Pinksterfeest

Gerrit van Engelenhoven • 80 - 2004/05 • Uitgave: 5
Pinksterfeest



Ze waren samen in de opperzaal,

ze spraken en ze baden en ze wachtten.

Het waren mensen zoals u en ik,

heel alledaags

en zonder het vertoon van wond're krachten

Ze hadden heel dicht bij de Heer geleefd,

zodat ze dagelijks zijn woord vernamen.

Nu was Hij weg, ze waren weer alleen,

bang bij elkaar,

de deuren toe en met gesloten ramen.



Ze wisten goed wat Hij hun had gezegd,

en niemand had het ogenblik vergeten,

dat Hij aan hen de Trooster had beloofd, die

komen zou,

Door Jezus zelf de Heil'ge Geest geheten



Maar alle dagen zijn voorbij gegaan,

op geen van hen verscheen een lichtend teken.

De Geest bleef uit, was het dan t6ch niet waar

Was alle hoop

die men gekoesterd had voor niets gebleken?



Ze waren samen in de opperzaal,

ze spraken en ze baden en ze wachtten.

Toen kwam de aanraking die was beloofd,

met windgeruis,

met vlammen vuur en ongekende krachten.



Een vreemde taal gaf hen de Heil'ge Geest,

het was de taal om zondaars te bekeren,

de taal om aan verlorenen

de weg des heils te leren.

God, laat het vuur op onze hoofden zijn,

leer ons opnieuw Uw klare taal te spreken,

maak ons in deze tijd een helder,

zichtbaar teken.



De wereld wacht op Uw bevrijdend woord,

0, God, de nood is al zo hoog gestegen,

geef ons opnieuw een Pinksterfeest,

en drijf ons uit,

en zegen ons en maak ons tot een zegen.



Gerrit van Engelenhoven