Muziek en zang in de Bijbel (3)

Gieneke van Veen-Vrolijk • 83 - 2007 • Uitgave: 9/10
Muziek en de Bijbel (3)

De tempelmuziek in de tijd van Christus




In de Evangeliën lezen wij dat de Here Jezus de tempel bezocht, maar wat weten wij over de eredienst en lofprijzing uit Zijn tijd? Over Davids tempelmuziek weten wij iets dankzij de Bijbelse gegevens hierover. En over de muziek in de herbouwde tweede tempel vinden wij enige informatie in de Bijbelboeken Ezra en Nehemia. Maar hoe klonk de tempelmuziek in de tijd van de Here Jezus?



Oorsprong

De tempelmuziek in de tijd van de Here Jezus is gebaseerd òp en voortgekomen uit de muziek van de tweede, na de ballingschap herbouwde tempel, waar de Levitische musici optraden. Deze Levieten waren oorspronkelijk aangesteld door David (1Kron. 6; 15; 16; 25; 29; 2Kron. 35:15). Als eerste leiders van de musici waren Asaf, Heman en Jeduthun aangesteld (1Kron. 25:1) en sindsdien waren de Levitische zangers en musici verantwoordelijk voor de uitvoering van de muziek in de eerste tempel (vgl. 1Kron. 23:32b).

Dat de nakomelingen van deze musici de zware tijd van de Babylonische ballingschap hebben doorstaan, blijkt uit de namenlijst van de ballingen die met Zerubbabel terugkeerden naar Jeruzalem, waaronder ‘128 zangers, kinderen van Asaf’ en ‘200 zangers en zangeressen’ voorkomen (Ezra 2:41, 65). Deze mensen hadden een duidelijke plaats in de wederopbouw van de na-ballingschap gemeenschap en hielpen vooral bij het herstel van het geestelijke leven en de tempeldienst. De nakomelingen van Asaf hadden hun muzikale participatie in de plechtigheid van het leggen van het fundament van de tweede tempel: zij lieten hun cimbalen horen en zongen bij beurtzang en leidden zo de lofprijzing van het volk: “…En zij zongen bij beurte… om de HERE te loven en te danken dat Hij goed is…” (Ezra 3:10, 11). Kern en inhoud van deze Bijbelse lofprijzing is duidelijk verwoord; centraal stond hier het vermelden van Gods goedheid, genade en trouw.

De wijze van musiceren in het prille begin van de tijd van de herbouwde tweede tempel komt ook treffend naar voren in de beschrijving van de twee dankkoren die optraden bij de inwijding van Jeruzalems herstelde muur (Neh. 12:27-43). Onder leiding van Levieten was hun grote taak “…te prijzen en te danken, naar het gebod van David, de man Gods… ” (vers 24).

Een bijzondere opdracht waar wij veel van kunnen leren, ook nu!



Onze informatiebronnen

Van de latere tijd van de tweede tempel periode is informatie over de tempelmuziek bekend uit de beschikbare literaire bronnen: Josephus, Philo, documenten van de Joodse Qumran-gemeenschap (bij de Dode Zee) en vooral rabbijnse bronnen als de Mishnah, Talmud en Midrash. De Mishnah is een verzameling rabbijnse overleveringen, afgesloten in de 2e eeuw AD, en omvat - voor ons thema belangrijk - materiaal uit de vroegere pre-rabbijnse tijd. De Talmud is afgesloten medio 5e eeuw AD, maar ook hierin vinden wij materiaal en informatie uit de tijd van de Here Jezus. In de Mishnah komt veel informatie over tempelmuziek voor die gebaseerd is op verslagen en berichtgevingen van ooggetuigen. Deze gegevens bieden informatie die vaak zeer nauwkeurig is. Een voorbeeld hiervan is de beschrijving van het dagelijkse ochtendoffer zoals beschreven in het traktaat Tamid. Ook wordt hier de exacte vermelding van het aantal instrumenten van het tempelorkest genoemd.

In deze beschrijvingen komt ook de persoon van de tempelmusicus naar voren en op grond van de geboden gegevens zijn wij in staat een beeld van hem en zijn bediening te vormen. Zo lezen wij over een zekere Hogras ben Levi, leider van de zangers, die niet bereid was om zijn eigen virtuoos-techniek te onderwijzen aan anderen. Dit werd zeker niet gezien als handelen naar de Bijbelse opdracht om anderen te dienen met de door God ontvangen gaven.

De tempelmusici traden op met gezang en snarenspel. Zij werden veelal aangeduid als meshorerim (= zangers), zoals dat al bij Ezra en Nehemia het geval was. De tempelmusici worden in de Mishnah, evenals in het Oude Testament, aangeduid als Levieten. Hun hoofdtaak bestond uit zingen, waarbij het bespelen van een instrument voornamelijk bedoeld was als begeleiding.



Muziekinstrumenten

Van de instrumenten genoemd in de Bijbel komen alleen de eigenlijke tempelinstrumenten terug in de latere tempelmuziek: kinnor (= harp), nebel (= luit), tsiltsal en metsiltayim (= cimbaal), chatsotsera (= trompet) en de shofar (= ramshoorn); dit woord ‘shofar’ kan het beste onvertaald gebruikt worden om verwarring met het blaasintrument ‘hoorn’ te voorkomen. De tsiltsal (en metsiltayim) was een slaginstrument bestaande uit twee koperen platen: “De zangers… lieten zich horen met koperen cimbalen.” (vgl. 1Kron. 15:19). De tsiltsal werd bespeeld door de ene plaat tegen de andere te slaan. Hiermee werd het signaal gegeven dat het zingen kon aanvangen. Nebel en kinnor waren beiden een snareninstrument. Volgens Josephus’ beschrijving (Joodse Oudheden 7. 12, 3) had de nebel (nabla) twaalf en de kinnor (kinúra) tien snaren. De blaasinstrumenten trompet en ramshoorn hadden een speciale functie.



Voornoemde instrumenten vormden samen een gevarieerd tempelorkest en uit de bronnen weten wij dat de musici met grote eerbied speelden. Deze indrukwekkende muziek heeft onze Heiland gehoord! Met deze tempelmuziek heeft Hij ook meegezongen…

De Bijbelse en buitenbijbelse gegevens leren ons dat deze tempelmuziek boven alles gericht was op het begeleiden van de zang ter ere van God. Immers, de mond werd gezien als het voornaamste instrument om de Here te loven. Dat geldt onverminderd ook ons. Dat leren vooral de Psalmen ons. Dagelijks mogen wij met hart, ziel en mond Hem onze dankhulde en lofprijzing brengen.

”Looft de HERE want Hij is goed…” (Ps. 136:1)



Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk