Op zoek naar God

Joop Schotanus • 78 - 2002/03 • Uitgave: 23
Met zeer grote belangstelling is door velen de T.V. serie gevolgd van een naar God zoekende mevrouw Keijl. Ze mocht zelf ook nog enigszins de regie van het geheel mede in handen houden. Ondertussen zaten velen te kijken om te zien of en wanneer zij de regie van haar eigen leven uit handen zou geven. Veel van wat ze tegen kwam en waarmee ze geconfronteerd werd, was voor haar abracadabra. Het leek voor haar een totaal onbegrijpelijke wereld. Ze werd in bepaalde situaties binnengebracht, die nu eens verbijstering en verbazing wekte en dan weer haar tot tranen toe bewoog. De hele opzet zou er in eerste instantie toe moeten leiden, dat christenen enigszins acceptabel zouden kunnen worden en van daaruit ook hun evangelie. In het Engels heeft men daarvoor de uitdrukking "pre-evangelism". Met andere woorden, je kunt niet met de vier geestelijke wetten van het voormalige Instituut voor Evangelisatie op de mensen afgaan. De grond moeteerst bewerkt worden alvorens het zaad gestrooid kan worden.

De kloof overbruggen
Dit was niet de eerste keer dat de EO zoiets ondernam. Er was ook al eens eerder in samenwerking met andere organisaties een samenspreking belegd om aansluiting te kunnen vinden bij de zielenroerselen van ongelovige vooraanstaanden uit de cabaretier wereld. Hoe kan de kloof overbrugd worden met mensen, die almaar het christendom op de hak nemen? We hebben niet de indruk dat dit gebeuren toen tot enige resultaten heeft geleid. Het heeft zich ook aan onze waarneming onttrokken of dit gebeuren nog een vervolg heeft gehad. Nog afgezien daarvan stellen we ons zonder enige pretentie de vraag of dit de meest effectieve manier is om mensen met het evangelie te bereiken. Toegegeven dat we open moeten staan voor allerlei verschillende benaderingswijzen.

Uiteindelijk moeten die benaderingswijzen er wel toe leiden, dat men duidelijk geconfronteerd wordt met de aanspraken van het evangelie om er deel aan te kunnen hebben. Zoals bij bovengenoemde TV-serie bestaat de indruk, dat men er heel vaak niet toe komt om het wezenlijke van het evangelie uit te leggen, waardoor bij voorbaat het onmogelijk is om de kloof te overbruggen. Men dacht eertijds misschien met enkele stappen rechtstreeks op het doel af te kunnen gaan, zonder eerst op het persoonlijke vlak enige aansluiting te hebben. Thans ontdekt men nog al eens veel aarzeling om überhaupt bij dat einddoel terecht te komen.

Bijbelse voorbeelden
Lucas schrijft een heel boek voor een naar zekerheid zoekende Theofiles. Hij legt daarbij de nadruk op allerlei gebeurtenissen, die voor ooggetuigen onomstotelijk vast stonden. Het doel van zijn schrijven is dat Theofiles de betrouwbaarheid van de gebeurtenissen zou erkennen (Lucas 1:4). Alvorens mensen te kunnen brengen tot de betekenis van het gebeurde, moet men hen kunnen brengen tot de zekerheid van het gebeurde.

In het verslag van de ooggetuigen worden de betekenis en het gebeurde bij voortduring aan elkaar verbonden. De werkelijkheid achter de zichtbare werkelijkheid wordt direct meegenomen. De reactie van de herders en de wijzen op het zien van de baby toont ons inzicht in de betekenis van het gebeuren. Simeon kan uitroepen: "Nu laat gij Heer uw dienstknecht gaan in vrede naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien". Johannes de Doper ziet niet zomaar iemand naar hem toekomen, hij ziet "het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt”. Uiteindelijk ziet Petrus in Jezus, de Christus, de Zoon van de levende God. Thomas kan uitroepen: "Mijn Here en mijn God". In het tweede boek wat Lucas schrijft aan Theofiles, vinden we alles wat de Here Jezus voortzet te doen door Zijn Heilige Geest. Als er een zoekende Ethiopiër in aanraking komt met Filippus staat er: "Uitgaande van dat Schriftwoord verkondigde hij hem Jezus". Via het Schriftwoord (verslag van de ooggetuigen) moet men uiteindelijk bij al ons evangeliseren terecht komen bij de Here Jezus.

