Niet ik…?

Jef de Vriese • 81 - 2005/06 • Uitgave: 8/9
Niet ik…?



Onze eigen dwaasheid verderft ons leven en dan is ons hart boos op God (Spr. 19:3). Wij stellen Hem aansprakelijk, alsof Hij de oorzaak van onze verzoekingen is. Dat beweren wij niet altijd openlijk, maar eerder via een omweg. Wij verklaren onze zonde, door toedoen van “de vrouw die Gij aan mijn zijde gesteld hebt” en van “de slang heeft mij verleid” (Gen. 3:10-13).

Wij zijn niet boosaardig, maar zij maken ons kwaad. Wij zijn niet verslaafd, maar zij geven ons te weinig aandacht, waardoor wij met een innerlijke nood zitten die niet bevredigd kan worden. Wij hebben het niet gedaan. Het waren de anderen. Het was de duivel. De oorzaken zijn: onze omstandigheden, onze slechte opvoeding, het noodlot, alles behalve wijzelf.

Wij schuiven de verantwoordelijkheid op mensen, geestelijke wezens, omstandigheden en onze menselijke natuur, ons ziek lichaam, allen en alles door God geschapen. Waarom gaf Hij mij geen andere vrouw? Waarom heb ik die vervelende collega? Waarom heb ik last van seksuele drang? Het antwoord van de dwaas is dat God al die dingen gemaakt heeft, toelaat en er niets aan verandert. De eindverantwoordelijke voor mijn verzoeking is… God.

Laat echter niemand, als hij getest wordt, zeggen: Ik word door God verzocht (Jak. 1:13).



Drs. Jef De Vriese