Pinksteren… Een nieuwe dag breekt aan!

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 4
Pinksteren… Een nieuwe dag breekt aan!



Met Pinksteren zijn we in de kerk vaak druk met zending en evangelisatie.
Het is een feestdag in het kerkelijk jaar. Maar eigenlijk is het – net als het Kerstfeest – een verjaardag. De gemeente van Christus – de kerk – werd toen geboren, op de Pinksterdag. Daarom vieren we feest!



De Pinksterdag zelf is een éénmalig gebeuren in de heilsgeschiedenis. Na het volbrachte werk van de Here Jezus Christus en na Zijn hemelvaart, kwam de Heilige Geest naar de aarde, zoals was beloofd. Hij werd verwacht door de honderdtwintig daar bijeen in Jeruzalem. Hij – de Geest – kwam in
grote volheid en Hij is gebleven tot op vandaag. Hij kwam om het nieuwe leven, dat eerst Jezus Christus opwekte uit de dood, mee te delen aan de honderdtwintig. En nog eens aan drieduizend op diezelfde dag. Zo werd op die dag(!) de kerk geboren.



Verborgen in God

Het is voor mij altijd wonderlijk geweest dat in de theologie dat unieke van de gemeente, als nieuwe schepping(!), altijd zo onzichtbaar is geweest. Men doet het voorkomen als zou de boodschap van het Nieuwe Testament naadloos voortkomen uit het Oude Testament. Alsof de gelovigen van het OT ongeveer hetzelfde geloof hebben gehad als de NT-gelovigen. Maar de Schrift leert dat het heil dat toen kwam – op de Pinksterdag – niet eerder bekend geweest is op aarde:



“…de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen, maar thans geopenbaard…” (Rom. 16:25)



“…het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de geest is geopenbaard aan de heiligen” (Ef. 3:5)



“…dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen, opdat thans, door middel van de Gemeente, aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten, de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden…” (Ef. 3:10)



“…het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen” (Col.1:26)



De Heilige Geest had in het Oude Testament een andere ‘bediening’ dan in het Nieuwe Testament vanaf de Pinksterdag. Dat hangt samen met de Opstanding van Jezus Christus. Hij werd opgewekt door de Geest als de Eérste van een nieuw mensengeslacht. Daarom wordt Hij de tweede Adam genoemd. De eerste Adam en heel het mensengeslacht uit hem zijn en gáán verloren.



Als het geloof van de mensen in het OT hetzelfde geloof zou zijn als in het NT dan hoefde het geen Pinksteren te worden. Dan kon alles zo doorgaan als het is geweest. Maar daar ligt nu juist de scheidslijn tussen oud en nieuw.



Geopenbaard in de Geest

De nieuwe ´bedeling´ begint met de Pinksterdag. In feite behoren de vier Evangeliën nog tot het Oude Testament. De nieuwe dag begint met Pinksteren, want dan wordt een nieuw mensengeslacht geschapen uit de Tweede Adam – de opgewekte Christus. Niet de Christus van vóór het kruis, maar van ná de opstanding. Natuurlijk is Hij dezelfde, maar toch anders. Hij heeft Zijn leven geofferd aan God…uitgegoten in de dood. Dát leven kwam niet meer terug. Op de Paasmorgen werd Hij opgewekt met een volkomen nieuw leven. Hij werd de nieuwe Mens. Alles ging niet op dezelfde voet verder, neen, er brak een nieuwe dag aan, met de nieuwe Mens die vijftig dagen later, op de Pinksterdag, wordt ´vermenigvuldigd´ in de gelovigen. Elke gelovige krijgt derhalve deel aan dat nieuwe leven, dat Christus als Eerste ontving (1 Cor. 15:20) en daarna de gelovigen. Daarom worden gelovigen ook ‘eerstelingen’ genoemd (Jac. 1:18), voortgebracht door het Woord der Waarheid en geboren uit de Geest, wedergeboren. Dat kon in de tijd van het Oude Testament nog niet. Zij konden niet delen in dat nieuwe leven van de Geest, omdat dat leven nog niet was geopenbaard. “De Geest was er nog” (Joh. 7:39) “Zij hebben het beloofde niet verkregen” …”zodat zij niet zonder ons (de Gemeente) tot volmaaktheid konden komen” (Hebr. 11:39,40).



