Ogen - blik

ds. W.J. Mout • 79 - 2003/04 • Uitgave: 2
Nooit zal hij ze vergeten, die ogen!
Zijn leven lang zal die blik hem bijblijven.
Drie keer heeft Petrus gezegd, geroepen, gevloekt:
Ik ken die Jezus niet! Ik hoor niet bij Hem!
Dan draait Jezus zich om. Wat nu?
Wat zal Christus zeggen, doen?
Hé Petrus, wat doe jij hier?
Dan weet iedereen meteen dat ze het toch goed gezien hadden.
Dan heeft ontkennen geen zin meer.
Dan grijpen de soldaten hem en komt hij naast Jezus te staan.
Hij, Petrus, die bereid was met Christus in de gevangenis en in de dood te gaan…
Hij zal dan moeten tonen dat hij ook werkelijk bereid is.
Maar Jezus zegt niets, Hij kijkt Petrus aan.
Zijn ogen richten zich op Zijn discipel.
Geen priemende ogen. Geen blikken die doden kunnen.
Geen beschuldiging, geen verwijt.
Ogen vol verdriet kijken naar Petrus.
Ogen vol lijden. Ogen vol hartenpijn.
Jezus zag hem aan…
Een blik gevuld met barmhartigheid.
Met ontferming, met genade.
Een blik, recht uit het hart van Christus.
Gevuld met zoveel liefde…
Liefde voor Petrus, voor een zondaar als Petrus.
Petrus, ken je Mij niet?, lijken die ogen te vragen.
Ik kende jou, al voor jij mij ooit gezien had.
Toen ik je ontmoette zei ik, jij bent Simon,
je zult genoemd worden Cephas, Petrus.
Ik genas je schoonmoeder.
Ik greep je bij je hand, toen jij dreigde onder te gaan.
Ik stilde de storm, waarin jij dacht om te komen.
Ik vulde je boot met vis, Ik waste je voeten.
Ik heb voor je gebeden, dat je geloof niet ophoude.
Ik heb je geholpen, toen je Malchus' oor eraf hakte.
Ik ken jou wel Petrus, Ik heb je op het oog.
En Ik lijd aan wat Ik zie.
Lijd, aan jou, voor jou, in de plaats van jou!
Jezus kijkt naar Zijn discipel, die beweert Zijn discipel niet te zijn.
En Zijn ogen spreken… Petrus, dáárom sta Ik hier.
Omdat jij Mij niet kent.
Omdat jij wel veel zègt, maar er niet naar leeft.
Omdat er tussen jouw woorden en jouw daden zo'n wereld van verschil zit.
Omdat jij jezelf de eeuwige verlorenheid in wenst.
Omdat jij leugens verkoopt.
Omdat jij… omdat jij zondaar bent! Dáárom sta Ik hier.
Ze slaan Mij, Petrus, vanwege jou!
Ze spugen op Me, ze maken Me belachelijk.
Ze willen bloed zien, Mijn bloed. Ze willen Mijn dood…
Ik laat ze, Petrus. Ik laat ze, vanwege jou.
Laat Mij maar sterven. Het is de enige manier om jouw leven te redden!
Er is niets dat Ik liever wil, dan dat jij niet verloren gaat, maar het eeuwige leven zult hebben.
Niet die eeuwige dood, die jij jezelf wenst, wil Ik voor jou.
Ik wil voor jou leven, eeuwig leven. Daarom zoeken Mijn ogen jou.
En de Heere zag Petrus aan.
Petrus ziet de onschuld. De oprechtheid, eerlijkheid.
Ziet de bewogenheid van zijn Heere voor hem, zondig mens.
Ziet… liefde.
En diep dringt het tot zijn ziel door: deze liefde geldt ook mij!
Is er juist voor mij!
Dat leert iedereen die inziet: ik ben niet anders dan Petrus.
Hoe vaak heb ik al niet gezegd, of door mijn leven laten zien:
"Ik ken Jezus niet… Ik hoor niet bij Hem".
En de Heere ziet je aan, Zijn blik vol van ontfermende genade… voor jou.
Zijn ogen zeggen je: jij ziet Mij niet, voor jouw leven, maar ik zie jou wel!
Ik heb je lief. Zó lief, dat Ik voor jóu sterven wilde.
Wie die blik gezien heeft, die vergeet hem nooit, nooit meer.
Er is slechts een ogen - blik nodig om een ander mens van je te maken!
Jezus' ogen - blik!

Ds. W.J. Mout