METSUDA – Zekere Schuilplaats

dr. Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 12
Ons kernwoord voert ditmaal naar een onherbergzame streek in Israël, woestijnachtig gebied en eenzame rotsachtige omgeving. Een omgeving waar men sterk behoefte aan geborgenheid ervaart en beseft dat een veilige verblijfplaats onmisbaar is. Een omgeving van dreigende gevaren, waar je als klein, nietig mens ondervindt hoe zeer men een zekere, rustige schuilplaats nodig heeft.

Zo’n veilige en zekere plek te midden van een berg- en rotsachtig
gebied wordt in de Hebreeuwse taal aangeduid als ‘metsuda’ (uitspraak: metsoeda), een begrip dat vertaald kan worden met ‘sterke berghoogte’. ‘Metsuda’ is nauw verwant aan het woord ‘metsad’ dat dezelfde grondbetekenis heeft. ‘Metsuda’ en ‘metsad’
betekenen ook: (berg)vesting, burcht, bergpaleis, schuilplaats, sterkte, toevluchtsoord, sterke plaats, vaste hoogte. Beide woorden
duiden op een plaats die hoog in de rotsen ligt als een onneembare
vesting, veilig voor gevaar. Kortom: een zekere en vaste schuilplaats.

Iemand die de behoefte aan een ‘metsuda’/veilige schuilplaats ten diepste heeft ervaren was David. Hij moest ondervinden hoe klein een mens in grote nood is. Maar hij mocht ook ervaren hoe sterk de almachtige God Zich dan aan een hulpbehoevende betoont.

David verbleef in de ‘metsuda’/bergvesting toen Saul hem naar het leven stond en opjaagde als een dier (1 Sam. 22:4; 24:23). Daar, in die ‘metsuda’ zal hij hebben geleerd wat hij later als koning
in zijn danklied uitjubelt: “De Here is mijn steenrots en mijn ‘metsuda’/sterke vesting/veilige schuilplaats en mijn Redder…” (2 Sam. 22:2). David riep in zijn nood de Here aan en vond in en bij Hem zijn ‘metsuda’/toevluchtsoord. Het geborgen zijn in God is wat David in zijn – door de Heilige Geest geïnspireerde – Psalmen
bezingt: “De Here is mijn ‘metsuda’/hoge sterkte…” (Ps. 18:3). David leerde schuilen in de Here en die les komt vooral in de Psalmen tot ons: “Here, bij U schuil ik…wees mij tot een huis van ‘metsuda/veilige schuilplaats om mij te verlossen. Want U bent mijn steenrots en mijn ‘Metsuda/vaste woonplaats’…” (Ps. 31:2-4).

In Israëls geschiedenis werd één ‘metsuda’ zeer bekend: ‘Massada’,
de indrukwekkende bergvesting in de Judese woestijn. Vanuit deze ‘metsuda’ boden dappere Joden hun laatste verzet tegen de Romeinen. Meer dan ooit heeft Israël nu een ‘metsuda’ nodig als veilige Schuilplaats te midden van alle vijandigheden.

Maar wie heeft geen ‘metsuda’ nodig? Geen mens kan zonder de veilige ‘Metsuda’/schuilplaats die de Here God biedt.
Zijn ‘metsuda’/vaste plaats is niet inneembaar zoals die van mensen (Jer. 48:41; 51:30). ’Een ‘metsuda’/vaste woonplaats voor het eeuwige leven is ons zekere erfdeel, door het geloof in de Here Jezus Christus. Neem in geloof de toevlucht tot Hem. Dit geldt niet alleen de toekomst, maar ook voor onze strijd hier en nu: “Ik zal tot de Here zeggen: …mijn ‘Metsuda/burcht, mijn God…’ (Ps. 91:2).