Philip Paul Bliss: ‘Het is goed met mijn ziel’
De Amerikaanse musicus, dichter en zanger Philip Paul Bliss werd maar achtendertig jaar oud. Hij stierf bij een tragisch treinongeval op 29 december 1876 in de Amerikaanse staat Ohio. Hij is één van de beroemdste schrijvers van geestelijke liederen, die tot op vandaag hoog staan genoteerd in vooral Amerikaanse en Engelse zangbundels. Ook in onze liedbundels zijn vertalingen van zijn liederen te vinden. Ze hebben de eeuwen overleefd door hun diepe geestelijke boodschap en hun muzikale schoonheid. Eén van de toppers in de hele wereld is ‘It is well with my soul’. Wie was P.P. Bliss?
Hij werd geboren in een gelovig, christelijk gezin, waarvan hij zich in zijn latere leven altijd de gebeden van zijn vader herinnerde. Het dagelijkse gezinsgebed was vol van warmte en geestelijke doorleving, ook voor de kinderen in het gezin. Philip hield al jong van zingen, want zijn vader was een zanger en een groot muziekliefhebber. Op tienjarige leeftijd hoorde hij voor het eerst iemand op een piano spelen. Toen al kreeg hij het verlangen om musicus te worden. Het was op een zaterdagmiddag, terwijl hij groenten rondbracht langs een rij grote huizen. Hij was op de pianomuziek afgekomen door over het hek te klimmen. Daar stond hij, op blote voeten, in de deuropening van een grote kamer, waar een jonge vrouw piano speelde. Toen het afgelopen was riep hij uit: “Speelt u nog wat, mevrouw, dit is zó mooi!” De vrouw schrok hevig van hem en joeg hem weg van het terrein. Maar de jongen had voor het eerst mooie muziek gehoord. Op 11-jarige leeftijd ging hij al weg van huis om te werken in een houtzagerij en zijn eigen kost te verdienen. Hij verrichtte als kind het zware werk van een volwassen man. Maar hij kon het aan en leerde veel. Tussen perioden van werken door ging hij ook naar school. Ondanks de ruige omgeving waarin hij werkte bleef hij zijn geloof behouden. Hij zocht naar mogelijkheden om muziek te studeren en dat lukte hem. Hij deed al vroeg mee aan evangelisatieactiviteiten van zijn kerk, de methodistenkerk. Er werden ook zomerkampen gehouden met opwekkingsdiensten. Op zeventienjarige leeftijd, na voltooiing van zijn studie, kreeg hij een baan als onderwijzer.
Kort daarna kwam hij in aanraking met de directeur van een muziekschool, aan wie de buitengewone kwaliteit van Philips stem was opvallen en hij begon aan zangles. Op advies en met behulp van anderen werd hij, na zijn muzikale vorming, muziekleraar en begon met het componeren van liederen. Na zijn huwelijk, op 22-jarige leeftijd, met Lucy Young, een begaafd muzikaal meisje en ook dichteres, groeide Philips composities in aantal en kwaliteit. Samen traden ze op in kerkdiensten en allerlei samenkomsten als zangersduo. Later studeerde hij verder in de muziek aan een muziekacademie in New York en werd steeds bekender als zanger, componist en muziekleraar. Zijn populaire concerten kregen aanvankelijk meer bekendheid dan zijn evangelische liederen, die hij ook zo graag zelf zong en die werden opgenomen in allerlei zangbundels van kerken en zondagscholen.
In de zomer van 1869 woonde Bliss een evangelisatiedienst bij waar de grote prediker D.L. Moody voorging. Er was een zanger niet gekomen en Bliss trad daar op. Moody was erg onder de indruk en hoorde wie en wat hij was. Hij vroeg Bliss om in zijn bijzondere zondagavonddiensten te komen zingen. Moody stelde hem voor geheel in dienst van God te gaan werken als zanger en musicus. Hij koos er niet voor om met Moody op te trekken in een hele serie samenkomsten in Engeland en Schotland. Dat heeft de zanger Sankey toen gedaan en die verwierf daardoor grote bekendheid. De bijzondere verdieping in zijn geestelijk leven kwam in een samenkomst waar Bliss zijn zelf gecomponeerde lied ‘Bijna bewogen’ zong:
Bijna bewogen door ’t heilig Woord,
bijna getrokken door ’t liefdekoord.
