Leef je echt? Christenjongere zijn in de 21ste eeuw (1)

Bert Reinds • 85 - 2009 • Uitgave: 2
Vervuld leven in alles!
Christenjongere zijn in de 21e eeuw!

Door middel van het organiseren van een jongerenweekend (20-22 februari) wil Het Zoeklicht met jongeren in gesprek gaan over het inhoud geven aan een vervuld leven. In aanloop naar dit weekend wordt in de komende periode een drietal artikelen gepubliceerd. Dit eerste artikel gaat over echtheid.

Echtheid als uitgangspunt!

1. Wat is wenselijk?

Psalm 15:2a, Psalm 24:3-4, 1 Johannes 1:6,7. In de genoemde Bijbelgedeelten laat de Here God zien hoe Hij met ons wil optrekken. De Here benadrukt in de omgang echtheid. Dat betekent dat onze binnenkant, de overleggingen van ons hart en onze buitenkant, woorden uit onze mond, met elkaar in overeenstemming zijn: De Here welgevallig! Niet alleen je hart moet kloppen, maar ook je leven!
In deze omgang ligt de opdracht in navolging met de ander zo omgaan! Zelf echt-zijn en in de omgang met de ander echtheid stimuleren. Geen verkeerde gezindheid in je hart koesteren en tegelijk doen alsof er niets aan de hand is.
Authentiek, jezelf zijn, je trots opgeven, je niet meer anders voordoen dan hoe jij je werkelijk voelt. Geen farizeïsme, valse vroomheid. (Tip: Lees het boek: De farizeeër in de spiegel, geschreven door Tom Hovestol)

Deze opdracht vervullen is Gods uitgangspunt met jou. Je mag komen zoals je bent! Misschien is deze opdracht naar God nog wel te realiseren. Maar in de omgang met anderen valt de toepassing niet mee. Van nature beschermen we onszelf en hebben daar in de loop van ons bestaan verschillende (nette) camouflagetechnieken voor aangeleerd. Toch wil de Here dat we écht zijn, want alleen echtheid geeft ruimte voor verandering en groei.
Hoe kunnen we ondanks de weerbarstigheid van de praktijk jagen naar echtheid, onvervalst, vervuld leven? De start begint bij het onder ogen willen zien van jouw werkelijkheid en dat als vertrekpunt in het veranderproces nemen.

2. Wat is werkelijk?
Genesis 3:1-12. Om de werkelijkheid onder de ogen te zien moeten we terug naar het begin van de mensheid, naar het paradijs. Door de opstand tegen God verdween veiligheid en openheid en kwam verstoppen en heersen in de plaats. Angst is onze ziel gaan beheersen: “Wat zullen ze van me denken, als ik maar geen fouten maak, ik hoop dat ze wel zien dat ik me best doe.”
We doen ons best om in beeld te komen en te blijven. Doel is: erkenning, acceptatie! Maar juist in dat ‘ons-best-doen’ zit de zwakte; “Stel dat het niet gelukt!” Deze angst maakt dat we ons op verschillende manieren in relaties zijn gaan gedragen. In plaats van authentiek te zijn, gaan we iemand ‘spelen’. Om grip te krijgen, niet afgewezen te worden!

Ik wil drie typen, die in meer of mindere mate door angst worden beheerst, beschrijven. Natuurlijk is er meer over te zeggen. Maar binnen het kader van een artikel is het onmogelijkheid alles te beschrijven.

1e type: Het aardige type (de vleier - op de ander gericht)
Hij wil ‘aardig gevonden worden’. Hij is behulpzaam, vriendelijk. Hij wil alles wel doen, als de ander hem maar aardig vindt. Hij kan zich te goed aanpassen en voelt iedereen aan. Voelt zich verweven met iedereen, wil met iedereen een goed contact en zal zijn best doen zodat niemand klachten over hem/haar heeft. Maar wanneer je met deze aardige mens optrekt, ga je toch twijfelen aan zijn motief van aardig zijn. Want op kritiek wordt emotioneel gereageerd; “Ik doe toch zo mijn best!”
Je vraagt je af of hij aardig is, ³f aardig doet! Met andere woorden is het ‘aardig zijn’ een maniertje om mensen niet dicht bij de binnenkant te laten komen? Vaak is het antwoord bevestigend. Het ‘aardig zijn’ heeft een functie, namelijk om zelf niet geraakt te worden. Er zit te veel pijn verborgen en daar mag niemand bij komen, inclusief hijzelf niet.

