Oude tijden en een homofiele gerichtheid

dr. R. Seldenrijk • 81 - 2005/06 • Uitgave: 2
Oude tijden en een homofi ele gerichtheid



Er is in de geschiedenis een voortdurende wisseling tussen vrijere en strengere opvattingen over oude en nieuwe problemen (die zich soms al eens in een ander jasje hebben getoond). Vanuit een joods-christelijk levensperspectief - maar ook vanuit de islam en andere levensvisies - zijn de begrippen homofi lie en vooral homoseksualiteit, niet neutraal: ze hebben in de normatieve ethiek te maken met goed en kwaad.



Ook op een andere manier zijn deze begrippen niet neutraal. Achter deze begrippen kan namelijk buitengewoon veel menselijk leed schuil gaan. Er is dus alle reden om rond ons onderwerp zowel historische, biomedische als bijbelse gegevens te ordenen. In dit artikel beperken we ons tot de vroege geschiedenis. In de geschiedenis van de mensheid komen we homofilie
en homoseksualiteit regelmatig tegen. Daarbij gaat het vooral ook om periodes van culturele neergang. Laat ik eerst enkele voorbeelden noemen waaruit blijkt dat homoseksualiteit niet als gewone zaak is geaccepteerd. Om zich voor de dodenrechters te kunnen verantwoorden, moeten de oude Egyptenaren zijn vrijgebleven van zelfbevlekking, de zonde van overspel en het kwaad van homoseksueel verkeer, aldus het Egyptische Dodenboek. Ook in Mesopotamië bestaan er bedenkingen tegen homoseksualiteit. De Midden-Assyrische wetten van 1450-1250 vóór Christus zetten strenge straffen op mensen die roddelen over hun buurman, dat hij herhaaldelijk met allerlei mannen gemeenschap zou hebben. Dat geldt ook voor beschuldigingen die niet zijn te bewijzen. Is er wél bewijs, dan wordt de schuldige ontmand.



De Grieks-Romeinse Oudheid vormt de oudste laag van ons Europees bewustzijn. In dat wat wij de klassieke Oudheid noemen, komen veel lijnen samen, wat in het bijzonder de Egyptenaren en de Mesopotamische culturen vóór hen hadden bedacht en gevonden. In de Griekse wereld is homoseksualiteit een wijd verbreid verschijnsel geweest, maar dan wel anders dan bij ons. Zoals antieke karren verschillen van auto’s, zo was de Grieks-Romeinse praktijk van gelijkgeslachtelijke seksualiteit wezenlijk anders dan onze homoseksualiteit! Ons begrip homoseksualiteit omvat namelijk beduidend meer: achter die homoseksuele handelingen gaat voor ons een bepaalde gerichtheid schuil. Dit wil zeggen dat dergelijke handelingen worden verricht door mensen die een andere seksuele identiteit hebben. De bekende Griekse wijsgeer Plato (427-347 v.Chr) onderwijst een ‘platonische’ liefde van zuiver geestelijke aard.



Ons onderwerp heeft ook te maken met wijn, banket en erotiek. Geschenken worden altijd door mannen aangeboden, de vrouw is steeds degene die ontvangt. Het geschenk van de man impliceert een tegenprestatie van de vrouw. In de Attische schilderkunst van het schiereiland Athene, ontwikkelt zich het motief van het geschenk als liefdesbetuiging. Vanaf het eind van de zesde eeuw vóór Christus schilderen Attische kunstenaars, amoureuze homoseksuele tafereeltjes tussen volwassenen en jongens. Daarbij gaat het om de omhelzing tussen minnaars of een gewone ontmoeting. Schilders die gebruik maken van amoureuze omgang, tonen verschillende aspecten van de Griekse seksualiteit. Daarbij trekken zij soms een parallel tussen homo- en heteroseksuele ontmoetingen.



Uit de literatuur van de Romeinen kunnen we opmaken dat homoseksualiteit veel is voorgekomen. Voor brede lagen van de bevolking is dat geen laakbare zaak. Bij erotische interessen speelt klasse-bewustzijn veelal geen rol: keizers slapen met toneelspelers, koningen met soldaten en senatoren met slaven.In een volgend artikel zullen we zien dat het christendom een breuk voltrekt met het naturalisme van de Oudheid: van meet af aan is er een voorzichtige houding ten opzichte van de lichamelijkheid in het algemeen en de seksualiteit in het bijzonder.



Dr. R. Seldenrijk