Opnieuw hervorming nodig (4)

ds. Oscar Lohuis • 84 - 2008 • Uitgave: 24
In dit vierde en laatste artikel met bovenstaande titel wil ik met u nadenken over onze persoonlijke voorbereiding op de eredienst. De eerste keer ging het over de prediking, de tweede keer over de aanbidding, de derde keer over muziek en liederen en deze keer gaat het over het voorbereiden van ons hart op het gezamenlijk komen voor Gods aangezicht.
Aanbidding moet je voorbereiden. Charles Spurgeon zei het volgende daarover: “Wie nadenkt over Wie het is in wiens Naam wij samenkomen, zal niet naar binnenstormen zonder enige gedachte. Wie nadenkt over Wie wij belijden te aanbidden, zal niet met haast Zijn tegenwoordigheid binnenrennen. Mozes, de man Gods, werd gevraagd de schoenen van zijn voeten te nemen toen God Zich slechts aan hem openbaarde in een braamstruik. Hoe moeten wij ons voorbereiden wanneer wij komen tot Hem die Zich aan ons openbaart in Christus Jezus, zijn dierbare Zoon? Wij moeten de plaats van aanbidding niet binnenstrompelen, half slapend. Geen ronddwalen hier alsof het niet meer is dan een uitgaanscentrum. We kunnen niet veel voordeel verwachten als wij een zwerm van ijdele gedachten en een hart vervuld met ijdelheden met ons meedragen. Wanneer wij vervuld zijn van dwaasheid dan weren wij de waarheid van God van ons verstand.”1
Hoe nodig is het om deze woorden eens eerlijk en ernstig te overpeinzen en onszelf te onderzoeken op hoe wij hier mee omgaan. Bereiden wij ons voor op het samenkomen als gemeente van Jezus Christus? Hoe belangrijk is God voor ons? Hoe belangrijk is de gezamenlijke aanbidding van God voor ons? Hoe leven wij toe naar de zondagochtend? Wat doen wij op zaterdagavond? Gaan wij uit traditie naar de kerk, omdat we dat nou eenmaal gewend zijn op zondagmorgen en denken we dat het dan wel goed zit? Of gaan wij naar de kerk omdat we willen aanbidden? Maarten Luther heeft geschreven: “Zoals het het werk van de kleermaker is om kleren te maken en zoals het het werk van de schoenmaker is om schoenen te repareren, zo is het de bezigheid van christenen om te bidden.”2
Toen ik in de buurt van Brussel studeerde aan een Bijbelschool, had ik de gewoonte om meerdere keren per week een eind te gaan wandelen door de velden en akkers in de buurt om te bidden en God te aanbidden. Welk een heerlijke herinneringen heb ik aan de tijden die ik toen en daar met God alleen doorbracht. Het overpeinzen van Gods Woord mondde uit in spontane dankzegging en ik wilde uiting geven aan de vreugde die ik gevonden had in het evangelie. Meer dan wat ook is het deze persoonlijke hartsvoorbereiding die ons vormt en ons bruikbaar maakt voor God als een instrument in Zijn hand. In die tijd was mijn plannetje om regelmatig alleen te gaan wandelen. In latere tijden werden het andere gewoonten en ieder van ons heeft zo zijn eigen unieke mogelijkheden. Maar het is wel belangrijk dat wij een plannetje maken om op een bepaalde (vaste) tijd en op een vooraf bepaalde plaats van rust, God te kunnen ontmoeten. Vaak is er geen gebed, niet omdat wij het niet willen, maar omdat wij het niet plannen. En zo kunnen wij ook een eenvoudig plan bedenken om ons voor te bereiden op de samenkomsten van de gemeente.
Bidt u van tevoren voor de dienst en voor de voorganger? Bidt u voor de werking van de Heilige Geest tijdens de prediking? Komt u met geloof en verwachting, ziet u uit naar de zegen van de Here? Of komt u als toeschouwer om te zien hoe goed of hoe slecht anderen het doen? Hebt u besef van Gods tegenwoordigheid? Komt u vooral voor de gezelligheid, of gaat uw hart naar de Heer der heerlijkheid uit?
Het probleem in veel evangelische gemeenten is dat mensen bij wijze van spreken met een kop koffie de zaal ingaan, onderuit zakken in hun stoel, heerlijk met elkaar gaan kletsen en bij elkaar zitten in een sfeer die doet denken aan een reünie of jeugdkamp. Het informele van de evangelische wijze van samenkomen stoot veel ongelovigen af, omdat buitenkerkelijken er niets van snappen dat je op zo’n wijze in de kerk zit. Het kan zó gezellig worden, dat de eerbied en de geest van gebed daardoor ondergesneeuwd raken. Hoe anders kan het zijn wanneer wij weer tegen elkaar zeggen: Bereid je voor om je God te ontmoeten! Kom met verwachting, met een verlangen naar de Here, met honger naar Zijn Woord. Kom in een geest van aanbidding! Die houding zal God zegenen met nieuwe stromen van zegen. Omdat de Here heeft beloofd dat Hij een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. Omdat de Bijbel zegt: Zoekt en gij zult vinden. Omdat de Here rijk is voor allen die Hem aanroepen. Laat ons opgaan naar het huis van de Here met een hart dat zegt: Here, ik wil U zoeken; Here, ik wil naar U luisteren; Here, ik wil uw naam aanroepen; Here, ik wil U prijzen, omdat U de Allergrootste en het Allerbelangrijkste voor mij bent.

ds. Oscar Lohuis

1 C.H. Spurgeon, The Metropolitan Tabernacle Pulpit, Vol. 31 (Banner of Truth Trust), p. 350. Vertaling OL.
2 John Blanchard, Gathered Gold (Welwyn, Herfordshire, England: Evangelical Press, 1984), p. 2. Vertaling OL.