Ma’oz - Sterkte en toevlucht

Gieneke van Veen-Vrolijk • 87 - 2011 • Uitgave: 18
Het Hebreeuwse woord ‘maoz’ (uitspraak: ma’oz)1 behoort tot de woorden die uiteenlopende betekenissen kunnen hebben. Deze betekenissen hangen meestal af van de betekenis van de stam of het woord waarvan een term is afgeleid. In het geval van ‘maoz’ worden de verschillende betekenissen bepaald door die van de werkwoorden waarvan het begrip kan zijn afgeleid.2 Het woord ‘maoz’ heeft zo de basisbetekenissen: sterkte, toevlucht; hiervan uitgaande betekent ‘maoz’ ook: kracht, uitredding, bescherming, beschutting, versterking, bolwerk, (berg)vesting, toevluchtsoord.
Het is duidelijk dat de basisbetekenissen verschillen, maar wel verwant aan elkaar zijn. Sterkte en kracht kunnen toevlucht en uitredding bieden. Zwakte of een wankele plaats biedt geen zekere uitredding. Hiermee ontdekken we al dat de betekenis van het begrip ‘maoz’/sterkte, schuilplaats zeker op de Here God van toepassing is!
Het woord ‘maoz’ komt 36 keer voor in de Hebreeuwse Bijbel en wordt vooral bij de Profeten en in de Psalmen aangetroffen. Hierbij komt ‘maoz’ met name voor in Israëls geestelijke liederen.

In algemene zin gebruikt
‘Maoz’ komt naar voren in de zin van hulp, uitredding en zekerheid bij de profeet Daniël, wanneer hij bij de koning staat “om hem te sterken en tot ‘maoz’/sterkte te zijn” (Daniël 11:1).
Daniël profeteert ook over het lot dat de ‘maoz’/versterkte plaatsen van vele groten der aarde wacht (Daniël 11:7,10,19,39). De profeet Jesaja gebruikt eveneens de term ‘maoz’/vesting met betrekking tot de door God voorzegde verwoesting van de grote kustvestingen, zoals die van Tyrus en Tarsis (Jesaja 23:11,14). Het gaat in die teksten om de sterkte van mensen en hun versterkingen en bolwerken. Menselijke kracht is echter beperkt en houdt geen stand.

De Here God als almachtige Helper
Geheel anders is de Here als ‘maoz’/sterkte. Hij is de Almachtige die met Zijn sterkte de mens in nood Zijn Goddelijke hulp en kracht biedt. Vooral in metaforisch taalgebruik wordt de term ‘maoz’ aangewend als uitdrukking van het rotsvaste geloof in Gods almacht. Hij wordt bezongen, beleden, gebeden en gesmeekt als de Machtige die helpt en bekrachtigt. David smeekt in geloofsvertrouwen: “…wees mij tot een rots van ‘maoz’/sterkte…” en belijdt “…want U bent mijn ‘maoz’/kracht/sterkte…” (Psalm 31:3,5). Met deze smeking en belijdenis drukt hij uit dat de gelovige als zwak en hulpbehoevend mens in zichzelf geen kracht tot uitredding heeft, maar wel te allen tijde mag putten uit de ‘Maoz’ die de Here God zelf is. Zo wordt een zwakke en hulpeloze sterk! (vergelijk 2 Korintiërs 12:9-10).
Door toevlucht te nemen tot God vindt de mens levenskracht en zekerheid. David zingt daarvan: “De HERE is de ‘maoz’/sterkte/vesting van mijn leven …” (Psalm 27:1). Daarom is de psalmist niet bevreesd, ondanks de vele gevaren die hem bedreigen en de grote onzekerheden van zijn aardse bestaan (zie vers 2-3). Dit spreekt van levenszekerheid voor het aardse én eeuwige leven.
Vreselijke gevolgen, wanneer de mens dit vergeet en dan Jesaja’s verwijt hoort: “…u vergat de God van uw heil… en de rots van uw ‘maoz’/sterkte gedacht u niet…” (Jesaja 17:10).
Vergeet toch niet: De weg van de Here is ‘maoz’/kracht (Spreuken 10:29).

De Here God als zekere Schuilplaats
Het woord ‘maoz’/versterking wordt in beeldspraak gebruikt met de betekenis van toevlucht, toevluchtsoord, beschutting en toont zo de Here God als veilige bescherming voor de mens.
In zijn profetische danklied jubelt Jesaja: “HERE… U bent een ‘maoz’/versterking voor de arme, een ‘maoz’ voor de behoeftige…” (Jesaja 25:4). De mens zoekt het echter liever elders. Daarom uit Jesaja zijn kritische wee over wie niet de Here vragen, maar bij farao’s ‘maoz’/kracht zekerheid en een schuilplaats zoeken (Jesaja 30:2).
Ook wie buiten God om zekerheid meent te vinden in eigen ‘maoz’/vermogen komt beschaamd uit (Psalm 52:9).
Wie echter door het geloof in Jezus gerechtvaardigd is voor God vindt in Hem eeuwig heil, maar ook “…‘maoz’/kracht in tijd van benauwdheid” (Psalm 37:39).

Sprekende namen: Maäz-ya(hu)
In bepaalde eigennamen komt ook het woord ‘maoz’/sterkte voor. Het betreft de samenstelling tussen ‘maoz’ (meestal in de vorm van ‘maäz’) en de Godsnaam Ya (Here).3 De zo gevormde naam ‘Maäz-ya’ (of ‘Maäz-yahu’) kan dan vertaald worden met: Sterkte van de Here. Een leider van een priesterafdeling ten tijde van David droeg deze veelzeggende naam (1 Kronieken 24:18). Eeuwen later, bij de verzegeling van het vernieuwde verbond onder Nehemia, was er opnieuw een priester met deze mooie getuigenis-naam Maäz-ya (Nehemia 10:8).

“De HERE is goed, tot ‘maoz’/sterkte op de dag van benauwdheid” (Nahum 1:7).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Het woord heeft geen tweeklank ‘ao’, maar een keelklank voor de o, hoorbaar door een korte ademstop tussen de klinkers a-o: ma-oz. De juiste weergave is: ‘ma`oz’.
2 Het woord ‘maoz’ wordt veelal vertaald met ‘sterkte’, als afleiding van het werkwoord ‘azaz’ (sterkte betonen, overmeesteren, kracht geven); als afleiding van het werkwoord ‘oz’ (toevlucht zoeken of nemen) betekent ‘maoz’: ‘toevlucht’.
3 Ya ook wel Yahu (Here) is een verkorte vorm van de Godsnaam JHWH (HERE).