Oren en ogen die opengaan

Jan van Barneveld • 81 - 2005/06 • Uitgave: 23
Oren en ogen die opengaan



Toespitsing


Onlangs waarschuwde de Engelse opperrabbijn Jonathan Sacks voor een tsunami-achtige vloedgolf van antisemitisme die over de wereld gaat. Antisemitische aantijgingen en scheldpartijen van politieke en andere leiders en fysieke aanvallen op Joodse mensen en eigendommen zijn erger dan in de jaren vlak vóór de Tweede Wereldoorlog. Hij ziet een vloedgolf van ellende aankomen. Niet alleen over het Joodse volk, maar over de hele wereld. Iran werkt regelrecht en bewust naar een directe confrontatie met Israël. Poetin speelt hier handig op in en het Westen speurt in Iran naar technologie die nodig is voor de (atooom)bewapening. Het Vaticaan mengt zich openlijk in de strijd om Jeruzalem. Ten slotte is daar een kokende en agressieve islam, die op weg naar de wereldmacht eerst Israël wil opruimen. De explosies die het gevolg zijn van deze toespitsingen, zullen ons land niet voorbij gaan. Intussen gaat de God van Israël onverstoorbaar door met het herstel van Zijn volk. In dit artikel zullen we een bijzonder aspect van het geestelijk herstel van Israël bespreken.



Geestelijk ontwaken

De onverwachtse en plotselinge opkomst en groei van de messiaans-Joodse beweging is een signaal van het begin van het beloofde geestelijk herstel van Israël. Er zijn meer signalen. Een van de leiders van het Tempelinstituut, de organisatie die zich bezighoudt met het vervaardigen van de instrumenten voor de nieuwe Tempel, hield een lezing voor een grote groep evangelische christenen die Jeruzalem bezochten. Hij zei: “Als de Messias komt en Hij blijkt Jezus te zijn, zal ik Hem met vreugde aannemen.” We staan op het punt van een geestelijk ontwaken in Israël. Profetieën voorzeggen dit geestelijk herstel. Bij veel Israëli’s wordt het hard van steen ten aanzien van Jezus Messias langzaam veranderd in een hart van vlees, zodat er ruimte komt voor de Heilige Geest (Ezechiël 36:26). De Heilige Geest gaat Gods wet in hun hart schrijven (Jeremia 31:33). Als de woestijn gaat bloeien, dus in onze tijd, zullen “de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden” (Jesaja 35:1,5). Het is heel goed mogelijk dat, voordat zij “Hem (Mij) aanschouwen die zij doorstoken hebben” (Zacharia 12:10), Israël een geweldig geestelijk ontwaken zal meemaken. Onze liefde en gebeden voor Israël zijn op dit moment als het gebed om regen ten tijde van de late regen (Zacharia 10:1). We zien de eerste druppels van het geestelijk ontwaken. Dus nu is het tijd voor gebeden om de ‘late regen.’



Machtige visioenen

Rondom het lange uitblijven van het geestelijk herstel van Israël zijn er veel vragen gesteld en vaak harde opmerkingen gemaakt over ‘die ongelovige Joden’. De profeet Jesaja geeft een opmerkelijk antwoord op die vragen. Deze openbaring krijgt hij na een zeer indrukwekkend visioen. Het is een bijbelse regel dat geestelijke geheimen vaak onthuld worden na een grootse en heilige openbaring van Gods heerlijkheid.

• Daniël zag Gods troon en sprak met engelen en kreeg de openbaring van de 70 jaarweken.

• Ezechiël zag Gods troonwagen en kondigde de ballingschap en het herstel van Israël aan.

• Johannes zag de heerlijkheid van de Here Jezus en ‘beschreef’ de eindtijd apocalyps.

• De apostelen ontvingen de Heilige Geest en toen vele openbaringen van het Heil.

Het machtige en overweldigende visioen van Jesaja staat in hoofdstuk 6.