Maar ’t harte zegt in spijt,
van schier doorstreden strijd,
tot meer gelegen tijd.
Laat, Heer, mij rust.
Bijna bewogen, broeder besluit;
bijna getrokken, neen, stel niet uit!
Hebt heden gij Gods Woord
uit Jezus' mond gehoord?
Wanneer ’t uw hart bekoort:
haast u tot Hem!
Bijna bewogen, de Brui’gom komt!
Bijna getrokken, uw mond verstomt.
Geen bijna troost of baat
als d’ oordeelsure slaat
de Koning zegt: te laat!
’t Is nu te laat!
(Joh. de Heer, nr. 22)
Het was alsof de Heilige Geest die grote zaal geheel vervulde. Mensen werden, na de prediking door de evangelist Daniël Whittle waarop dit lied volgde, diep in hun hart getroffen. Velen kwamen onder tranen tot Christus. Er was op grote schaal belijdenis van zonden en diepe bekeringen als gevolg daarvan.
De volgende dag, in de gebedsdienst voor de samenkomst van die dag, kwam er een volledige doorbraak in het leven van Philip Bliss. Hij gaf al zijn andere werkzaamheden op om zich volledige in dienst van God te stellen en samen op te trekken met Daniël Whittle. Beiden konden niet weten dat er nog slechts tweeënhalf jaar restte van het leven van Philip Bliss. Gods wegen zijn voor mensen niet altijd te begrijpen. Hoe zouden wij het anders hebben besloten. Wat zou het talent van P.P. Bliss tot nog grotere hoogte zijn uitgegroeid in een langer leven op aarde dan slechts de achtendertig jaar die hem werden gegeven.
In de tijd die nog restte werkte Bliss, naast de grote evangelisatie- en opwekkingssamenkomsten, ook veel in jeugdbijeenkomsten, waar hij preekte en zong. Een maand (!) voor zijn dood zong hij in een bijeenkomst van zo’n duizend predikanten een net door hem gecomponeerd lied: ‘It is well with my soul' (Het is goed met mijn ziel). Het zou een wereldberoemd lied worden tot op vandaag. Vertaald luidt de tekst:
Als vrede als een rivier op mijn weg zou komen,
of zorgen als golven van de zee over mij zouden komen,
hoe mijn toestand ook wordt,
U hebt mij geleerd te zeggen: Het is goed met mijn ziel.
Mijn zonde, wat een heerlijk zéker weten,
mijn zonde, niet ten dele, maar geheel en al,
is aan het kruis genageld
en ik draag het niet meer.
Prijs de Here, o mijn ziel!
O Heer, breng de dag snel dichtbij
dat mijn geloof verandert in aanschouwen,
dat de wolken openbreken,
dat de bazuin zal klinken en de Here zal nederdalen.
Dan zal ik zingen: Het is goed met mijn ziel!
Aansluitend sprak Bliss in een gevangenis voor achthonderd gedetineerden. Velen waren in tranen toen hij preekte over de liefde van God en aansluitend zong: ‘Halleluja, wat een Heiland, Hij is de Redder van mijn ziel’.
Op 29 december 1876 reisde hij per trein terug naar Chicago, om de zondag na kerst mee te werken in een dienst met D.L. Moody. In een zware sneeuwstorm stortte een deel van de trein van een brug af in de rivier. De brug had het begeven en de laatste wagons, waaronder die met P.P. Bliss en zijn vrouw, kwamen in de rivier terecht. De houten wagons, half op de grote keien, half in het water, vlogen in brand. Bliss kon zich uit de benarde positie bevrijden door het raam, maar ontdekte dat zijn vrouw was achtergebleven. Hij klom terug in de wagon om zijn vrouw uit het verwrongen ijzer te bevrijden. Maar het lukte niet. Het vuur werd aangewakkerd door de storm en zij kwamen beiden, samen met velen anderen, om in de vlammen. De koffer van Bliss werd wel aangetroffen en kwam op de eindbestemming aan. In die koffer werd zijn laatst gecomponeerde lied gevonden: ‘Ik weet niet wat mij overkomen zal. Gods goedheid heeft mijn ogen daarvoor bedekt.’