Wat moet er gebeuren
Lucas doet in Handelingen 26 verslag van Paulus, staande voor een Agrippa, die aangeraakt wordt door de boodschap van Paulus. Paulus spreekt de wens uit dat Agrippa, "en spoedig en voorgoed" de beslissing zal nemen een volgeling van Christus te worden. Uit de opdracht van de Here Jezus aan Paulus in vers 18 blijkt wat daaronder moet worden verstaan: "Ik zend u om hun ogen te openen". Ogen openen is dus het eerste in het proces. Dat is het begin. Het bijbelse verslag van de ooggetuigen is onmisbaar voor het openen van de ogen. Om de betrouwbaarheid van het gebeurde te erkennen. Van daaruit kan de "bekering uit de duisternis tot het licht, uit de macht van satan tot God" plaatsvinden. Dit vers 18 laat duidelijk zien waarom die ogen geopend moeten worden tot bekering. Met de bedoeling om vergeving van zonden te ontvangen. Met het gevolg om een erfdeel onder de geheiligden te hebben, door het geloof in Jezus Christus. De erfgenamen vormen nu samen de Gemeente van Christus.

De uitwerking
De apostel Johannes verwoordt het in 1 Johannes 1 heel scherp: "Hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze eigen ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens". Achter de werkelijkheid, die ze gehoord en gezien hebben, ervaren ze de werkelijkheid van eeuwigheids leven. Het geloof brengt ons binnen in die nieuwe werkelijkheid, waarin de gemeenschap met de Vader en de Zoon en met elkaar ervaren wordt. Als die gemeenschap verstoord wordt, is er de mogelijkheid van herstel door erkenning en belijden van zonden. Zo wordt je weer opgericht door de Heer. De tegenstander is er op uit om ons te vloeren en de Heer wil ons in de conditie van een normaal christenleven overeind en in harmonie met Hem en met elkaar houden en terugbrengen.

De voorwaarde
De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen Gods, want zij worden geestelijk verstaan. "Indien iemand bereid is af te zien van eigen wil en bereid is Gods wil te doen, dan zal hij weten of deze leer van God komt", zegt de Here Jezus tegen zijn discipelen. Het gaat dus allereerst om het in overeenstemming brengen van eigen wil met Gods wil. Even helemaal op eigen nulpunt terecht willen komen. Zolang dat niet gebeurt, zal men blijven uitroepen: "Hoe kan dat nou?" of "Ik snap er helemaal niets van!" Wij kunnen blijven verklaren hoe heerlijk het leven met de Here Jezus is, maar dat hoeft mensen niets te zeggen, als ze de bereidheid tot de radicale afbraak van het eigen ik nog niet kennen. Het opgeven van het zelfbeschikkingsrecht is doorslaggevend. Wij kunnen mensen brengen in bijzondere situaties met de hoop en bede dat er een honger naar het leven met de Here zal ontstaan, maar dat moet afgerond worden met een uitleg die het hart en het verstand zodanig raakt, dat volkomen overgave in geloof het gevolg is en alle eigen stemmen tot zwijgen gebracht kunnen worden. Kan ik van daaruit de zoekende ziel brengen tot de erkenning van de betrouwbaarheid van de dingen die over de Here Jezus geopenbaard zijn, zodat de betekenis daarvan op eigen leven kan worden toegepast? Onze roeping is om medemensen uitgaande van het Schriftwoord hiervoor de ogen te openen, want het geloof is uit het gehoor en het gehoor is door het Woord Gods.

Joop Schotanus