Leef je echt? Christenjongere zijn in de 21ste eeuw (2)

Bert Reinds • 85 - 2009 • Uitgave: 3
Christenjongere zijn in de 21e eeuw!

Door middel van het organiseren van een jongerenweekend (20-22 februari) wil Het Zoeklicht met jongeren in gesprek gaan over het inhoud geven aan een ‘echt’ leven. In aanloop naar het weekend is dit artikel de tweede uit een reeks van drie. Het gaat over de vraag: Hoe gaan we met elkaar om?

1. Relaties, de spieren in een lichaam
U zult het met me eens zijn dat de Gemeente de plaats is waar liefde voor elkaar een normale zaak zou moeten zijn. U zult het ook met me eens zijn dat de werkelijkheid vaak het tegenovergestelde laat zien. Door naar binnengerichtheid, of verdeeldheid verkillen de relaties en verdwijnt de onderlinge liefde. Men wast elkaar de oren in plaats van de voeten. Op deze wijze wordt de Gemeente een los-zandgezin, met een ongeloofwaardig, naar egocentrisme ruikend getuigenis.
Toch geeft de Here ons opdracht zo met elkaar om te gaan dat de wereld erkent dat Jezus de ‘Oplossing’ van het leven is (Joh. 17:20-23).

Liefdevolle relaties zijn nodig om het lichaam van Christus gezond te houden. Relaties zijn de spieren in het lichaam. Wanneer de kwaliteit godloos wordt, gaat het lichaam kreupel lopen. In het eerste artikel heeft u kunnen lezen dat echtheid in relaties wordt bepaald door de kloof tussen de boodschap die u heeft en de boodschap die u bent. In Psalm 19:15 en Psalm 24:4 laat de Here God zien hoe Hij met ons wil omgaan. En van daaruit de omgang met de ander.
De vraag is: Hoe dan? Om een antwoord op die vraag te krijgen wil ik met u het leven van Gajus bekijken. Daarom wil ik u vragen, voordat u dit artikel verder leest, de derde Johannes brief te lezen.

2. De gerichtheid van uw hart bepaalt de kwaliteit van uw relaties
Johannes beschrijft in zijn derde brief het gedrag van drie mannen. Gajus en Demetrius staan symbool voor praktische trouw in onbaatzuchtige liefde in de gemeente. De houding van Diotrefus, de derde in de rij, wordt neergezet als een zelfzuchtig eigengereid typetje. Zijn wil drukt hij zo door, dat wie anders denkt of doet maar moet vertrekken. Wat zijn in onze tijd veel relaties en Gemeenten door deze handelwijze verscheurd geraakt. Onbaatzuchtig of zelfzuchtig, de hartsgerichtheid wordt zichtbaar in de omgang met elkaar.

Wanneer we spreken over liefdevolle omgang, is de kardinale vraag: Hoe is het met mijn hartsgerichtheid gesteld? Want een omgang zoals God het wil, kan alleen wanneer uw hart gericht is op Hem. In uw hart zit het probleem en de uitkomst. Kom daarom allereerst tot uzelf. Sta de Here toe een openhartoperatie bij u uit te voeren, waardoor uw ongerechtigheden, die een liefdevolle omgang in de weg staan, zichtbaar worden en verwijderd kunnen worden. Alleen daarna heeft het zin om de vertaalslag naar de praktijk te maken.

3. Gajus zijn liefdevolle houding als voorbeeld
Gajus is een wandelend voorbeeld van echtheid en dat had impact op zijn relaties. Zijn leven was in overeenstemming met de waarheden die hij sprak. Hij werd gezien als een authentieke man. Wat heeft het leven van Gajus u dan te zeggen over de praktijk van het liefhebben, bemoedigen, omgaan met elkaar? In de eerste acht verzen worden ons drie kenmerken aangereikt die karakteristiek zijn voor Gajus zijn houding en omgang.

1e kenmerk: Gajus is gastvrij (vers 5)
Een gastvrije man, bij hem voel je je ‘thuis’. Wanneer u in het woordenboek de betekenis van ‘trouw’ zoekt, komt u de volgende omschrijving tegen: Trouw is: gehecht, steeds verbonden, standvastig, niet één keer overslaan, in overeenstemming met de werkelijkheid.

Gajus was niet alleen trouw naar de mensen uit zijn eigen kringetje. Ook de vreemdeling ervoer een thuis bij Gajus.
Charles Swindoll maakt, in een van zijn boeken, een onderscheid tussen mensen met een ‘JA-’ en mensen met een ‘Nee-gezicht’. Mensen met een Nee-gezicht houden anderen (vooral vreemden) op een afstand. Ze communiceren met hun houding: Blijf uit mijn buurt!
Wilt u als Gajus bekend staan? Kan God op uw trouw rekenen als Hij mensen op uw weg brengt? Wat wordt erover uw gastvrijheid gezegd, vraagt het eens aan uw familie, vrienden. En loop dan niet voor het antwoord weg, maar doe er wat mee!

