Mijn ogen hebben uw heil gezien (gedicht)

Ronald Koops • 81 - 2005/06 • Uitgave: 20/21
Mijn ogen hebben uw heil gezien



daar staat hij, oud en verschrompeld

groeven in het gezicht, de rug gekromd

rechtvaardig, vroom en vol verwachting

uitziend naar de volle vertroosting

en naar het heil dat eens zou komen

maar het duurde lang, zo lang



daar staat hij, de stokoude Simeon

verzadigd van het leven, vervuld met de Geest

hij zou niet ontslapen, voor hij het heil

met z’n eigen oude ogen zou zien

hij zou niet sterven, voor hij de vertroosting

met z’n eigen verzwakte handen zou vasthouden



daar staat hij, in de tempel, het huis van God

de bejaarde handen trillen en de ogen tranen

als hij het kind van licht in de armen sluit

de oude van dage draagt de belichaming van vrede en hoop

de Vredevorst, het is een kind

Gods Zoon wordt door een sterfelijke gedragen



het duurde lang, maar nu kan hij gaan in vrede

zijn ogen hebben Gods heil gezien

bereid voor het aangezicht van alle volken:

licht tot openbaring voor de heidenen

en heerlijkheid voor het volk Israël

het duurde zo lang, zo lang



eens zullen wij Gods heerlijkheid aanschouwen

dan zullen de natiën voor Hem staan

de ogen zullen knipperen in het licht van Zijn heerlijkheid

geloven wordt zien, zien wordt aanbidding

eens zullen ook wij zeggen met een zucht van ontroering

mijn ogen hebben uw heil gezien



Ronald Koops - naar Lucas 2:29