Lees en Weet (18)

ds. Johan M. Zijlstra • 87 - 2011 • Uitgave: 21
Voor de grondige Bijbellezer

Van wie ik er een ben? Ja, daar vraagt u maar steeds naar en dat is begrijpelijk. Zo vroeg je dat in mijn tijd, achternamen immers waren schaars, die zijn van lieverlee ingeburgerd en onder de overheerser Napoleon begin negentiende eeuw standaard geworden. Kijk, in mijn tijd moest je wel wat. Had je een veel voorkomende naam dan was een bij- of achternaam hoogst noodzakelijk, gewoon om goed te weten met wie je te doen had. Zeker, u weet daarvan, u kent ongetwijfeld én een bewerker van huiden én een louche figuur en iemand die ernstig ziek was geweest en daarom langdurig in quarantaine had geleefd, alle drie droegen ze dezelfde naam en daarom moest het onderscheid worden aangetoond middels een bijnaam, noem het hun latere achternaam.
Burgerlijke stand, niet meer voor te stellen dat die er vandaag de dag niet zou zijn. Alleen maar gemakkelijk, allemaal ingeschreven in het register in het Stadskantoor. Nou en omdat wij van dat alles nog niet wisten, was de naam van je vader van veel belang. Mijn vader had een wat fantasieloze naam, hij volgde – ja wat wil je – gewoon zijn vader op en daarmee was alles gezegd. En hoe mijn moeder heette? Hand op mijn hart, ik kan het niet nazoeken.
En hoe ze mij noemden? Nou, ik denk dat ze in mijn naam hun verlangens uitdrukten, dat ze hun wensen voor de toekomst, niet zozeer voor zichzelf, wel voor mij en mijn omgeving omschreven. Ze zullen zeker gehoopt hebben dat ik geen splijtzwam zou worden, geen oorzaak van twist of onenigheid zou zijn en ook geen bron van vijandschap of afscheiding, integendeel. Ze zullen hebben gehoopt dat ik verbindingen zou leggen, zou kunnen samensmeden in de positieve betekenis van het woord. En of dat allemaal een beetje uitgekomen is? Het leek er aanvankelijk niet op. O zeker, ik had mooi werk vond ik zelf, ik was dik tevreden en deed mijn werk met plezier. En wat mijn boterham betreft, die was belegd, en ook nog dik! Nee, mijn ouders zullen zich niet over mijn keus verheugd hebben, maar wat wil je, kinderen, volwassen kinderen vooral, gaan hun eigen weg. Mijn werkplek loog er niet om, mooi uitzicht, geen grauwe stenen schoorstenen, wel uitzicht over het altijd bewegende water. En altijd weer andere mensen met wie je te doen had, vogels van diverse pluimage. Of ze blij waren met mij? Of ze juichend en hartelijk op mij afkwamen? Dat laat zich raden, maar dat maakte mij niet zoveel uit, brood op de plank, dat telde.
Die morgen, het zou een dag worden als alle andere. Mijn vaste stek. Opletten, aanpakken, je niet laten bepraten, niet onder de indruk raken van wie het er niet mee eens was, gewoon doen waarvoor ik was ingehuurd en liefst één of een paar tandjes meer. Ik zag het wel, ik hoorde het wel, ik merkte het wel op, er was wat bijzonders vandaag. Er waren veel mensen op de been, in de stoet heerste een enigszins opgewonden stemming. Het hele gezelschap kwam de richting van mijn werkplek op. Ik was niet van plan ze een strobreed in de weg te leggen.
Alleen, bij mij aangekomen werd ik aangesproken. Nee, geen discussie van wel of niet, niet van meer of minder, niet van eens of oneens. Het was niet eens een discussie, bij de hele ontmoeting paste zelfs het woord gesprek niet. Ik werd alleen maar aangekeken, ik keek hem recht in de ogen en toen – of u het gelooft of niet – toen klonk niet meer dan viermaal zoveel als een goed verstaander nodig heeft, en dat was het. Geef acht? Nou, dat niet, althans niet naar de letter, maar het kwam er wel op neer. Goed, ik zeg ik het nu wat simpel, onparlementair zult u misschien zeggen, maar ik was op slag verkocht. Zonder nadenken, zonder overleg met het thuisfront, zonder de consequenties te overzien, deed ik wat mij werd gezegd, ik gehoorzaamde prompt. En, wat een wonder, dat deed ik niet met tegenzin, niet met moeite, wel van ganser harte. Kijk, u hebt het weleens over liefde op het eerste gezicht. Nou, dat overkwam mij. En wat ik in de jaren daarna heb ervaren? Dat het van zijn kant louter liefde was, oneindig groot.
Die naam die ik ooit kreeg, ik werd er niet meer bij genoemd. Ik kreeg een nieuwe naam en die drukte niet zozeer uit wat er van mij werd verwacht, veel meer wat ik was.
O ja, is dat bij u ook liefde op het eerste gezicht als het om hem gaat? Nee, ik weet zeker van niet. Bij u is het anders, nog veel sterker, ja wis en waarachtig, bij u is sprake van ‘liefde vóór het eerste gezicht’. Hoe ik dat weet? Leest u dat zelf maar na, in de eerste brief van iemand die dacht dat hij wel aardig kon vissen, maar soms gedurende een hele nacht niets ving en, o wonder, ooit ook netten ophaalde die dreigden te scheuren.

