Metamorfose

Roeland Klein Haneveld • 81 - 2005/06 • Uitgave: 16
Metamorfose



‘t Lijkt vandaag de dag helemaal in – de metamorfose. Je huis of je lijf – er valt een heleboel te veranderen. Of elke verandering ook een verbetering is, zal wel een kwestie van smaak zijn.

Met of zonder professionele hulp worden hele huiskamers op hun kop gezet. Muren worden gesloopt of juist geplaatst. Alles verschiet van kleur. Tot en met de bewoners als die aan het eind van de dag of nog een dag later, weer terugkeren in hun eigen niet meer zo vertrouwde huis.

Maar ook je lijf kan onder handen genomen worden. Een ander kapsel, een nieuwe stijl van kleden – het zijn details die aangepast worden. Ook je gezicht kan gelift worden; de plastisch chirurg kan je neus, oren, lippen, wangen en elk ander lichaamsdeel onder handen nemen en aanpassen aan de eis der tijd.

Maar bij alle veranderingen blijf je natuurlijk wel gewoon je eigen zelf…

De aarde wacht ook op een metamorfose. Veel ingrijpender dan die wijzelf zo hier en daar teweeg brengen. Want niet alleen de uiterlijke verschijning zal veranderen. Vooral het innerlijke der dingen zal veranderen, omdat de aarde en al wat erop is, door de zonde aangetast en bedorven is.



De Dag des Heren

De Bijbel doorlezend, stuiten we op een begrip, waarin alle fasen van deze verandering worden samengevat. Het zal gebeuren op de ‘Dag des Heren’. De uitdrukking ‘dag des Heren’ komt op een paar manieren voor in de Bijbel 1, maar nooit nodigen de teksten uit om uit te kijken naar deze dag. Er is sprake van oorlog – de legers van Nebukadnessar trekken op naar Jeruzalem om Gods oordeel over Juda en Jeruzalem te voltrekken 2. In andere teksten wordt het oordeel over en de ondergang van de Babyloniërs in verband gebracht met deze dag 3. En weer een andere tekst omschrijft die dag als ‘het uur der volken’, waarin “Nebukadnessar” Gods oordeel brengt over het land Egypte en de bevolking uitroeit 4. Het is ook een dag, waarop de Heer voor Israël strijdt 5.

Maar wie de teksten leest, kan er niet omheen – wat aangekondigd wordt is veel grootser, indrukwekkender en vreselijker dan alle rampspoed die er in de tijd van de profeten of kort daarna heeft plaatsgevonden. Een deel van die profetieën is zelfs nog niet eens uitgekomen, zoals de inname van Egypte door Nebukadnessar. Deze profetieën lijken een dubbele laag te hebben: ze kondigen gebeurtenissen dichtbij aan, maar gelijkertijd gebeurtenissen ver weg in de toekomst.

Dat blijkt wel, als aan het einde van het Oude Testament die dag van de Heer nog een keer wordt aangekondigd, met als “voorafje” de komst van Elia 6. En in het Nieuwe Testament komt de uitdrukking voor als een aanduiding van de periode waarin ook de Heer Jezus zal terug komen 7.



De eerste fase

De ‘dag des Heren’ wordt in huiveringwekkende beelden geschilderd: een dag van duisternis en vuurgloed. Het is een dag van oordelen. Het begin of voorspel van deze periode wordt gekenmerkt door zware verdrukkingen voor met name het volk Israël dat, net als in het verleden, een speelbal der volkeren lijkt. Maar die verdrukkingen maken deel uit van Gods oordeel over zijn eigen volk, dat zich zo weinig aan Gods woorden gelegen laat liggen.

Maar het oordeel komt ook over de volken die zich aan Israël vergrijpen. In het Oude Testament blijkt, dat God de volkeren wil gebruiken om zijn eigen volk zo te slaan, dat ze zich tot Hem wenden om hulp. Zo was het in de dagen van de Richteren, zo wilde God het ook in de dagen van Nebukadnessar.

Maar dan gebeurt er iets bijzonders: de Chaldeeën maken zich schuldig door “verder te trekken” 8, verder te gaan dan het hun door God gegeven mandaat. Het was hun taak te tuchtigen, maar zij wilden verslinden, vernietigen. Zo riepen zij Gods oordeel over zich af.

Zo zal het ook zijn op “de dag des Heren”. De Heer maakt Zich dan op om, naar zijn belofte, zijn schepping te reinigen van alle zonde. Satan, de auteur van de zonde, wordt uit de hemel geworpen. Hij keert zich tegen allen op aarde die naar de naam van de Heer genoemd zijn.