Op 5 januari daaropvolgend werd door D.L. Moody een zangdienst ter nagedachtenis van P.P. Bliss gehouden. Achtduizend mensen vulden de zaal en nog eens vierduizend, die er niet meer in konden, stonden buiten. De hele natie was in diep verdriet vanwege dit grote verlies. Vandaag zingen wij met vreugde en ontroering de liederen van Philip Paul Bliss, die werden geboren uit een diepe wandel met zijn Heiland.
Feike ter Velde
Bron: ‘Christian Biography’
P.P. Bliss
Door Ed Reese
Hij werd geboren in een gelovig, christelijk gezin, waarvan hij zich in zijn latere leven altijd de gebeden van zijn vader herinnerde. Het dagelijkse gezinsgebed was vol van warmte en geestelijke doorleving, ook voor de kinderen in het gezin. Philip hield al jong van zingen, want zijn vader was een zanger en een groot muziekliefhebber. Op tienjarige leeftijd hoorde hij voor het eerst iemand op een piano spelen. Toen al kreeg hij het verlangen om musicus te worden. Het was op een zaterdagmiddag, terwijl hij groenten rondbracht langs een rij grote huizen. Hij was op de pianomuziek afgekomen door over het hek te klimmen. Daar stond hij, op blote voeten, in de deuropening van een grote kamer, waar een jonge vrouw piano speelde. Toen het afgelopen was riep hij uit: “Speelt u nog wat, mevrouw, dit is zó mooi!” De vrouw schrok hevig van hem en joeg hem weg van het terrein. Maar de jongen had voor het eerst mooie muziek gehoord. Op 11-jarige leeftijd ging hij al weg van huis om te werken in een houtzagerij en zijn eigen kost te verdienen. Hij verrichtte als kind het zware werk van een volwassen man. Maar hij kon het aan en leerde veel. Tussen perioden van werken door ging hij ook naar school. Ondanks de ruige omgeving waarin hij werkte bleef hij zijn geloof behouden. Hij zocht naar mogelijkheden om muziek te studeren en dat lukte hem. Hij deed al vroeg mee aan evangelisatieactiviteiten van zijn kerk, de methodistenkerk. Er werden ook zomerkampen gehouden met opwekkingsdiensten. Op zeventienjarige leeftijd, na voltooiing van zijn studie, kreeg hij een baan als onderwijzer.
Kort daarna kwam hij in aanraking met de directeur van een muziekschool, aan wie de buitengewone kwaliteit van Philips stem was opvallen en hij begon aan zangles. Op advies en met behulp van anderen werd hij, na zijn muzikale vorming, muziekleraar en begon met het componeren van liederen. Na zijn huwelijk, op 22-jarige leeftijd, met Lucy Young, een begaafd muzikaal meisje en ook dichteres, groeide Philips composities in aantal en kwaliteit. Samen traden ze op in kerkdiensten en allerlei samenkomsten als zangersduo. Later studeerde hij verder in de muziek aan een muziekacademie in New York en werd steeds bekender als zanger, componist en muziekleraar. Zijn populaire concerten kregen aanvankelijk meer bekendheid dan zijn evangelische liederen, die hij ook zo graag zelf zong en die werden opgenomen in allerlei zangbundels van kerken en zondagscholen.
In de zomer van 1869 woonde Bliss een evangelisatiedienst bij waar de grote prediker D.L. Moody voorging. Er was een zanger niet gekomen en Bliss trad daar op. Moody was erg onder de indruk en hoorde wie en wat hij was. Hij vroeg Bliss om in zijn bijzondere zondagavonddiensten te komen zingen. Moody stelde hem voor geheel in dienst van God te gaan werken als zanger en musicus. Hij koos er niet voor om met Moody op te trekken in een hele serie samenkomsten in Engeland en Schotland. Dat heeft de zanger Sankey toen gedaan en die verwierf daardoor grote bekendheid. De bijzondere verdieping in zijn geestelijk leven kwam in een samenkomst waar Bliss zijn zelf gecomponeerde lied ‘Bijna bewogen’ zong:
Bijna bewogen door ’t heilig Woord,
bijna getrokken door ’t liefdekoord.
Maar ’t harte zegt in spijt,
van schier doorstreden strijd,
tot meer gelegen tijd.
Laat, Heer, mij rust.
Bijna bewogen, broeder besluit;
bijna getrokken, neen, stel niet uit!
Hebt heden gij Gods Woord
uit Jezus' mond gehoord?
Wanneer ’t uw hart bekoort:
haast u tot Hem!
