Lees en weet (4)

ds. Johan M. Zijlstra • 85 - 2009 • Uitgave: 13
Voor de grondige Bijbellezer

Ja, dat gaat in uw tijd wel anders, een verschil van dag en nacht met de jaren waarin ik opgroeide en leefde. Geen voorzieningen toen die u nu zo heel gewoon vindt, geen mogelijkheden vooruit te komen omdat je zoveel bagage meekreeg. Maar goed, laat ik duidelijk worden. Hoe hebt u uw vak, ambacht, ambt, beroep of hoe u het maar noemt, geleerd? Welke faciliteiten zijn er in uw tijd voor jonge mensen om zich voor te bereiden op de toekomst? Tig, meen ik, zegt u dan. Had ik ook wel gewild, een opleiding volgen bij Landstede, in Emmen, Venlo, Dronten of, maar dat is hoog gegrepen, in Wageningen. Bij u zijn scholen in allerlei soorten en maten, van basisschool tot universiteit. Talloos zijn de mogelijkheden bij u voor de jeugd, om de ene na de andere opleiding te volgen en met de nodige dipoma’s op zak aan het werk te gaan, ieder naar eigen aanleg en begaafdheid.
Hoe wij het vak moesten leren? Nee, niet eerst een theoretische opleiding afgewisseld met praktijkervaring opdoen, met terugkomdagen, evaluatiegesprekken, eindverslagen en scripties. Hoe dan wel? Gewoon, je leerde het vak van huis uit, je ging zelfstandig de kost verdienen als je de kunst voldoende had afgekeken en geoefend. Van wie? Dat zeg ik, van huis uit. Je ging in mijn tijd doen wat je je vader zag doen, je werd wat je vader al was, vakman! Afkijken, meedoen, proberen, zo was je opleiding. Zo overkwam dat, om eens een voorbeeld te noemen, zonen van vissers. Bij de geboorte stond bijna al vast wat er uit ze zou groeien, ze zouden gaan werken in het vissersbedrijf. U las van zo’n bedrijf? Vissersbedrijf ‘Zebedeüs en Zn’.
Hoe dat met mij zou gaan? Net zo, identiek. Ik deed al hard mee op en met het werk van mijn vader, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat waren we in de weer. Het bedrijf van mijn vader had goede tijden gekend, zeg maar gerust dat het floreerde. Toegegeven, er waren ook dips geweest en de laatste tegenslag was wel erg hard aangekomen, had zelfs enkele jaren geduurd. Maar, gelukkig er was een kentering gekomen - wat zouden Erwin Krol en Jules Geirnaerdt het lang en breed hebben uitgemeten - een grote verandering ten goede en vandaar dat wij weer erg veel te doen hadden. Ik ging er die morgen dan ook met veel zin tegenaan. Het was opletten geblazen tijdens het werk. Toen ik nog met mijn vader aan één en hetzelfde werktuig in de weer was, riep hij bij herhaling ‘Kijk voor je’. Omkijken deed m’n vader niet, mocht ik ook niet, het zou ons materiaal kunnen kosten en dan zou de schadepost groot zijn. Tussen haakjes, u leest de evangeliën? Dan weet u dat Jezus hieromtrent waarschuwende woorden sprak. Ik zei u al, ik was met veel animo die dag met het werk begonnen, ik zag het allemaal voor jaren en jaren zitten en wilde oud worden in deze sector. Vanavond zou ik voldaan terugzien op wat er vandaag was gebeurd, wat zou het er allemaal weer prachtig bij liggen.
Alleen, ik werd in mijn werkzaamheden onderbroken, zo maar ineens kreeg ik wat over me heen gegooid. Even zag ik niet teveel, maar toen ik van de grootste schrik bekomen was, werd alles me duidelijk. Toen viel het kwartje zou u zeggen. Ik heb meteen de daad bij het woord, bij de roeping gevoegd. Nou ja, zo maar in het niets verdwijnen, dat kan natuurlijk niet, we hebben wel een afscheidsmoment gehouden, met een hapje - niet geschikt voor vegetariërs. Ter plekke heb ik de schepen achter me verbrand, heb ik in m’n nieuwe werk de hand aan de ploeg geslagen, liep - ja, als bij hoge uitzondering - zo’n tien jaar stage tot mijn meester werd Thuisgeroepen. Of ik ooit spijt heb gehad van mijn ommezwaai? Daar kan ik duidelijk over zijn, ik zou antwoorden zoals heel veel later eens een dienstknecht van Hem beleed: “Ik heb alles prijsgegeven, het kennen van de God van Israël overtreft immers alles.”

Wie ben ik?
Waartoe werd ik geroepen?
Wat deed ik op dat moment?
Waarom zag ik even niet veel?
Hoe heette mijn vader?
Waar leest u het allemaal?
Bij wie liep ik stage?


ds. Johan M. Zijlstra

De oplossing van Lees en Weet 3 (Het Zoeklicht nr. 9) luidt:
Mijn naam: Eutychus
De voorganger: Paulus
Waar: Troas
Op welke dag: de eerste dag van de week
Waartoe samengekomen: het breken van het brood
Te lezen in: Handelingen 20:7-13