Prediking vaak te vrijblijvend

Dirk van Genderen • 82 - 2006/07 • Uitgave: 11
In veel kerken en gemeenten stopt de dienst misschien wel eens te snel. Waarmee ik niet in eerste instantie
aan de lengte van de preek denk, hoewel de preken vaak niet meer zo lang duren. Er wordt tegenwoordig
wel erg veel rekening gehouden met het zogenaamde luistervermogen van de kerkgangers.

Met het te snel stoppen, denk ik meer aan de inhoud van de preek en met name aan het slot ervan. Mensen worden hopelijk nog opgeroepen
tot geloof en bekering. En dan stopt het. Veel voorgangers wijzen niet of niet erg duidelijk de weg die de mensen te gaan hebben
om bij de Here Jezus te komen
en vergeving van hun zonden te ontvangen. En vervolgens gaan de kerkgangers naar huis, maken bij de kerk al een kletspraatje, drinken een kopje koffie, en wat ze in de dienst gehoord hebben, zakt weer weg.



Heden

De opwekkingsprediker Charles Finney riep de mensen aan het eind van zijn bijeenkomsten altijd
op om hun leven in orde te maken met God. “Wacht niet tot morgen, doe het vanavond nog, voordat u gaat slapen.” Toen op een keer een van de bezoekers onderweg naar huis verongelukte, raakte hem dat heel erg. Vanaf dat moment drong hij er sterk op dat, voordat de mensen naar huis gingen, ze eerst hun leven aan de Here zouden geven en vrede met Hem zouden vinden.

Dat vind je in de Bijbel ook. Denk eens aan de toespraak van Mozes in Deuteronomium 30:19 en 20a: “Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven
en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven,
opdat gij leeft, gij en uw nageslacht,
door de HERE, uw God, lief te hebben, naar Zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen.”

In de Bijbel wordt vaker gesproken
over ‘heden’. In 2 Kor. 6:2 lezen
we: “Zie, nu is het de tijd des welbehagen, zie nu is het de dag des heils.” En Hebr. 3:7 en 8 zegt: “Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet...”
Deze nadruk om heden in het reine
met God te komen, kan mensen ook tot een andere keuze brengen. Wanneer Paulus zich inzet om Felix
het geloof in de Here Jezus te verkondigen, zegt Felix: “Ga voor heden heen...” (Hand. 24:25) Iets dergelijks gebeurt twee hoofdstukken
verderop, wanneer Agrippa tegen
Paulus uitroept: “Gij beweegt mij bijna een christen te worden” (Hand. 26:28).



Huiverig

Ik weet dat men in veel kerken wat huiverig is om de mensen concreet voor een keuze te stellen. Dat krijgt van sommigen het predikaat
‘remonstrants’. “Je kunt je toch niet bekeren, dat moet God toch doen.”
Toch wil ik u vragen hier eens serieus
over na te denken. Krijgen de mensen bij u in de kerk antwoord op de vraag hoe ze tot geloof en bekering kunnen komen? Wanneer
mensen het aan u vragen, wat zegt u dan? Blijft het bij de opmerking dat je daar maar veel om moet bidden? Een terechte opmerking overigens, begrijp me niet verkeerd, maar het is wel een heel gemakkelijk antwoord. En als de mensen dat heel vaak horen, terwijl er niets verandert in hun leven, wordt het ook wel een heel voorspelbare opmerking.



Misschien hoort u Gods stem wel eens in de samenkomst en weet u dat Hij uw hart heeft aangeraakt. We zijn gewend om altijd ‘braaf’ te blijven zitten tot het eind van de dienst, maar het zou toch werkelijk niet gek zijn dat mensen die aangesproken
zijn, tijdens de dienst naar een aparte ruimte kunnen gaan waar met hen kan worden gesproken en gebeden. Wanneer we daarmee wachten, gaat misschien
ook wel het moment voorbij
dat God iemand aanspreekt.

Denk ook eens aan de mogelijkheid
om de prediking af te sluiten met een moment van stil gebed, waarin ieder tot de Here kan gaan, waarna de voorganger of degene die de dienst leidt, de dienst kan afsluiten met gebed.



Nazorg

In veel kerken is men niet gewend dat er (tijdens en) na afloop van de dienst mensen beschikbaar zijn die met je willen bidden. Ik zou daar wel voor willen pleiten. Sommige preken kunnen zoveel aan reacties oproepen, dat je als gemeente de verantwoordelijkheid
hebt om nazorg te verlenen wanneer mensen daarom vragen. En wat is er fijner dan dat? Je ziet er als gemeente toch naar uit dat Gods Woord mensenlevens aanraakt
en verandert.