2e type: De ik-wil-alles-zelf-doen type (de vechter - tegen de ander gericht)
Dit type is op het eerste gezicht waardevol. Hij kan alles aan en heeft eigenlijk niemand nodig. Hij wil graag de leiding hebben en neemt deze dan ook. Hij wil alles controleren, want er mogen geen fouten worden gemaakt. Het moet perfect zijn. Hij voert vaak in overleggen het hoogste woord. Hij luistert slecht en heeft de neiging in een discussie de mensen op woorden te pakken.
Een mens met een gouden impact, maar in omgang ook koud als goud. Bij het wat beter kijken valt een soort achterdocht, wantrouwen, op. Deze mens laat zich hierdoor motiveren, hij wil daarom heersen en alles onder controle willen houden.
Maar kritiek hebben op zijn stijl veroorzaakt crisis. Hij kan er niet tegen. Hij denkt dat hij de waarheid in pacht heeft. Het kan in de omgang voor een gespannen sfeer zorgen, omdat er constant gestreden moet worden. Natuurlijk is hij een voortrekker, kan hij duidelijke besluiten nemen en is hij minder van zijn stuk te brengen. Maar het punt blijft dat in de samenwerking het gedrag van de ‘ik wil alles zelf doenÂ’-mens gebaseerd is op angst. De twijfel over zijn waarde wordt gestild door zijn invloed.

3e type: De ik-heb-niemand-nodig type (de vluchter - van de ander af)
Hij leeft zorgeloos, heel zelfstandig, een echte solist. Heeft weinig vertrouwen in samenwerking en verbondenheid. Dat maakt dat dit type zich vaak in een soort isolement begeeft. Hij houdt van vrijblijvende contacten, niet veel binden, niet te dichtbij. En dat verwacht hij eigenlijk ook van anderen.
Het verschil met eerder genoemde typen is dat deze in mindere mate anderen nodig heeft. Hij spiegelt zich voornamelijk aan zichzelf. Het lijkt wel of dit type genoeg aan zichzelf heeft. Echter de werkelijkheid gebied te zeggen dat deze mens zich terugtrekt in zichzelf, het lijkt erop dat hij niet geraakt kan worden. Maar in werkelijkheid vindt hij het ingewikkeld om echt zijn binnenkant te laten zien. In de samenwerking merk je dat zijn terughoudendheid zijn passieve vorm van verzet is. Een sfeer waar geen verbondenheid is, zodat hij ook geen kleur hoeft te erkennen. Regelgeving roept bij dit type veel verzet op. Verbonden voelen is voor dit type gebonden zijn.

Resultaat:
Alle drie de typen negeren, bedekken of sluiten hun hart, waardoor het echte ‘ik’ niet zichtbaar wordt. Dit toneelspel maakt dat je buiten de werkelijkheid komt te staan, de onvrede groeit, stress gaat in je lichaam zitten. Doordat je geleefd wordt, niet authentiek kunt zijn, raak je los van jezelf, van de ander, van je roeping, van God.

3. Het oefenen in de praktijk van alledag!
Voor de praktijk, de renbaan zoals Paulus het zegt, een aantal Bijbelse uitgangspunten en een paar praktisch handvatten.
• Als de Here God het huis niet bouwt, jij tevergeefs zwoegt (Ps. 127:1a)
• Buiten Jezus (de Wijnstok) geen vrucht ontstaat (Joh. 15:6)
• Je menswaarde is gekoppeld aan wie je bent in Christus (Gal. 3:28)
• Dat elk mens uniek en de moeite waard is, nog voordat hij bestond (Ps. 139)
• Er bestaan geen hopeloze gevallen (2Kron. 33:21-25;34)
• Niemand is overbodig (1Kor. 12:12-31)
• Stel jezelf niet boven een ander (Rom. 12:3-8)
• Het doel van het leven is om Beelddrager Gods te zijn (Rom. 8:29)
• Weest langzaam in het spreken en snel in het luisteren (Jak. 1:19)

De genoemde Bijbelgedeelten gaan pas betekenis krijgen als je ze een werkelijkheid in je leven worden. Stop de gedachten en het gedrag dat als doel heeft de ander te willen veranderen. Deze voorwaardelijke houding schept afstand en stimuleert toneelspel. Erken elkaars kwaliteiten en beperkingen en zie dat het anders zijn een aanvulling is in plaats van een bedreiging. Samen in het lichaam ben je elkaars medestander. Je hebt het zelfde doel voor ogen: Tot eer van het Hoofd te leven.
Stop met het turven van al je goede daden en jezelf daardoor een rechtvaardiging aan te meten om passief te blijven. Was elkaar de voeten in plaats van de oren, wees nederig en elke keer weer de minste.
Erken de noodzaak van het elkaar belijden en elkaar te vergeven en laat de Here God het laatste woord hebben en niet je ergernis.

Bert Reinds