Israël staat bloot aan groot gevaar. Volkeren verzamelen zich tegen haar. God laat het toe opdat zijn volk, dat op uitzonderingen na, de Messias tot op de dag van vandaag afwijst, tot Hem zal roepen om hulp. Maar de volken zijn niet uit op de bekering en het herstel van Israël. De koning die zij over zich hebben aangesteld is, geïnspireerd door de boze, uit op de vernietiging van Israël.

Dan zal echter de Heer Zelf ingrijpen. Hij brengt de volken die ten tijde van die laatste opstand leven, voor de troon van Zijn heerlijkheid en oordeelt hen op grond van hun houding jegens Zijn broeders 9.

Dat is het begin van Gods Koninkrijk op aarde; het begin van de ‘dag des Heren’, de eerste fase van de metamorfose.



De tweede fase

De dag des Heren kent ook een tweede fase. Op die dag zullen ook de hemelen door vuur gaan, terwijl alle werken die op aarde verricht zijn, aan het licht zullen komen 10. Als we Openbaring goed lezen, verloopt er tussen de eerste en de tweede fase een periode van 1000 jaren 11. Gedurende de 1000 jaren zijn er weer mensen die, net als wij, als zondaren geboren worden. Zij leven onder heerschappij van de Koning en hebben geen last van verleidingen door de boze. Maar als die een moment wordt losgelaten, is direct duidelijk, wie de Koning van harte dienen en wie niet. Satan vindt nog aanhang! Het kwaad is nog niet uitgeroeid. Maar in deze tweede fase wordt het kwaad met wortel en tak uitgebannen. Tot in de kleinste delen, de elementen, vindt er een zuivering plaats en er komt een totaal vernieuwde, gereinigde aarde te voorschijn. De metamorfose is compleet en de dag des Heren is ten einde en de ‘dag Gods’ breekt aan. Dan is er geen zonde of dood, dan zijn er geen tranen of moeiten meer. Dan is alles en iedereen van God vervuld.



Verlang er niet naar!

De Bijbel maant ons niet om naar de dag des Heren te verlangen. Wee hun, die naar deze dag van duisternis verlangen 12! Als christenen zouden we kunnen zeggen: “Laat de Heer maar gauw terug komen”. Immers, voor de toorn van God wordt uitgegoten op aarde, zullen we weggenomen worden en het heil ontvangen 13. Zoiets als: “Na ons de zondvloed”. Misschien dat bij sommigen zelfs leedvermaak meespeelt: eindelijk gerechtigheid voor degenen die ons om ons geloof minachten.

Maar is dat de houding van de Heer? Hij verlangt ernaar om spoedig te komen en al zijn beloften aan ons te vervullen. Hij heeft het ook beloofd: “Ik kom spoedig”. Maar toch bedwingt Hij Zich en stelt Hij dat moment nog steeds uit. Want er zijn nog steeds mogelijkheden om mensen te redden 14!

Zou het niet onze eer zijn, te lijken op onze Heer? Dan wordt het verlangen naar onze heerlijke toekomst ondergeschikt aan het verlangen naar en onze inspanningen voor de redding van zondaren. Ik bedoel niet, dat we meer evangelisatieacties moeten houden. Dat is ook goed, maar nog mooier is het, als de mensen om ons heen ervaren dat we hen liefhebben. Omdat Jezus van hen houdt!



Roeland Klein Haneveld



1 De aanduiding van de sabbat als “dag des Heren” in Jesaja 58:13 in de NBG51 vertaling is een buitenbeentje. In de grondtekst wordt een andere uitdrukking gebruikt dan in de overige teksten waar sprake is van de “dag des Heren”. Andere vertalingen hebben dat ook in de vertaling tot uitdrukking laten komen.

2 Sefanja 1:15

3 Jesaja 13:9; vgl. Obadja 1:15

4 Ezechiël 30:3

5 Ezechiël 13:5

6 Maleachi 4:5

7 Alleen in Openbaring 1 is niet helemaal duidelijk wat de Bijbelschrijver bedoelde: de sabbat, of de zondag, zoals een aantal uitleggers beweert, of die toekomstige periode, die Joden en christenen verwachten.

8 Habakuk 1:11

9 Mattheüs 25:31-40

10 2 Petrus 3:10.

11 Openbaring 20:7vv

12 Amos 5:13

13 1 Thessalonicenzen 5:9

14 Openbaring 22:12; 2 Petrus 3:9