Jesaja en de verharding

Na die geweldige ervaring van Gods heerlijkheid zouden we een bijzondere openbaring van God verwachten. Als we in Jesaja 6 lezen, wat die ‘bijzondere openbaring’ inhoudt, valt het tegen. Jesaja moet zó profeteren dat Israël “met zijn ogen niet ziet en met zijn oren niet hoort en opdat zijn hart niet verstaat, zodat het zich niet bekeert en genezen wordt” (6:9,10). Deze vreemde opdracht wordt herhaald: “Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder mijn leerlingen” (Jesaja8:16). Israël wordt dus ‘blindgepreekt’. Ongeveer 150 jaar later, onder de prediking van Ezechiël en Jeremia is die ‘verharding’ compleet. Het volk heeft ‘ogen zonder te zien en oren zonder te horen’ (Jeremia 6:21, Ezechiël 12:2). Het volk gaat in die tijd in ballingschap naar Babel. Na de terugkeer en de opwekking onder Ezra en Nehemia treedt er opnieuw een verharding op. De vreemde profetie van Jesaja krijgt een nieuwe dimensie in de tijd van de Here Jezus. Het belang van deze profetie komt ook in de prediking van Jezus naar voren.



Jesaja en de gelijkenissen

Als Jezus gelijkenissen aan Zijn discipelen uitlegt zien we iets meer van het grote belang van de ‘verhardingsprofetie’ van Jesaja. Hij zegt: “U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan anderen….in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen” (Lucas 8:10). Let op het woordje ‘opdat’. De Here Jezus sprak dus expres in gelijkenissen opdat zij het niet zouden verstaan. Johannes zegt het nog scherper: “Hierom konden zij niet geloven, omdat Jesaja elders gezegd heeft: Hij heeft hun ogen verblind en hun hard verhard.” (Joh.12:39,40). Vanwege die ‘verhardingsprofetie’, ruim 600 jaar eerder uitgesproken, konden zij niet geloven! Waarom werd het Heil blijkbaar bewust en eeuwen van te voren gepland voor Israël verborgen gehouden? Paulus geeft ons een antwoord dat juist voor ons, gelovigen-uit-de-volken, belangrijk is.



Jesaja en Paulus

Het grote belang van de Jesaja-profetie over de blindheid en doofheid van Israël wordt ook door Paulus benadrukt. Hij legt uit dat “God hun een geest gaf van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om niet te horen” (Romeinen11:8). De HERE Zelf gaf die ‘diepe slaap.’ Deze blindheid van Israël als natie is compleet als Paulus slechts een deel van de Joden in Rome overtuigt van het feit dat Jezus de beloofde Messias is. Dan citeert Paulus de genoemde profetie uit Jesaja 6. Zijn conclusie is dat “dit heil Gods aan de heidenen gezonden is” (Hand.28:23-28). In Romeinen 11 legt Paulus uitvoerig uit waarom. “Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen” (11;11) en “hun tekort is rijkdom voor de heidenen” (11:12). “Zij zijn vijanden van het Evangelie om uwentwil” (11:28). Wat het Evangelie van de Here Jezus betreft heeft God zelf de ogen en de oren van Israël gesloten! Waarom? Voor ons, gelovigen-uit-de-volken! Zij zijn blind gemaakt, opdat wij zouden zien. Wij zijn Israël dus heel wat verschuldigd.



Ogen en oren gaan open

God heeft Israël grote beloften van een geestelijk herstel gegeven. Paulus zegt: “…aldus zal gans Israël behouden worden” en hij voorziet dat “God Zich over hen allen zal ontfermen” (Rom.11:25,31). Onder het Joodse volk in en buiten Israël gaan ogen en oren open. Dus nu is het tijd voor onze gebeden voor een geestelijke doorbraak in Israël. Want de HERE handelt op onze gebeden en… we zijn het ook aan Israël verschuldigd. Immers Paulus en Jesaja leren ons dat Israël’s doofheid en blindheid heeft te maken met ons heil.



Jan van Barneveld