2e kenmerk: Gajus houdt van mensen (vers 6a)
Gajus hield van mensen. Er werd getuigd van Gajus’ liefde voor de ander. De liefde wordt hier vertaald met ‘opofferend’. Hoe kon hij dat doen? Uit eigen kracht? Lees 2 Tessalonicenzen 1:3. ‘Wij behoren God ten allen tijde om u te danken broeders, zoals gepast is, omdat uw geloof zeer toeneemt en u aller liefde jegens elkander sterker wordt.’
Door zijn groei in de gemeenschap met God kon zijn liefde voor mensen groeien. Dat is de volgorde, wanneer u groeit in Christus kunt u zich meer uitstrekken naar de ander. Houdt u van uw naaste zoals Jezus van u houdt? Dat is de opdracht die de Here ons meegeeft.

3e kenmerk: Gajus diende (vers 6b)
Gajus moest niet helpen om het de mensen naar de zin te maken, hij had er geen behoefte om een ‘wit voetje’ te halen. Hij diende de ander omdat de liefde van Christus hem drong. Bij dienstbaarheid gaat het er niet om mensen te behagen, maar Christus. Tracht ik thans mensen te behagen dan kan ik geen dienstknecht zijn (Gal. 1:10). Onbaatzuchtig dienen kan alleen wanneer u het doet omdat Hij u dringt.

4. Om na te volgen
In een boek, Bemoedigen doet goed, kwam ik het volgende verhaal tegen. Een praktijkvoorbeeld van een liefdevolle relatie.

‘In groep negen werd ik gekozen tot voorzitter van de leerlingenraad. Tijdens een grote bijeenkomst riep de voorzitter van de school mij naar voren. Daar stond ik voor de rumoerige zaal. Ik was doodzenuwachtig. Ik moest van de directeur de volgende woorden herhalen: ‘Ik, Larry Crabb van Plymouth-Whitemarsh Junior High School, beloof hierbij dat….’ Mijn versie luidde: ‘Ik LLLLLLLLARRY CRABB VAN PPPPPPPLYMOUTH whitemarsh junior high school, bbbbbelooof hierbij dat…’ De directeur bleef mij geduldig aankijken, mijn lerares Engels kon wel huilen en enkele studenten gierden van het lachen. Ik kon wel door de grond gaan en besloot daar ter plekke nooit meer in het openbaar te spreken.
Enige tijd later werd er avondmaal gevierd in onze gemeente. Het was bij ons gebruikelijk dat de jongemannen werden aangemoedigd ook hardop te bidden. Op die bewuste ochtend voelde ik zo sterk de druk van mijn omgeving, echter niet de leiding van de Heilige Geest, dat ik ging staan en voor het eerst hardop bad.
Ik was meer vervuld van zenuwen dan van aanbidding. De theologie van mijn gebed grensde aan ketterij. Ik dankte de hemelse Vader dat Hij aan het kruis was gegaan en ik loofde Jezus dat Hij de Geest uit het graf liet opstaan. Ik stotterde van begin tot het eind en zei opgelucht amen. (Misschien wel het enige moment waarop de Geest mij leidde.)
Ik ging zitten, keek naar de grond en nam me heilig voor nooit meer in het openbaar te spreken. Dit was de 2e klap.
Toen de dienst voorbij was liep ik snel naar de auto voordat iemand mijn ketterij bespreekbaar wilde maken. Maar ik was te laat. Een oude man hield me staande, ik maakte me klaar voor een vermanende boodschap. Maar wat schetste mijn verbazing: Jim zei: Larry ik wil je een ding laten weten. Wat je ook doet voor de Heer, ik sta achter je, duizend procent en hij liep weg.’
En op dit moment heeft Larry tientallen boeken geschreven en reist hij de wereld over om de praktische toepassing van het christen-zijn uit te dragen.

Het echte leven speelt zich niet in de privésfeer af. Echt leven wordt zichtbaar in relaties. In het bijzonder in de onderlinge omgang (Gal. 6:10, Hebr. 10:24), maar ook zeker daarbuiten. Optrekken in verbondenheid, in een gezonde (= echte) omgang. Dan wordt de Here God erdoorheen verheerlijkt en zichtbaar aan een wereld die Hem nodig heeft.

Bert Reinds