Messiaanse profetie in de Psalmen (1)

Gert van de Weerd • 85 - 2009 • Uitgave: 18
Met de Psalmen richt God zich niet op traditionele wijze tot ons. Het zijn zangers en dichters die door Gods Geest gedreven profeteren. De Psalmen zijn geliefd. Ze woelen diepe emoties los en zijn velen tot troost. Ze vertolken de diepste gevoelens van de gelovige en reiken ons woorden aan die we zelf niet bij machte zijn uit te spreken. Psalmen klinken de wereld rond in kerk, kathedraal en besloten kring en vormen zo het levensbloed van de Gemeente van Christus (‘U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont’, Ps. 22:4).
De Psalmen zijn echter meer dan alleen maar ‘liederen van de kerk’. Vele vormen een venster op de Eindtijd. Want ook de psalmdichters zijn ten diepste gericht op de voltooiing van de tijd (Ef. 1:8b-10), als Gods raadsplan met de wereld in al zijn grootsheid werkelijkheid wordt. In de komende artikelen wil ik u meenemen op een ontdekkingstocht door de Psalmen en proberen u iets van die geweldige vergezichten te laten zien, die God ons openbaart.

De Koning komt
Als er in voorbije tijden een nieuwe koning of koningin werd gekroond, dan werd dit moment luister bijgezet door het uitspreken van een troonrede. Daarin ontvouwde de vorst zijn plannen voor de toekomst en bevestigde zo zijn autoriteit. Tegenwoordig wordt de troonrede uitgesproken in september en daarin worden in grote trekken de plannen van de regering voor het komende jaar ontvouwd.
Gelovigen kijken uit naar de wederkomst van Jezus Christus. Zijn komst is onderdeel van een reeks gebeurtenissen die het aanzicht van de aarde zal veranderen. Die periode begint met de Opname van de Gemeente en wordt afgesloten met Zijn kroning in Jeruzalem. Dat moment ligt nog in de toekomst. Toch ligt de wederkomst van Christus vast. Daarom heeft God de troonrede al geschreven en in de Bijbel laten opnemen. Wij kunnen die nu al inkijken! (‘Ik kondig jullie nieuwe dingen aan, nog voor ze ontkiemen zal ik ze openbaren’, Jes. 42:9). We vinden die rede in Psalm 2.
(In dichterlijke boeken, zoals de Psalmen, nemen vertalers nogal veel vrijheid bij het vertalen. Daar waar het nodig is wijken we daarom af van de NBV-vertaling. Ook gebruiken we in Psalm 2 het woord Jahweh, in plaats van HERE)

Psalm 2:1-6
1 Waarom komen de volken in opstand en zinnen de naties op zinloze plannen? 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen Jahweh en zijn Messias: 3 Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ 4 Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. 5 Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: 6 ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’

De Troonrede van Jezus Christus
Psalm 2 brengt ons naar de Eindtijd; aan het einde van de Grote Verdrukking (Dan. 12:1). In die vreselijke periode zal de aarde tot chaos vervallen en vindt de laatste grote confrontatie tussen God en satan plaats: ‘Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed voordat de grote, stralende dag van de Heer komt’ (Joël 3:3-4 (NBV: 2:30-31); Hand. 2:18-20). Voorgaande profetie wordt vervuld nadat de Gemeente van Christus is opgenomen in de hemel. Daarmee is ´hij die weerhoudt´ (2Tess. 2:7) van de aarde verdwenen en valt de laatste invloed ten goede weg. De volkeren zullen zich dan massaal tegen God keren en tegen iedereen die Hem nog dient. Zij zullen zich onder de antichrist verenigen en optrekken om Israël van de kaart te vegen (Ez. 38:15-16). Maar, Petrus spreekt ook van een stralende dag van de Heer. Want als de nood het hoogst is, komt Jezus terug (Zach. 14:4) om Zijn koningschap over de wereld op te eisen (Ps. 2:6).
De komst van Jezus wordt bevolen door Zijn Vader (Hand. 1:7). De volken van de wereld gaan dus recht tegen het gezag van de Allerhoogste in. Zo tergen zij God en dat blijft niet ongestraft. Hij ontbrandt in verterende woede (Ps. 2:5) en die doet de aarde beven (‘Men zal wegkruipen in spelonken en in de rotsen en holen in de grond uit angst voor de HEER, voor de luister van zijn grootsheid, als Hij opstaat om de aarde van ontzetting te laten beven’, Jes. 2:19).
Niets kan Gods plan verijdelen. De beloofde Messias, Jezus Christus, zal tot koning gezalfd worden in Jeruzalem (‘De geest van GOD, de Heer, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd’, Jes. 61:1). Naast de Messias worden geen andere heersers meer geduld, zoals nu nog het geval is. Dat betekent dat er een einde komt aan de macht van de antichrist en dat satan wordt gebonden (Opb. 20:1-3).

Psalm 2:7-12
7 Ik zal de proclamatie van Jahweh afkondigen! Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt. 8 Vraag het nú aan mij, dan zal Ik de volken in bezit geven, de einden der aarde in eigendom. 9 Jij kunt ze regeren met een ijzeren staf, ze stukslaan als een aarden pot.’ 10 Daarom, koningen, wees verstandig, wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. 11 Onderwerp u, toon Jahweh uw ontzag, breng hem bevend uw hulde. 12 Bewijs eer aan zijn zoon met een kus, anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij hem.

Met voorgaande proclamatie geeft Jezus Christus Zijn geloofsbrieven af. Hij is de zoon van de Allerhoogste; de beloofde Messias, door Hem verwekt. De proclamatie van Jahweh bevat ook een opdracht. Jezus wordt gelast om Zijn nalatenschap op te eisen. Dat betreft allereerst Zijn koningschap over Israël (Micha 5:1); maar ook de heerschappij over de gehele wereld. Met Psalm 2:9 wordt onbeperkte macht in de hand van Jezus gelegd. Die macht zal Hij ook uitoefenen, want al Zijn vijanden zullen worden uitgeroeid (Micha 5:8). Zo komt er een einde aan de rebellie tegen God. De heersers van deze aarde worden ten val gebracht; Jezus Christus overwint! (Micha 5:5)

Jezus wordt met goddelijke macht bekleed. Uit naam van Zijn Vader gebiedt Hij de onderwerping van de opstandige volken (Ps. 2:10-11). De toon is dreigend, echter alleen voor Zijn vijanden. Wie zich onderwerpt, kan bij Hem schuilen en daarmee biedt de Messias geluk, vrede en gerechtigheid, zoals die in het komende Messiaanse (duizendjarig) Rijk werkelijkheid zal worden (Jes. 9:6). Dan zullen alle volken van de aarde Jezus Christus erkennen als hun Koning en Hem eer bewijzen: ‘Toen werd hem heerschappij gegeven, pracht en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde’ (Jes. 2:3-4; Zach. 8:20-23; Dan. 7:14).

Als de macht van de antichrist/satan gebroken is, gaat het aangename jaar des Heren beginnen (Luc. 4:19). Dat is het Messiaanse vrederijk onder koning Jezus. Jesaja 9:7 zegt daarover: ‘Groot is zijn heerschappij, aan de vrede (sjalom) zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid.’ Die slalom zal zich zelfs uitstrekken tot de natuur: ‘Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden’ (Jes. 11:6).

Gert A. van de Weerd