Oogsten

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 2
Denk aan een boer. Om te oogsten heeft hij geduld nodig. Er gaat tijd overheen,
met verschillende regenperioden. Vruchten groeien niet op één dag. Hij investeert al zijn arbeid in een product dat pas aan het einde wordt geoogst. Hij weet dat zijn zweet de moeite waard is. Zijn hard labeur is niet voor niets. Hij is bereid deze inspanning te leveren omdat hij weet dat zijn leven er van afhangt.

Zonder die inspanning heeft hij geen levensonderhoud. De waarde van de oogst bepaalt de moeite die hij zich getroost. Hij komt niet in opstand tegen
de last van het werk, want hij weet dat de oogst alle inspanningen ruim zal compenseren, hoewel hij zelf niets kan garanderen. Hij is volkomen afhankelijk van de seizoenen. Maar als hij niet arbeidt,
staat het vast dat er geen vrucht zal zijn.


Dat geldt ook voor het geestelijke leven. Wie ongeduldig op beproeving reageert, zal uit zijn vlees verderf oogsten. Maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. Wij moeten dus niet moe worden goed te doen, ons niet laten overweldigen door ongeduld, ons niet laten beetnemen door spotters die zeggen dat Jezus toch niet zal komen (2 Petr. 3:3-4), want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten (Gal. 6:8-9). Net zoals God de regen belooft aan het volk dat hem gehoorzaamt (Deut. 11:14), belooft hij onze geloofsinspanning te zegenen. De God die regen geeft op zijn tijd, toont Zijn trouw door de kroon des levens te geven aan wie volharden (Jak. 1: 12).