`OL - Het juk in Oude en Nieuwe Testament

Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 22
Bepaalde begrippen, uitdrukkingen en beelden uit het Oude Testament zijn via joods gebruik ook in het Nieuwe Testament terecht gekomen. Soms met dezelfde betekenis, soms met enigszins andere strekking. Dit geldt ook voor het Hebreeuwse woord ‘`ol’ (uitspraak: ol), dat ‘juk’ betekent.

In het Oude Testament wordt ‘`ol’/juk overwegend gebruikt als beeld en uitdrukking voor last die mensen wordt opgelegd, onderwerping, verdrukking.
In 1 Koningen 12 en 2 Kronieken 10 komt het beeld ‘`ol’/juk voor in de onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van Israël en Rehabeam. Zij zeggen: “uw vader maakte ons ‘`ol’/juk zwaar/hard…” (vers 4) en vragen verlichting hiervan. Centraal staat hier ‘`ol’/juk als uitdrukking van de zware lasten die het volk drukten (vers 9). Rehabeam reageert echter negatief en kondigt verzwaring van zijn vaders ‘`ol'/juk aan (vers 14).

In de hoofdstukken 27 en 28 van Jeremia vinden wij ‘`ol’/juk als uitdrukking van de vreemde overheersing die Israël moest lijden. Het beeld van ‘`ol’/juk heeft hier een voorname plaats in Jeremia’s profetisch symbolische handelingen en optreden.

De Here God belooft Israël zegeningen wanneer zij Zijn Woorden bewaren (Lev. 26:3-13). Deze passage eindigt met het beeld van ‘`ol’/juk verbreken, dat God Zelf gebruikt om Israëls verlossing uit Egypte te verwoorden: “…Ik heb …uw juk verbroken…” (Lev. 26:13). Wij horen dit terug bij de profeet Ezechiël: “en zij zullen weten dat Ik de HERE ben … die hun juk verbreek…” (Ez. 34:27).

Een geheel ander gebruik van ‘`ol’/juk is wanneer dit beeld wordt gebruikt om de dienst van de Here God en de onderwerping aan Zijn Woord uit te drukken. Ook in die zin gebruikt Jeremia het beeld ‘`ol’/juk: “Het is goed voor de mens als hij het ‘`ol’/juk in zijn jeugd draagt.” (Klaagl 3:27). Wanneer de mens de Here niet wil dienen, tracht hij/zij Zijn ‘`ol’/juk van zich af te werpen. Jeremia ziet de kennis van de HERE als een ‘`ol’/juk dat niet zwaar is (Jer. 5:5) maar Israël had dit verworpen (verg. 2:20).

Overeenkomstig laatstgenoemd gebruik kreeg ‘`ol’/juk in het rabbijnse gebruik ten tijde van Jezus de bijzondere betekenis/uitdrukking van ‘onderwerping aan Gods wil’ en ‘gehoorzaamheid aan de Tora/Wet’. In Jezus’ tijd diende elke Jood trots te zijn op ‘het juk der Tora/Wet’, zo leerde men. Helaas maakten vele rabbijnse bepalingen/voorschriften dit juk zeer zwaar.
Nu horen wij Hem nodigen: “Komt allen tot Mij…Neemt Mijn ‘`ol’/juk op…” (Matt. 11:28-29). Hiermee bedoelde Hij: volkomen toewijding aan Hem en trouw aan Gods Woord. Jezus’ ‘`ol’/juk is niet makkelijk/licht omdat Hij ‘lichtere eisen’ stelt, maar omdat Zijn ‘`ol’/juk een discipel-relatie inhoudt - “Leer van Mij…”- met de Meester Die zelf zachtmoedig en nederig van hart is. (vgl. 2Kor. 10:1).
Elke dag van Zijn nederigheid leren is erkenning in/uit jezelf niet/s te vermogen. Die discipel-relatie geeft echte zielsrust!

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk