Liturgie als voedingsbodem voor anti-semitisme

Joop Schotanus • 78 - 2002/03 • Uitgave: 8
Naar aanleiding van de proeve van het nieuwe liturgie-boek voor de SOW kerken kreeg ik wat lectuur toegezonden. De inzender deed dat om mij kennis te laten nemen van een ontwerp voor een Goede Vrijdag liturgie, waarin de eeuwenoude beschuldiging van de Godsmoord door de Joden wordt herhaald (terwijl de katholieke kerk hier afstand van heeft genomen). De sfeer die hiermee geschapen wordt is weer uiterst actueel geworden rondom Pim Fortuyn. In de geschiedenis kan er aangetoond worden dat er een verband bestond tussen de geladen sfeer van de vroegere katholieke Goede Vrijdag liturgie en de Jodenvervolging. Op Goede Vrijdag mochten de Joodse kinderen veelal niet buiten spelen. Ze werden dan door hun moeders in huis gehouden.

De aanklacht
De aanklacht tegen de Joden is gebaseerd op een onjuiste stellingname van een zekere Sint Johannes Chrysostomus uit de vierde eeuw na Christus. Hij klaagde de Joden aan voor DEICIDE (Godsmoord) en verbond daar de conclusie aan dat alle Joden voor altijd een plaag voor de wereld zouden zijn. Deze heilig verklaarde Chrysostomus verkondigde daarom dat de Joden voor altijd lijden en vernietiging moesten ondergaan. De invloed hiervan werkte door in de katholieke kerk. Hierdoor werden speciaal door de Goede Vrijdag liturgie anti-Joodse en anti-semitische sentimenten aangewakkerd, want op die dag hoorden de 'christenen' met klem te verkondigen dat Joden 'Godsmoordenaars' waren. De Joden voelden zich niet veilig als 'christenen' dan uit de kerk kwamen (we zien hierin een parallel met de ophitsing in de moskeeën van tegenwoordig).

De verzoening
Gods plan ter verlossing vroeg om een plaatsvervangende dood van een onschuldig en volmaakt iemand, om de plaats in te nemen voor een schuldige zondaar. Dit was al heel duidelijk uitgebeeld in de levitische offeranden (zie 1 Petrus 1:18-20). Voor dat doel kwam de Zoon van God naar deze aarde en nam de vorm aan van de echte zondeloze mens. Hij kwam om de gevallen mens te verlossen van de straf en de macht van de zonde (zie Jes. 53, 2 Kor. 5:21). Wie neemt de blaam van de kruisiging op zich?

De blaam
De woorden van de Here Zelf zuiveren de Joden van elke blaam van Zijn dood. Hij verklaarde "Ik ben de Goede Herder, Ik zet Mijn leven in voor de schapen.. .1k leg Mijn leven af.. .NIEMAND ONTNEEMT HET MIJ, MAAR IK LEG HET UIT MIJZELF AF. Ik heb de macht het af te leggen en macht het weder te nemen (Joh. 10:11,17,18). Daarom zijn de Joden niet de moordenaars van Christus, waar ze door anti-semieten voor worden uitgemaakt. Daar komt nog bij dat het een heel klein gedeelte van het Joodse volk was dat samenzweerde tegen de Here Jezus (Matth. 26:3-5 - Joh. 11:46-53). Buiten dat kleine gedeelte om wordt gezegd dat er velen waren, die in de Here Jezus geloofden (Joh. 11:45).

Het nageslacht
Bovendien, hoe kan het nageslacht aangesproken worden op de dader. van mensen uit een vorige generatie? Dat zou in tegenspraak zijn met vele Oudtestamentische schriftgedeelten, die duidelijk aangeven dat de vaders niet gestraft kunnen worden voor de daden van hun kinderen en de kinderen niet de schuld dragen van hun ouders (zie Deut. 24:16; Jer. 31:29 en Ezechiël 18:2). Ieder zal voor zichzelf verantwoording afleggen voor Gods aangezicht. Het over zich heen roepen van de consequenties maakt een groep aanschouwers nog geen schuldigen, net zo min dat 'de symbolische handenwassing' van Pilatus hem volledig onschuldig zou maken (Matth. 27:24). Pilatus zou die mogelijkheid niet gehad hebben als hem deze macht van Hogerhand niet gegeven was (Joh. 19 :11). In dit verband wijst de Here Jezus nog naar die ene, de hogepriester, die Hem aan Pilatus, de soldaten en de opgehitste menigte heeft overgeleverd.

De schone lei
Ook al kwam de beslissing van Pilatus voort uit het motief om zijn eigen hachje te redden en waren er soldaten die de executie uitvoerden, vanwege een samenzwering van het Sanhedrin en was er een groep mensen, die het oordeel over zichzelf uitriepen, toch staat daar iets tegenover. Iets dat ogenblikkelijk en totaal een schone lei maakt. Het gebed van de Here Jezus: "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen" (Lucas 23:34). Later verduidelijkt Paulus dit gebeuren nog met de verontschuldiging: want als ze geweten zouden hebben (als ze Hem gekend zouden hebben) dan zouden ze de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben (1 Kor. 2:8). Het overleveren komt nu in het licht te staan van Romeinen 8:32 , waar staat dat God de Vader Hem voor ons allen heeft overgeleverd. Wat de kruisiging zelf betreft is er een volkomen schone lei.

Niemand gaat vrijuit
Ieder die nu niet het offer voor de zonde aanneemt staat gelijkelijk schuldig voor het aangezicht van God. Hier mag nu de nadruk op liggen. Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Dit feit alleen bracht de Here Jezus aan het kruis. Hiermee staan wij allen onder het oordeel, maar met het aannemen van het plaatsvervangende kruisoffer mogen we vrijelijk delen in de verzoening. Er is geen enkele reden om de feitelijke schuld voor de kruisiging een plaats in welke liturgie dan ook te geven.

Even terug naar de actualiteit
Als de schuld voor het feit van de kruisiging van de toenmalige mensen een aparte plaats krijgt in welke verkondiging dan ook, dan is men absoluut onbijbels bezig. Of het nu ene mevrouw Goeree met aanhang is of de liturgie commissie van de SOW kerken, doet er niet toe. Men schept de sfeer voor reacties, die kunnen leiden tot een holocaust. Natuurlijk is dat niet de directe bedoeling, maar de geschiedenis heeft laten zien dat dit soort benaderingen door anti-semieten door en door misbruikt zijn geworden.

Joop Schotanus