Opname van de gemeente (1)

Henk Schouten • 83 - 2007 • Uitgave: 7
Opname van de gemeente



De opname van de gemeente verwijst naar een gebeurtenis zoals voorzegd in 1 Tessalonicenzen 4:16 17, “want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.” Deze tekst laat ons zien dat er Christenen zijn die leven wanneer de Here Jezus Zijn gemeente thuishaalt. Zij zullen ‘weggevoerd worden’. We zeggen ook wel eens ‘opgenomen worden’. Deze gelovigen zullen, samen met de eerder gestorven gelovigen, onze Here in de lucht ontmoeten om voor altijd bij Hem te zijn. Deze gebeurtenis heeft nog niet plaats gevonden, anders zat u nu niet rustig dit artikel te lezen.



Verschillende gezichtpunten

Over het algemeen is er weinig verschil van inzicht voor wat betreft de wederkomst van de Here Jezus naar de aarde, de meeste orthodoxe kerken belijden die wederkomst. Daar tegenover wordt er over de ‘opname’ wel verschillend gedacht. Het verschil wordt dan meestal gezien in het moment waarop deze opname plaats zal vinden. Grofweg zijn er vier uitgangspunten:

Na de grote verdrukking. Uitgangspunt is dat de opname plaatsvindt als een fase van de wederkomst. De gemeente wordt opgenomen in de lucht, ontmoet daar de Here en keert met Hem direct terug naar de aarde. Dat gebeurt allemaal na de grote verdrukking.

In het midden van de verdrukking. De verdrukking duurt zeven jaar, na drieënhalf jaar wordt het verbond gebroken, dan begint de feitelijke grote verdrukking. Op dat moment zou, volgens dit uitgangspunt, de gemeente worden opgenomen.

Gedeeltelijke opname. Het uitgangspunt hier is dat er aan het begin van de verdrukking, de laatste jaarweek waar Daniël over spreekt, een deel van de gemeente zal worden opgenomen, waarna geleidelijk aan ook de overigen worden opgenomen.

Voor de verdrukking. Dit uitgangspunt is wereldwijd algemeen bij de gelovigen die ook geloven dat we nu nog vòòr het duizendjarig rijk leven en houdt in dat de opname tenminste zeven jaar voor de feitelijke wederkomst van de Here zal plaatsvinden.



Slechts één van deze uitgangspunten kan de goede zijn. Er is dan ook heel wat over gediscussieerd en geschreven. Het Zoeklicht heeft altijd betoogd dat de opname voor de (grote) verdrukking zal plaatsvinden. Wij houden het dus op punt d). Het is echter van belang de Bijbelse uitgangpunten voor zich te laten spreken. Dat willen we nu ook in enkele artikelen doen.



In het Oude Testament wordt niet over de opname gesproken. Wat niet verwonderlijk is, omdat de gemeente er toen niet was noch te voorzien was. De eerste hint in de richting van de opname vinden we in Johannes 14:2,3. De discipelen hadden heel grote zorgen over wat er allemaal gaande was en wat gebeuren zou. Zij hadden verwacht dat de Here de heerlijke beloften van het koningschap zou waarmaken, maar de tegenstand werd meer en meer tastbaar. Zij hadden het verschil tussen de eerste komst van de Here en de tweede nog niet begrepen. Om de zaak nog meer op scherp te zetten had de Here ook gezegd dat één van hen Hem verraden zou.

En toen Petrus had toegezegd dat hij zijn leven voor Jezus zou inzetten, antwoordde de Here met de woorden: “De haan zal niet kraaien eer gij Mij driemaal verloochend hebt.”

Ik schrijf deze dingen opdat we iets proeven van de sfeer, de spanning die aanwezig was. In het veertiende hoofdstuk lezen we hoe de Here de discipelen in deze omstandigheden wil bemoedigen en hen ook verder met details duidelijk maakt wat ze in de toekomst mogen verwachten. In Johannes 14:2 en 3 belooft de Here hen het volgende: “In het huis van mijn Vader zijn veel woningen -anders zou ik het u gezegd hebben- want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.” Dat was natuurlijk een heel vreemde boodschap voor de discipelen. Zij konden nog niet onderscheiden tussen de eerste en de tweede komst van Jezus, hoe zouden zij moeten onderscheiden tussen de opname en de tweede komst van de Here? De Here Jezus schijnt er ook helemaal niet in geïnteresseerd te zijn hun dat nu verder uit te leggen. We zien in ieder geval wel dat voor het eerst voorzegd wordt dat er voor de terugkomst van de Here Jezus er een verplaatsing van de gelovigen zal plaatsvinden. Gelovigen zullen van de aarde naar het Vaderhuis worden gebracht. Zij zullen de Here ontmoeten, die voor hen een plaats bereiden zal. Hier zien we en dat is heel belangrijk, dat er een verschil is tussen de terugkomst van Jezus en de opname.

- Bij de terugkomst van Jezus zal hij naar de aarde komen, Hij zal oordelen en regeren.

- Bij de opname zien we een beweging niet richting de aarde, maar richting het Vaderhuis. De Here zal de Zijnen naar Zijn Vader brengen.

Deze beide gebeurtenissen hebben eigenlijk niets gemeenschappelijks, behalve dat de Here erbij betrokken is. De mensen die geloven dat de opname na de grote verdrukking zal plaatsvinden, de groep hier boven onder letter a) genoemd, kunnen naar mijn inzicht hier geen verklaring voor geven zonder de feitelijke boodschap van Johannes 14:2 en 3 geweld aan te doen.



Het gaat er natuurlijk niet om gelijk te hebben, we mogen ons bovenal verheugen in de geweldige boodschap: eenmaal zal de Here ons thuis brengen. Eenmaal mogen we dat huis van de Vader binnengaan. Wat een uitzicht en wat een belofte is dat. Met de gelovigen de eeuwen door roepen we Maranatha, de Here zal zeker komen.



Ds. Henk Schouten