Een geheimenis

Als Paulus over het Evangelie spreekt, dan gebruikt hij steeds weer het woord ‘geheimenis’. Dat doet hij niet zonder reden en we moeten daar aandacht aan schenken, juist in dit verband. Wat met de Pinksterdag begon in het openbaar, zodat de omstanders verbijsterd toekeken, werd als ‘geheimenis’ voortgezet tot op vandaag: het “geheimenis van de veelkleurige wijsheid Gods” (Ef. 3:9-12). Daar moeten we niet te snel overheen lezen, maar proberen er wat langer bij stil te staan. Deze “veelkleurige wijsheid Gods” moet…en laten we nu goed opletten… aan “de machten in de hemelse gewesten” bekend worden. Die machten in de
hemelse gewesten vinden we o.a. ook in hoofdstuk 6 : “We hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten” (Ef. 6:12). Ons wordt niet direct aangeraden om een christelijke politieke partij op te richten tegen het kwaad in deze wereld – hoewel dat op zich goed kan zijn – , ook niet om de wapens op te nemen – hoewel een overheid dat soms moet – , maar ons wordt aangeraden de geestelijke wapenrusting aan te trekken en de geestelijke strijd aan te binden tegen de dikke donkere deken, die soms over hele dorpen, steden, kerken en scholen kan liggen. “De wereldbeheersers dezer duisternis” zijn satanische werkelijkheden, die niet met vleselijke wapens dienen te worden bestreden, maar met geestelijke wapens. Vanuit de Gemeente van Christus en in Zijn overwinning.



Onze armoede

Wat zijn we allemaal ver van huis – liever gezegd: ver van God – geraakt in onze moderne tijd. Overal zien we mensen komen onder de heerschappij van satan en de demonen en de kerk heeft vaak geen antwoord. We hebben de dingen theologisch – althans zo noemen we het – dichtgetimmerd. Onze dogmatiek wordt voldoende geacht. De toerusting van de Heilige Geest denken we niet meer nodig te hebben. De heilsleer hebben we in beton gegoten. De christenen van na de Pinksterdag trokken erop uit en verkondigden de opgestane Christus met grote kracht. “Ze werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid” (Hand. 4:31). Dat wil zeggen: ze hadden grote zeggingskracht en de Geest werkte mee met wonderen en tekenen. Wat zijn we veel kwijt geraakt. We zijn kwijtgeraakt wat Jezus heeft verworven: de totale overwinning over de machten van de duisternis. De vreze des Heren is weg in de kerk en daarbuiten, omdat de Gemeente haar taak heeft verzaakt om die heerlijke overwinning van Christus bekend te maken aan de machten en overheden in de hemelse gewesten. En ondertussen kunnen de demonische machten, ook in ons land, bijna vrijelijk hun gang gaan. Steeds meer mensen, ook in de kerk, komen onder hun beslag. De nood is groot.



Toen de Heilige Geest kwam op de Pinksterdag heeft Hij de ware gelovigen ook gezet “in de hemelse gewesten” (Ef. 2:6). We hebben onze wandel in de hemel en daarom mogen we hier op aarde leven uit de wondere overwinningskracht van de Geest van God. We moeten die geestelijke kracht
eerst verstaan, willen we haar kunnen uitoefenen. Er is een nieuwe dag aangebroken. Het is Pinksteren geweest en het is nog steeds Pinksteren. De Geest die kwam, is er vandaag nog en wil ons de levende Christus meedelen in Zijn volheid!



Feike ter Velde