Onuitsprekelijke vreugde

ds. Oscar Lohuis • 86 - 2010 • Uitgave: 8
In Zijn goedheid en genade geeft de Here onze God ons vele, vele zegeningen. Het bekende lied zegt: ‘Tel je zegeningen, één voor één’. Het hangt niet zozeer af van je omstandigheden in je leven op dit moment, als wel van het oog er voor hebben. De Engelsen zeggen: “Beauty is in the eye of the beholder”, dat wil zeggen: “Schoonheid is in het oog van degene die ziet.” Ook zijn zegeningen zichtbaar voor degenen die ze zien. Je moet het gewoon zien en voor wie het kan zien zijn er elke dag heel veel zegeningen te tellen. Dat is mooi, want dan word je een dankbaar mens. En dankbare mensen zijn prettig om mee om te gaan.
Het belangrijkste is dat wij zicht krijgen op de Here Zelf. De grootste zegen die ons in het evangelie wordt aangeboden, is dat de Here Zichzelf aan ons geeft. John Piper heeft een boekje geschreven met als titel: God is het goede nieuws. Begrijpt u dat? Het goede nieuws is: God. Het mooiste dat er is, dat is Hij. Een christen is iemand die God in en door Jezus Christus zo heeft leren kennen, dat Hijzelf nu de hoofdreden is geworden van zijn of haar blijdschap.
Wat is de reden dat de christen werkelijk blij en dankbaar kan zijn? De reden is God. Het fundament van onze blijdschap is de heerlijkheid van God, die wij vooral zijn gaan zien door het leven, sterven en opstaan van Zijn Zoon, Jezus Christus. Het wonder dat in het leven van een christen is gebeurd, is dit: de bedekking is weggenomen: ‘Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere aanschouwen…’ (2 Korintiërs 3:18 HSV) Wij waren verblind: ‘…de god van deze wereld heeft de overleggingen van de goddelozen verblind’ (2 Korintiërs 4:6), zodat zij de heerlijkheid van Christus niet zien, zegt Paulus dan.
Een ongelovige is verblind. Waarvoor is hij blind? Voor de heerlijkheid van God en van Christus. De ongelovige ziet niet hoe heerlijk, zalig, prachtig, lieflijk, aantrekkelijk, prijzenswaardig, onvergelijkbaar groot en goed en liefdevol onze God is. Maar de gelovige? Voor hen geldt dit zalige vers: ‘Want die God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis van de heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus’ (2 Korintiërs 4:6)
Dit is één van de meest belangrijke en blij makende verzen uit de hele Bijbel. Ik vraag u de komende tijd eens wat langer bij dit vers stil te staan. Schrijf het op een papiertje en plak het op uw bureau, koelkast of op het dashboard van uw auto. Dit is ons allergrootste voorrecht: Dat wij mogen zien wie de Here is. Dat is pure genade, want wij waren daar volkomen blind voor. Wij konden onszelf niet van die blindheid genezen, maar dat heeft God voor ons en aan ons gedaan. Bovendien hadden wij er helemaal geen recht meer op om van Gods heerlijkheid te mogen genieten. Wij hadden ons immers van Hem afgekeerd, waren Zijn vijanden geworden, moesten Hem niet en hebben Hem uit ons leven geweerd op allerlei manieren. Wij hebben Hem links laten liggen en Hem de rug toegekeerd.
Maar desalniettemin heeft God ons getrokken met koorden van liefde. Hij had ons, Zijn vijanden lief en het heeft Hem behaagd om ons toch weer te winnen voor Hemzelf. Dat is nog eens liefde. Zijn genade betekent dat Hij ons het recht geeft om toch nog van Hemzelf te mogen genieten, ondanks dat wij Hem als een stuk vuil hebben behandeld. Wat was onze zonde groot. Maar nu gedenkt Hij die niet meer, heeft Hij ons genezen van al die dwaasheid en nu zeggen wij: ‘Dank U Heer, voor Uzelf!’ Wat een wonder dat God toch nog, in Zijn Zoon, Zichzelf aan ons geeft. Het gaat alles om Hem, om Hem alleen. Het leven van een christen wordt hierdoor gedefinieerd: Gelukkig zijn in Hem, gelukkig zijn met Hem. Hoe gelukkiger wij zijn met Hem, hoe meer Hij door ons leven wordt verheerlijkt en groot gemaakt. Het is niet tot eer van onze God als wij niet blij met Hem zijn. Het is het meest tot eer van God als wij dolgelukkig zijn met Hem. En daar is alle reden voor. Waarom? Om wie Hij is!
Zo vaak wordt er in de evangelieprediking vooral gesproken over andere zegeningen die God ons in Zijn genade schenkt. Er wordt veel gesproken over vergeving en dat is goed. Maar vergeving op zich, alleen vergeving, betekent niet zo veel. Waarom is het waardevol dat God ons wil vergeven? Omdat wij daardoor in het reine komen met Hem, weer toegang hebben tot Hem, weer van Hem kunnen genieten. Nu staat de zonde niet meer tussen ons en Hem in de weg. Maar begrijpt u dat het ook in de vergeving gaat om het weer terugvinden van de Here Zelf? Er wordt ook veel gesproken over de hemel. Zelfs niet-gelovige mensen spreken tegenwoordig makkelijk over de hemel.
Van Jan en alleman wordt gezegd dat zij naar de hemel zijn gegaan na het overlijden. Iedereen wil wel naar de hemel. Maar de hemel is geen fijne plek voor mensen die God niet liefhebben. Want in de hemel gaat niet om de gouden straten en de paarlen poorten, maar om de eeuwige God en om het Lam dat zit op de troon. J.C. Ryle heeft in een preek gezegd: “Je geeft Christus hier niet de eer? Je hebt geen gemeenschap met Hem? Je hebt Hem niet lief? Ach, wat moet je dan in de hemel? Dat is geen geschikte plaats voor je. De blijdschap daar is de jouwe helemaal niet. Het geluk daar is een geluk waarin jij je niet thuis voelt. Wat daar gedaan wordt, is vervelend en belastend voor je. O, kom tot berouw en bekeer je voordat het te laat is!” Het kan dus gevaarlijk zijn om vooral de goede gaven van God in de etalage te zetten en mensen daar op te wijzen, zonder dat wij mensen in de eerste plaats wijzen op de Here God Zelf. De oproep is deze: Kom tot HEM! Bekeer je tot HEM! Wie dat heeft gedaan kan zichzelf voor altijd gelukkig prijzen met HEM! Ik bid dat u, beste lezer, die onuitsprekelijke vreugde ook kent. De vreugde die er is omdat u Hem, Christus, hebt leren kennen.

ds. Oscar Lohuis