Leven door de Geest

ds. Theo Niemeijer • 86 - 2010 • Uitgave: 10
Opstandingsleven
In Johannes 6:63 zegt de Here Jezus: "De Geest is het, die levend maakt." Op de Pinksterdag in Jeruzalem werd, bijna tweeduizend jaar geleden, Gods Geest in het hart van de gelovigen geblazen. Daarmee blies de Here God Zijn goddelijk leven in het hart van de gelovigen en werd de opstanding van de Here Jezus voor hen realiteit. Ze hadden het lege graf met de windsels wel gezien, ze hadden zelfs de opgestane Here ontmoet, maar het was voor hen nog geen beleefde werkelijkheid. Met hun hoofd en zintuigen geloofden ze het allemaal, maar het persoonlijke opstandingsleven was nog vreemd voor hen. Zo kun je theoretisch heel veel over de Here Jezus weten. Je weet precies wat Hij gedaan heeft, hoe Hij gekruisigd werd en op de derde dag opgestaan is. Je kunt theologie gestudeerd hebben en een graad in de Godgeleerdheid hebben, terwijl het opstandingsleven je nog volkomen onbekend is.
U zult zich misschien afvragen, hoe je dit opstandingsleven dan wél kunt ervaren? Het begint met de persoonlijke aanvaarding van het offer van de Here Jezus. Hij stierf als het Lam van God om de zonden der wereld weg te dragen. Dat deed Hij ook voor uw zonden. In het geloof mogen we onze zonden op Hem leggen, we mogen ze aan Hem belijden en Hij is de Enige die er raad mee weet! Hij bracht ze naar het kruis en heeft de straf voor al onze zonden gedragen. Wanneer we dit grote geschenk van God aanvaarden en Zijn Zoon als plaatsvervanger voor ons aan het kruis aannemen, mogen we ons kinderen van God noemen (Johannes 1:12). Op dat moment gaan we beseffen, dat het offerbloed van Christus ons reinigt van al onze zonden, waardoor ons hart gereinigd wordt en we Hem uit mogen nodigen in ons leven te komen. In Openbaring 3:20 lezen we dat Hij aan de deur staat en klopt om binnengelaten te worden. Heeft u de deur al voor Hem opengedaan en Hem binnengelaten? Hij komt alleen binnen in een gereinigd hart. Eerst zal het hart door Zijn bloed gereinigd moeten worden, alvorens Hij in ons leven uitgenodigd kan worden.
Op het moment waarop Hij in ons leven komt, ervaren we het opstandingsleven heel persoonlijk. Paulus leert ons in Efeziërs 1:13 dat we de Heilige Geest ontvangen op het moment waarop we tot het geloof in de Here Jezus komen. Dan maakt Gods Geest ons levend en gaan we over vanuit een doodstoestand tot het leven. Zo schrijft Paulus in Efeziërs 2:1 dat we zonder de Here Jezus dood waren en overeenkomstig de normen en waarden van deze wereld leefden. In vers 5 lezen we echter dat, wij die dood waren, door het geloof met Christus levend gemaakt zijn.

Veranderd leven
Dit leven is beduidend anders dan het leven dat we vóór de wedergeboorte leefden. Het gaat hier om een veranderd leven, zoals de Here God het oorspronkelijk bedoeld had. Door de zondeval waren we allemaal dit leven kwijtgeraakt en kon niemand voldoen aan de wijze van leven zoals de Here het bedoeld had. In Exodus 20 vinden we de tien geboden, een spiegel die God ons voorhoudt en waarin Hij ons laat zien wat voor leven Hij van ons mensen verwacht. Het is duidelijk geworden dat niemand aan die norm kon voldoen en dat alle mensen aan Gods volmaakte wet schuldig werden. God kon Zijn normen niet verlagen en de wet aanpassen aan de mogelijkheden van ons mensen, want dan zou God niet meer waarachtig zijn. God heeft er voor gezorgd dat de onvolmaakte mens een nieuw leven ontving dat wel in staat is om Gods wet te volbrengen: de Heilige Geest. Niet om daarmee de hemel te 'verdienen', maar om Hem hier op aarde in dit leven te kunnen dienen.
Je kunt een mol proberen vlieglessen te geven en hem uiteindelijk van een grote hoogte loslaten. Je zult ontdekken dat een mol nooit zal kunnen vliegen en als een baksteen naar beneden valt, omdat hij nu eenmaal als mol geboren is en niet als vogel. Alleen wanneer het mogelijk zou worden aan deze mol een volledig andere natuur te geven, zou het vliegen voor een mol tot de mogelijkheden gaan behoren. Zo kan een rups niet vliegen, tenzij deze rups zich gaat verpoppen en er uit deze rups een vlinder tevoorschijn komt. Door het sterven met Christus en de wedergeboorte ontvangen we een nieuwe natuur, die wél in staat is dat te doen wat God van ons vraagt.
Helaas blijven na de wedergeboorte nog veel resten van ons oude leven in ons achter. Toen Lazarus uit het graf geroepen werd, kwam hij naar buiten, omwikkeld met grafdoeken. De omstanders kregen de opdracht om hem van deze grafdoeken te ontdoen (Johannes 11:44). Alles wat met de dood te maken had, moest bij Lazarus verwijderd worden. Zo gebeurt dit ook na de wedergeboorte. Wat nemen we toch vaak veel zaken mee vanuit ons oude leven in het nieuwe. In ons nieuwe leven zullen we, door de werking van Gods Geest in ons, steeds meer leren om de zaken die met onze oude natuur te maken hebben af te leggen en steeds meer vanuit de kracht van het nieuwe leven te leven.

Eeuwig leven
Het leven door de Geest is niet alleen een overwinnend opstandingsleven en een veranderd leven, het is ook een eeuwig leven. Wie het leven uit de Geest ontvangt, ontvangt een eeuwige toekomst. Dit eeuwig leven ontvangen we niet eerst bij de wederkomst van Christus, of bij het sterven. Nee, we ontvangen het eeuwig leven op het moment waarop we wedergeboren worden. Velen denken dan aan een leven zonder einde, maar dat is nog maar een heel klein stukje van dit eeuwig leven. Eigenlijk gaat het hier om leven zonder begin en ook zonder einde, het gaat om het leven van de Here Jezus Zelf: 'God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven' (1 Johannes 5:11-12). Voor ons is de eeuwigheid al begonnen vanaf het moment van de wedergeboorte. We zijn bijwoners en vreemdelingen op aarde geworden, maar tegelijkertijd burgers van een rijk in de hemelen.
Zo mogen we door de Geest leven, een leven in de opstandingskracht, een veranderd leven en een leven met een heerlijke toekomst die nu al begonnen is!

Ds. Theo Niemeijer