Nehemia (2) - De bedreigde bouwer

ds. J.H. Velema • 80 - 2004/05 • Uitgave: 2
Nehemia (2)

De bedreigde bouwer




Onder leiding van Nehemia wordt een geweldige bouwactiviteit ontplooid,zoals u kunt lezen in Neh.3. Hij moet zowel een goede organisator als een krachtige persoonlijkheid zijn geweest, die wist wat hij wilde en die zoveel geestkracht uitstraalde dat mensen er door actief werden gemaakt. De hogepriester Eljasib gaat voorop. De priesters kunnen niet achterblijven grijpen in plaats van naar het offermes, naar hamer en troffel. Nehemia heeft alles goed geordend – perceel na perceel. De rijken vinden het werk te min (3:5b) – er is nog niets veranderd! – maar de goudsmeden doen ook mee (3:31). Er was grote werklust (4:6b).

Toch gaat de bouw niet zonder tegenslag en tegenwerking. Het is goed er kennis van te nemen. Er is in dat opzicht ook geen nieuws onder de zon!

Eerst wordt door Tobia het wapen van de spot gehanteerd. Het zal me een muur worden. Als er een vosje tegen aanloopt ligt de muur weer tegen de vlakte (4:2 en 3). Maar Nehemia hanteert het wapen van het gebed. Het zijn niet zijn,maar Gods vijanden (4:4) en daarom bidt hij om hun ondergang.

Als de vijanden zien dat het werk voorspoedig vordert sluiten ze een vijandige coalitie. Een nieuwe bedreiging. Het kwaad over Jeruzalem is ten volle besloten. Maar wij baden tot onze God en zetten wachtposten uit (4:9). Nehemia onderkent het gevaar. Geloofskracht en leiderschap combineert hij, ook nu. Vrees niet, is zijn boodschap. We hebben een grote, machtige God, Die u terzijde staat. En strijdt voor uw broeders – een gemeenschappelijke strijd voor Gods naam en zaak.

De vijanden blazen de aftocht. God had hun raad teniet gemaakt. Het werk kan weer hervat worden. Maar Nehemia denkt niet: nu zal het zonder meer goed gaan. Werkzaamheid paart hij aan grote waakzaamheid. Troffel en zwaard zijn de uitrusting van de bouwers, die dag en nacht in de kleren zijn. God zal voor ons strijden (4:20).

Maar de bedreiging van binnenuit is nog niet voorbij. Er zijn interne spanningen van sociale aard. Er is een onderdrukte volksklasse, die uitgebuit word door beter gesitueerden. Samen bouwen? Maar dan moet eendracht blijken. Krachtig en klemmend klinken de klachten. Krasse maatregelen neemt Nehamia – hij is politicus, bouwer, maatschappelijk hervormer, maar boven alles geestelijk leider. Zoudt ge niet wandelen in de vreze van onze God? De voorstellen, die hij doet, vinden weerklank. Amen, antwoordt het volk (5:13).

En lees dan in Nehemia’s kas – en dagboek (5:14-18) hij is er financieel werkelijk niet beter van geworden. Motief? Uit de vreze voor God. Het levende geloof is van betekenis voor alle verhoudingen – niet het minst voor de vraag: hoe ga je met je geld om? Treffend is het ootmoedig gebed waarmee deze geschiedenis wordt besloten (5:19). Maar dan komt de grootste bedreiging voor deze energieke bouwer. De vijanden zitten niet stil. Ze willen deze leidsman uit de weg ruimen op slinkse manier. Ze willen met hem praten buiten Jeruzalem. Maar Nehemia weigert. Hij heeft een groot werk te doen (6:1-3).

Vier keer krijgt hij de uitnodiging en even zo vaak weigert hij. De vijfde poging is een open brief van Sanballat. Weet wat boven uw hoofd hangt. Er wordt van u verteld dat u een opstand tegen de koning voorbereidt. Maar Nehemia antwoordt: allemaal leugentaal – uit uw duim gezogen (6:8) tegelijk zendt hij een schietgebed op: sterk mijn handen – recht uit zijn hart en recht op het hart van God gericht.

Maar satan geeft het niet op. Er is contact tussen Nehemia en Semaja, een profeet, die hem blijkbaar heeft uitgenodigd. De profeet laat weten: er wordt een moordaanslag tegen u beraamd. Laten we samen asiel zoeken in de tempel. Maar Nehemia doorziet de profeet. Zou ik vluchten? Semaja is een valse profeet en Nehemia onderscheidt de geesten. De duivel is nooit gevaarlijker dan wanneer hij komt als een engel des lichts. Heel opmerkelijk het gebed waarin hij de namen van meerdere vijanden noemt.

Wat is de bouwer bedreigd telkens weer. We zijn in de strijdende kerk en de vijanden zijn sterk. Maar God zorgt voor Zijn volk en Zijn werk ten diepste om Christus’ wil – bedreigd als niemand, maar ook overwinnaar als geen ander: de Paasvorst. Beef satan!



ds. J.H. Velema