1 Hoe is de naam van mijn vader?
2 Welke naam kreeg ik bij mijn geboorte?
3 En bij welke naam kent u mij vooral?
4 En wat betekent dat?
5 Voor welk beroep koos ik aanvankelijk?
6 Wat was mijn vaste werkplek?
7 Vanwaar mijn ommekeer?
8 Waar leest u over mijn bijzondere ontmoeting?


Ds. Johan M. Zijlstra

De oplossing van Lees en Weet 17 (Het Zoeklicht nr. 17) luidt:
Mijn naam is Efron en mijn vader heette Sochar. Ik behoorde tot de Hethieten. Die twee jongeren waren de vrouwen die Esau trouwde, en die voor zijn ouders een bron van ergernis waren, lees Genesis 26:34-35. De bekende, hondstrouwe volksgenoot is Uria, lees 2 Samuël 11:3. De opgeluchte koper was Abraham, hij kon zijn vrouw Sara in grond begraven die eigendom van hem was. Dit lezen we in Genesis 23.
De rebellerende zoon is Absalom, die met zijn haren in een boomtak verstrikt blijft hangen, terwijl zijn muildier doordraafde. (2 Samuël 18:9). In 2 Samuël 2:2-5 wordt de opsomming gegeven van de 6 zonen van David die te Hebron werden geboren. Hebron was de plaats waar de 12 verspieders op de drie reuzen, Enakieten stuitten, Achiman, Sesai en Talmai.

Reacties:
P.S. Het grote probleem was Uria. Aanvankelijk dacht ik aan Kaleb, die wel met hetzelfde gebied als de Hethieten verbonden wordt, maar alleen als Keniet of Kenizziet aangeduid wordt. (GvS te W)

Het was speuren en het was leuk en weer genoten van nieuwe ontdekkingen. Gods zegen en zo mooi; wij worden ook gezegend. (JL te L)

Het is leuk om te ontdekken dat de hele Bijbel met elkaar verweven is. En dat een volk niet zomaar verdwijnt in de Bijbel. Dat maakt hem juist zo betrouwbaar. (TvdP te S)
Ds. Johan Zijlstra over vorige reacties:
fam. v/d B. te M. Dan hoop ik maar dat deze opgave ook weer spit- en puzzelwerk van u vereist. Misschien heeft het iets van een schat in een akker, er moet wel graafwerk worden verricht. En dank voor uw waarderende opmerking!

A.W.te U. Familieverhoudingen, u wist wel dat die in de Bijbel veelvuldig aan de orde zijn, blijkbaar meer nog dan u dacht. Mooi hoor, de mogelijke combinatie die u legt. Knap gevonden!