MAQOM – “Plaats bij Mij…”

dr. Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 11
Ditmaal wil ik met u stilstaan bij het Hebreeuwse woord ‘maqom’ (uitspraak: makom) dat ‘plaats’ betekent. Dit algemene woord krijgt in bepaalde gevallen een bijzondere betekenis door de wijze waarop de Schrift het gebruikt. ‘Maqom’/plaats betekent ook: locatie, gebied, omgeving, woonplaats, verblijfplaats, (geboorte)stad, (geboorte)land, heilige plaats.


Eén van de belangrijke en wezenlijke behoeften van de mens is een plaats(je) hebben, een eigen plek waar je woont, leeft, thuishoort, werkt, veilig bent. In de Bijbel komt herhaaldelijk naar voren dat God voor de Zijnen een ‘maqom’/plaats verschaft. Als Israël lijdt in Egypte daalt God neer om hen te verlossen en te brengen naar een eigen ‘maqom’/
plaats/land, vloeiend van melk en honing (Ex. 3:8). Een joodse gemeenschap vond na veel omzwervingen een ‘maqom’/woonplaats in Amsterdam, in het Jiddisch: Mokem. Ontroerende naam, schrijnend
wat het werd…


Een eigen plaats is zó menselijk essentieel, dat Gods vanaf het begin in die behoefte heeft voorzien. In Eden had de eerste mens een onuitsprekelijk
prachtige ‘maqom’/plaats… de zonde heeft het bedorven…

Het meest verschrikkelijke hiervan was, dat de mens niet alleen zijn mooie plaats verloor, maar dat de relatie en innige gemeenschap met de Here God was geschonden, verbroken. God nu, biedt in Zijn onpeilbare genade de mens mogelijkheid tot vernieuwde relatie met Hem, door het geloof in Zijn Zoon, de Messias uit Israël geboren.


In algemeen gebruik vinden wij ‘maqom’/plaats/plek in Joz 1:3; Deut. 11:24 “elke maqom/plaats waarop uw voetzool treedt…”

Een ‘maqom’/plaats krijgt een bijzondere betekenis wanneer men daar een ontmoeting met de Here heeft. Abraham gehoorzaamde Gods roeping, verliet zijn heidense ‘maqom’/geboorteland, om te gaan naar de ‘maqom’ die God beloofde. Als God hem verschijnt bouwt hij een altaar en roept Zijn Naam aan (Gen. 12:7,8). Later komt hij terug op die bijzondere ‘maqom’/plaats waar hij het altaar bouwde en God had aangeroepen (Gen. 13:3,4).
‘Maqom’ krijgt zo al betekenis met betrekking tot het ‘Beloofde Land’ (Gen. 13:14-15; Ex. 23:20b).


Wanneer Jakob vlucht wegens eigen zonde (Gen. 28:11-22) bereikt hij een ‘maqom’/plaats (vs.11) waar God hem opzoekt in zijn ellende - ja zo is God – en belooft: “Ik ben met u…overal..” (vs. 15). Jakob (h)erkent dat de Here op die ‘maqom’/plaats verscheen.


Gods aanwezigheid maakt een ‘maqom’ heilige plaats (Ex. 3:5; Joz. 5:15). Dat ondervond Mozes in het dieptepunt van zijn leiderschap vanwege Israëls trouwbreuk (Ex. 32). Ter bemoediging om voort te gaan riep de Here Zijn Naam/‘shem’ voor Mozes uit. Voor dit indrukwekkende
gebeuren nodigde Hij Zijn bedroefde dienaar: “…er is ‘maqom’/plaats bij Mij, stel je op de rots.” (Ex. 33:21). Troostvolle, versterkende woorden die Mozes’ dieptepunt tot hoogtepunt in zijn bediening maakten! Altijd klinkt deze nodiging: “…Er is ‘maqom’/plaats bij Mij…”


Ga op de Rots staan! “… de Rots is Christus” (1 Kor. 10:4c).