. Juliana nooit echt kunnen ontdekken. Hiermee willen we niets tekort doen aan haar indrukwekkende sociale bewogenheid. Toch hadden we zo graag iets bij haar willen ontdekken van wat haar moeder zo bewoog. Heel spaarzaam kwam er iets naar buiten. Als lid van de Hervormde kerk was er toch wel de ruimte geweest om te kennen te geven waar zij met haar kerklidmaatschap voor stond? Dan kun je daarbij tevens nog wel koningin zijn van het hele volk.



In roerige tijden

Meestal wordt gezegd, dat het positieve geloofsleven van oud-koningin Wilhelmina pas na haar aftreden aan het licht gekomen is. Als we echter de houding en toespraken van haar nagaan, blijkt reeds aan de vooravond van de tweede wereldoorlog, dat zij heel duidelijk uitkomt voor haar persoonlijk geloof. Als er in maart 1940 een zendingsconferentie in New York wordt gehouden (zoiets als de Mission Congressen van Tema), dan wordt aan haar gevraagd om daar een toespraak te houden. In deze toespraak klinkt duidelijk haar persoonlijk getuigenis. Deze toespraak wordt op 16 maart 1940 in het Engels ook over de Nederlandse Radio uitgezonden. In verband met de dreigende oorlog, als de wereld in diepe nood verkeert, roept zij op tot geestelijke bezinning en laat zij weten waar de echte vernieuwing vandaan moet komen. Het is een tijd van grote onzekerheid. De grote vraag is dan nog of wij ons land er buiten kunnen houden.



Aansporing tot geestelijke bezinning

Het is duidelijk dat ons land te midden van allerlei oorlogsgeruchten van plan is neutraal te blijven. De VPRO heeft in enkele uitzendingen aandacht geschonken aan deze vooroorlogse toespraken. De koningin wijst in haar toespraak in maart 1940 op de diepere oorzaak van alle menselijke ellende. Hierbij is de dwingende vraag:"Quo Vadis?" (Waar gaat dit naar toe?). Naar een totale oorlog die een ontwrichtende invloed op heel Europa zal hebben? Of is er toch nog bezinning op komst en kan er nog gewerkt worden aan de mogelijkheid om het te voorkomen?. Vragen die de mensen toen bezig hielden. Het onheil schijnt op volle kracht ook op ons landje af te stormen. Vanwege de werelddreiging is er behoefte aan geestelijke bezinning en Wilhelmina doet daartoe een indrukwekkende oproep in haar toespraak, waaruit duidelijk haar evangelische gezindheid blijkt. Er is haar door de mensen van de zendingsconferentie gevraagd, haar oordeel over de gebeurtenissen van die tijd te geven. Zij legt de nadruk op de behoefte aan bezinning en een herstel van de verstoorde vrede om te komen tot een krachtige vernieuwing. Zij stelt dat dit boven alles nodig is. Een oproep van een algehele vernieuwing van elkeen persoonlijk. Een oproep die te vergelijken is met een oproep van Billy Graham als hij de massa’s in een bepaald land toespreekt en zegt: "De persoonlijke beslissing van iedere landgenoot afzonderlijk is de basis van een vernieuwing van het hele land". Wilhelmina, zoals we haar kennen uit haar biografie, gaat in haar toespraak de betekenis van de zending na en benadrukt dat dan als volgt: "Waar men mij tevens verzocht heeft mijn oordeel omtrent de behoefte aan een krachtiger geestelijk leven, wens ik uiting te geven aan mijn rotsvaste overtuiging dat dan voor alles nodig is een algehele innerlijke vernieuwing van elkeen persoonlijk. Alleen uw persoonlijke keuze voor innerlijke vernieuwing kan de levende bron zijn,waaruit de nodige kracht vloeit, zonder welke de huidige wereld ten onder dreigt te gaan. Wat mij betreft heb ik de weg tot innerlijke vernieuwing gevonden bij de Bron zoals die in het NT te vinden is. Welke Bron ieder mens, niemand uitgesloten, uitnodigt en roept opdat elkeen in haar opnieuw de waarheid en het leven zal ontdekken en vinden. Moge het mensdom door Christus ogen leren zien en zodoende alle gedachten, gevoelens en omstandigheden te boven komen, die op dit ogenblik een zo diepe scheiding maken tussen mensen en mensen en welke toch, geplaatst in het licht van de gezindheid van Christus, als oorzaken van verwijdering geen recht van bestaan hebben".



Ons diepe verlangen

Wij worden in deze tijd dat we de bevrijding gedenken, met andere vragen van menselijke ellende geconfronteerd, maar het wezenlijke antwoord is hetzelfde als in een tijd van welke crisis dan ook. Ons diep verlangen is dat vanuit ons koningshuis en vanuit alle hoeken van onze plurale samenleving een dergelijke oproep gehoord zou worden. Na de bevrijding had koningin Wilhelmina nog gehoopt op een massale doorwerking naar vernieuwing, maar ze heeft in 1948 teleurgesteld afstand gedaan. Ondanks teleurstelling mogen wij met evangelisatie en zending doorgaan, opdat velen de weg naar een krachtige innerlijke vernieuwing mogen vinden bij de Bron, waar onze oud-koningin Wilhelmina zo vrijmoedig van heeft mogen getuigen. Misschien mogen we zeggen dat zij, in deze tijd levend, een warm hart gehad zou hebben voor het streven van een beweging als het Evangelisch Werkverband, met een waarachtig verlangen naar een werkelijk geestelijk vernieuwing.



Joop Schotanus