Onze weldoortimmerde huizen

John Hofman • 83 - 2007 • Uitgave: 20
Onze weldoortimmerde huizen



De profeet Haggai zegt in 1:4 heel scherp: ‘Is het voor u de tijd om in uw weldoortimmerde huizen te wonen, terwijl Mijn huis verwoest is?’ Verderop in vers 8 staat: ’Haalt hout in de bergen en bouw Mijn tempel zodat Ik verheerlijkt word.’



Als je Nederland doorreist, kom je op veel plaatsen mooie grote woningen tegen. Sommige mensen hebben zelfs een eigen boot. Er zijn gelovigen die het financieel goed hebben en zich veel kunnen veroorloven. Nu is het op zich geen zonde om in een mooi huis te wonen en plezierige dingen te doen met geld, maar de grote vraag is: hoe gaan we om met Gods huis, met Zijn Koninkrijk?



In de dagen van Haggai waren de Joden erg met zichzelf bezig en verwaarloosden ze God. De toestand van het land was desolaat. Het positieve was de belofte dat God opnieuw zou zegenen als de tempel zou worden herbouwd.

Ook nu leven we in een tijd dat er veel gaande is in ons land. Enkele voorbeelden: Schietpartijen op scholen, baby’s die in een warme auto worden achtergelaten door gehaaste moeders, met als voorlopig dieptepunt: De alom bekende en ‘vertrouwde’ Kankerbestrijding belegt geld in kankerverwekkende middelen, aldus een tv-uitzending van Zembla. De wereld op zijn kop. Te gek voor woorden.



Hoe staat het Lichaam van Christus ervoor? Is daar Gods Koninkrijk zichtbaar? Kan en mag Christus werkelijk als koning regeren? Als een Koning die het absoluut voor het zeggen heeft in onze carrière, onze bankrekening, onze levensstijl? In Handelingen lezen we dat er in de eerste gemeente dagelijks aandacht geschonken werd aan:

• het breken van het brood (Avondmaal);

• gemeenschap met elkaar;

• het onderwijs van de apostelen;

• het dienen van elkaar en het delen van bezittingen (niemand was behoeftig);

• het prijzen van God

en de Heer voegde dagelijks mensen toe. Hier zien we de blauwdruk van Gods Huis, Gods tempel.



Waar liggen onze prioriteiten? Vinden we onze welstand, ons comfort, onze theologie, onze eigen bediening, onze… belangrijker dan GODS HUIS?

Durven we uit onze comfortzone te stappen? Durven we onze zekerheden, onze doctrines, onze weldoortimmerde levensstijl in te ruilen voor een leven dat volkomen, maar dan ook volkomen, is toegewijd aan Zijn dienst, aan Zijn eer? Durven we uit onze boot te stappen en op water te lopen.



Zien we om naar onze naaste? Besteden we tijd aan een zieke buurvrouw, een oudere zuster die slecht ter been is, spreken we een broeder die geen vrienden heeft en in een hoekje eenzaam zijn koffie opdrinkt. Slaan we acht op de allochtone overbuurvrouw die hunkert naar contact, maar slecht Nederlands spreekt en geen contacten durft te leggen. Zijn we uit op dienen of willen we zelf bediend worden?



We maken vaak hoofdschuddend opmerkingen over de lage moraal van mensen, over wantoestanden in onze maatschappij. We vinden dat God moet ingrijpen, dat het anders moet, dat… Maar God wil eerst Zijn Lichaam op orde brengen, op de juiste plaats zetten, zodat het ook zijn, door God bedoelde, plaats kan innemen. Er is nog veel herstel nodig. Er is nog veel dat onvruchtbaar is.



Haggai spreekt over hout om te herbouwen. Het beste materiaal om ons leven, het Lichaam van Christus, Gods Huis, te herbouwen, is Gods Woord. We moeten Gods Woord als leidraad nemen. We moeten Gods Woord als dé norm in alle levenssituaties hanteren, net zoals Van Dale het ultieme antwoord is op alle taalkwesties. Als we uitvoering geven aan Gods Woord, dan zullen ook in ons land kerken en gemeenten naar het model van de eerste gemeente verrijzen. Zaak is om te handelen (vandaar de naam Handelingen) en zoals Jakobus het uitdrukt, daders te zijn van Gods Woord. Geloof zonder daden is namelijk dood.



Mag ik het met een voorbeeld verduidelijken? Ik denk aan huizen die er aan de buitenkant keurig uitzagen. Maar toen er een schroevendraaier in de kozijnen werd gestoken, vielen er gaten in. Er zijn levens die aan de buitenkant goed functioneren. In hun werk functioneren ze goed. Ze staan goed bekend bij hun familie, bij hun vrienden en kennissen. Ogenschijnlijk is alles dik voor elkaar. De binnenkant echter, het onzichtbare deel van hun persoonlijkheid, met name hun geestelijk leven, was vermolmd. Met de (geestelijke) schroevendraaier kon je er dwars doorheen steken. Hoe staat het met ons geestelijk huis?



Zijn we bezig met ons eigen huis, onze eigen ambities en prioriteiten, of bouwen we aan ons innerlijk huis, om een woonstede Gods in de Geest te worden. God nodigt een ieder uit, ja, Hij bazuint het als het ware uit: Bouw aan Mijn Huis. Zoek eerst Mijn Koninkrijk en al het andere krijg je bovendien.



John Hofman