Opnieuw hervorming nodig (2)

ds. Oscar Lohuis • 84 - 2008 • Uitgave: 22
Aanbidding kan een hele rijke en diepe ervaring zijn van Gods aanwezigheid. De bekende baptistenpredikant Charles Spurgeon heeft gezegd: “Mijn meest gelukkige momenten zijn die wanneer ik God aanbid, wanneer ik werkelijk de Here Jezus Christus bewonder en wanneer ik de aanwezigheid ervaar van de eeuwig gezegende Geest van God. In die aanbidding vergeet ik de zorgen voor de kerk en voor al het andere. Voor mij komen die momenten het dichtst bij hoe het zal zijn in de hemel.”1 Maar er zijn in de kerk van vandaag ook oppervlakkige en dwaze nieuwe trends die de aanbidding van de Here onze God in de samenkomst van de gemeente ondermijnen. Ik wil enkele van de meest belangrijke aspecten van Bijbelse aanbidding noemen en daarbij ook de gevaren die er zijn voor de aanbidding in de plaatselijke gemeente. Het is geen gering onderwerp wanneer wij stilstaan bij de aanbidding van de Here God. Is dit niet uiteindelijk het allerbelangrijkste, dat God in ons midden geëerd wordt? Is de mens niet geschapen om God te verheerlijken en volle eeuwige vreugde in Hem te hebben? (Westminster Catechismus, vraag 1) Daarom houdt het onderwerp van de liturgie mij bezig. De doordenking van de manier van samenkomen blijft nodig en is actueel.

1. Aanbidding is een houding en niet een programma.
De ware geest van aanbidding is een hartsgesteldheid jegens God. Ware aanbidding is alleen het resultaat van het genadige werk van God in de redding van de ziel. Als de Geest van God iemand leven geeft, is de respons van deze persoon vreugdevolle en gepassioneerde aanbidding van God. Het gevaar is dat we alleen maar een programma afdraaien in de dienst. Dat woord hebben wij geleend van de toneelwereld en zijn wij gaan gebruiken voor de erediensten. Laat het programma maar verloren gaan. God geve dat het hart van elke gelovige weer werkelijk verlangt naar God en wil komen voor Zijn troon.

2. Aanbidding is God-gericht en niet mensgericht.
In de dienst van de gemeente gaat het om God en niet om de bevrediging van onze behoeften. We richten onze blik op Hem. Stephan Charnock (geboren 1628) schreef: “Wanneer wij pretenderen God te eren, maar eigenlijk slechts de intentie hebben er zelf voordeel uit te halen, dan spotten we eerder met Hem dan dat wij Hem aanbidden. Wanneer wij geloven dat wij tevreden moeten worden gesteld, in plaats van dat God verheerlijkt moet worden, dan plaatsen wij God beneden onszelf, beelden wij ons in dat Hij Zijn eer moet onderwerpen aan ons voordeel. Dan maken wij onszelf meer eerbiedwaardig dan God.”2 Het tegenstrijdige is dat wanneer wij naar de kerk gaan omdat wij verlangen dat er in onze behoeften wordt voorzien, wij niet bevredigd zullen worden, want er zullen zich elke keer weer nieuwe behoeften aandienen. Wanneer wij echter naar de kerk gaan om onze blik op God te richten, Zijn heerlijkheid te aanschouwen en onze aandacht van onszelf afwenden om naar Hem te schouwen, dan zullen onze diepste geestelijke noden vervuld zullen worden. “Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde” (Ps. 34:6).

3. Aanbidding is God loven en niet vooral vermaakt worden.
God is onze lofprijs waard. Hoe vaak roept de Bijbel ons niet op: Looft Hem! Naar de kerk gaan betekent dus dat je God wil geven wat Hem toekomt. Wij zijn echter geconditioneerd te denken dat de kerk er is om ons te vermaken. Veel mensen kijken naar de prediker alsof hij een acteur is die op het podium staat en zij de toeschouwers zijn die kijken hoe goed hij het doet, hem bekritiseren of loven. Maar in werkelijkheid zijn de mensen in de kerkbanken de acteurs op het podium. Degene die vooraan staat is slechts degene die hen influistert hoe zij kunnen doen wat zij behoren te doen, namelijk God de eer geven die Hem toekomt. En God alleen is het publiek. Soms zeggen mensen: “Aan deze dienst heb ik niets gehad.” Maar dan ga je naar de kerk met de verkeerde insteek. Het gaat niet om wat jij er uit kunt halen voor jezelf, het gaat om wat jij God kan geven. De insteek moet zijn: Vandaag wil ik God eren door Hem te geven de lof die Hem toekomt, door de luisteren naar Zijn Woord, door voor Hem te buigen.3

4. Aanbidding heeft als focus het volbrachte werk van Christus.
In Openbaring lezen wij dat Christus tot in alle eeuwigheid geprezen wordt voor het werk dat Hij heeft volbracht. Soms wordt de naam van Jezus maar zijdelings genoemd in de erediensten of zelfs helemaal niet. Soms staat zelfverwezenlijking en het ‘ons goed kunnen voelen over onszelf’ meer centraal dan de verzoening met God. Maar ware aanbidding noemt telkens weer dat Christus als plaatsvervangend offer voor ons stierf aan het kruis om ons met God te verzoenen. Het evangelie moet klinken in de aanbidding. Het hart zal opveren wanneer Jezus weer in zicht komt als Verlosser en Zaligmaker. Het is het verloste volk dat samenkomt om God te danken. Wie verlost is van zonde en schuld, van de toorn van God en het oordeel, van de hel en de eeuwige dood, wie weet in Christus voor eeuwig gereinigd te zijn door Zijn bloed, heeft tot zijn laatste ademtocht reden om God vanuit het diepst van zijn hart te danken.

R.C. Sproul heeft eens voor een grote groep predikanten gezegd: “De Westerse wereld zal geen echte opwekking of reformatie meemaken tenzij de kerk terugkeert tot Bijbelse aanbidding.”4

Ds. Oscar Lohuis

1 C.H. Spurgeon, The Metropolitan Tabernacle Pulpit, Vol. 46 (Banner of Truth Trust), p 142. Vertaling OL.
2 Stephan Charnock, Disourses upon the Existence and Attributes of God (New York, Ketchum, n.d.) p 241. Vertaling OL.
3 John McArthur Jr., The Ultimate Priority (Chicago, Ill: Moody Bible Institute, 1983) p 104-105.
4 Robert L. Dickie, What the Bible teaches about Worship (New York: Evangelical Press, 2007) p 147. Vertaling OL