Bijna bewogen, de Brui’gom komt!
Bijna getrokken, uw mond verstomt.
Geen bijna troost of baat
als d’ oordeelsure slaat
de Koning zegt: te laat!
’t Is nu te laat!
(Joh. de Heer, nr. 22)
Het was alsof de Heilige Geest die grote zaal geheel vervulde. Mensen werden, na de prediking door de evangelist Daniël Whittle waarop dit lied volgde, diep in hun hart getroffen. Velen kwamen onder tranen tot Christus. Er was op grote schaal belijdenis van zonden en diepe bekeringen als gevolg daarvan.
De volgende dag, in de gebedsdienst voor de samenkomst van die dag, kwam er een volledige doorbraak in het leven van Philip Bliss. Hij gaf al zijn andere werkzaamheden op om zich volledige in dienst van God te stellen en samen op te trekken met Daniël Whittle. Beiden konden niet weten dat er nog slechts tweeënhalf jaar restte van het leven van Philip Bliss. Gods wegen zijn voor mensen niet altijd te begrijpen. Hoe zouden wij het anders hebben besloten. Wat zou het talent van P.P. Bliss tot nog grotere hoogte zijn uitgegroeid in een langer leven op aarde dan slechts de achtendertig jaar die hem werden gegeven.
In de tijd die nog restte werkte Bliss, naast de grote evangelisatie- en opwekkingssamenkomsten, ook veel in jeugdbijeenkomsten, waar hij preekte en zong. Een maand (!) voor zijn dood zong hij in een bijeenkomst van zo’n duizend predikanten een net door hem gecomponeerd lied: ‘It is well with my soul' (Het is goed met mijn ziel). Het zou een wereldberoemd lied worden tot op vandaag. Vertaald luidt de tekst:
Als vrede als een rivier op mijn weg zou komen,
of zorgen als golven van de zee over mij zouden komen,
hoe mijn toestand ook wordt,
U hebt mij geleerd te zeggen: Het is goed met mijn ziel.
Mijn zonde, wat een heerlijk zéker weten,
mijn zonde, niet ten dele, maar geheel en al,
is aan het kruis genageld
en ik draag het niet meer.
Prijs de Here, o mijn ziel!
O Heer, breng de dag snel dichtbij
dat mijn geloof verandert in aanschouwen,
dat de wolken openbreken,
dat de bazuin zal klinken en de Here zal nederdalen.
Dan zal ik zingen: Het is goed met mijn ziel!
Aansluitend sprak Bliss in een gevangenis voor achthonderd gedetineerden. Velen waren in tranen toen hij preekte over de liefde van God en aansluitend zong: ‘Halleluja, wat een Heiland, Hij is de Redder van mijn ziel’.
Op 29 december 1876 reisde hij per trein terug naar Chicago, om de zondag na kerst mee te werken in een dienst met D.L. Moody. In een zware sneeuwstorm stortte een deel van de trein van een brug af in de rivier. De brug had het begeven en de laatste wagons, waaronder die met P.P. Bliss en zijn vrouw, kwamen in de rivier terecht. De houten wagons, half op de grote keien, half in het water, vlogen in brand. Bliss kon zich uit de benarde positie bevrijden door het raam, maar ontdekte dat zijn vrouw was achtergebleven. Hij klom terug in de wagon om zijn vrouw uit het verwrongen ijzer te bevrijden. Maar het lukte niet. Het vuur werd aangewakkerd door de storm en zij kwamen beiden, samen met velen anderen, om in de vlammen. De koffer van Bliss werd wel aangetroffen en kwam op de eindbestemming aan. In die koffer werd zijn laatst gecomponeerde lied gevonden: ‘Ik weet niet wat mij overkomen zal. Gods goedheid heeft mijn ogen daarvoor bedekt.’
Op 5 januari daaropvolgend werd door D.L. Moody een zangdienst ter nagedachtenis van P.P. Bliss gehouden. Achtduizend mensen vulden de zaal en nog eens vierduizend, die er niet meer in konden, stonden buiten. De hele natie was in diep verdriet vanwege dit grote verlies. Vandaag zingen wij met vreugde en ontroering de liederen van Philip Paul Bliss, die werden geboren uit een diepe wandel met zijn Heiland.
Feike ter Velde
Bron: ‘Christian Biography’
P.P. Bliss
Door Ed Reese