Religie van de Antichrist…

Feike ter Velde • 87 - 2011 • Uitgave: 11
en het Woord van de levende God

r zal een tijd komen dat er een persoon op aarde regeert die door de Bijbel de Antichrist wordt genoemd. Hij zal politiek en religieus wereldwijd domineren. Het zal vooral een politiek zijn die religieus is bepaald. In kerk en wereld zijn tekenen van de opkomst van die religie duidelijk zichtbaar. Wie ogen heeft om te zien, ziet het.


De regering van de Antichrist is éénmalig, wereldwijd en beperkt van tijdsduur. Die drie criteria moeten we in gedachten houden als we Bijbels willen spreken over de Antichrist en zijn religie.
De wereld van de eindtijd wordt gedomineerd door het herstelde Romeinse rijk, zoals we dat in de profetie zien aangekondigd en zoals dit zich vandaag voor onze ogen voltrekt. Er zijn in de uitleg van Daniël aan Nebukadnezar (Daniël 2) slechts vier wereldrijken van betekenis voordat het Koninkrijk Gods op aarde komt. Het vierde en laatste rijk is het Romeinse wereldrijk, dat echter uit twee perioden bestaat: eerst de periode van ijzer en later de periode van ijzer vermengd met leem. Het hele bouwwerk wordt op één dag en tegelijkertijd (!) vernietigd (Daniël 2:35).

De kerkgeschiedenis leert ons dat deze dingen uit het zicht raakten, tot grote schade van de Kerk zelf en haar boodschap aan de wereld. Dat kwam omdat de Kerk zich in de plaats van Israël ging stellen, de profetie ging vergeestelijken (dat is een logisch gevolg ervan) en zo niets meer overhield aan toekomstvisie vanuit de Schrift. Deze vier wereldrijken zijn dáárom van belang, omdat ze alle vier in een zekere relatie staan met Israël en zijn geschiedenis. We moeten steeds de Bijbel lezen vanuit Israël en vanuit Jeruzalem. Als we dat niet doen, verdwalen we.
En dat is helaas gebeurd. De Kerk raakte het zicht op Israël kwijt en verloor daarmee haar Bijbels wereldbeeld en het zicht op de toekomst. Dat is ernstig, omdat daarmee ook het zicht op de opkomende religie van de Antichrist ontbreekt en er geen profetische duiding is van wat er vandaag gaande is in kerk en theologie. Haar toekomstverwachting - en daarmee haar waakzaamheid - is uit haar weggeëbd. Uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat haar theologie opgaat in de theologie van de Antichrist. Daarmee kan de Kerk, als bolwerk van de waarheid, tot een instituut van de leugen gaan worden. Zou dat niet verschrikkelijk zijn? Als wijlen dr. G.C. van Niftrik spreekt over de verwachting van de kerk, zegt hij: “De Kerk? Ach, eigenlijk nog slechts enkelen. De brede massa van het kerkvolk blijft, zelfs in dit geweldige tijdsgewricht, leven bij de nu eenmaal heersende piëtistische verenging van het evangelie. Voor zover de eenvoudige gelovige geraakt is door een eschatologische verwachting, is deze meestal tot hem gekomen in sektarische vorm” (Kleine dogmatiek, pag. 182).
Hoe ernstig dat is schrijft Van Niftrik een stukje verderop in zijn boek: “Christelijk geloof, dat niet geheel en al van de verwachting van de toekomst Gods doortrokken is, heeft met Christus helemaal niets van doen” (pag. 196). Van zo’n uitspraak zouden we toch moeten schrikken. Want de toekomstverwachting in de Kerk is grotendeels weg, zo niet geheel, dus het geloof van de Kerk heeft daarom, volgens Van Niftrik, niets met Christus te maken. Komt het dan al niet dichtbij de religie van de Antichrist?
De goden van alle volken zijn afgoden (Psalm 96:5), ook de god van onze Nederlandse cultuur is een afgod(!), hoe mooi we de dingen voor onszelf ook formuleren. We hebben destijds een mooie ‘Nederlandse geloofsbelijdenis’ opgesteld, die het belijden van de Kerk onder woorden brengt. Maar Israël wordt er niet in genoemd, noch dat ‘heil dat uit de Joden’ is, hoewel er een erkenning is dat Jezus uit het Joodse volk is geboren (art.18). In artikel 9 vinden we nog een keer de Joden genoemd, maar dan in de rij van mohammedanen en christelijke ketters die zich keren tegen ‘de leer der Drievuldigheid’. De kerk ziet zichzelf als de ultieme vervulling van alle profetie. Dit opent de deur voor de religie van de Antichrist.

Deze religie is uit de mens, die zichzelf op de troon heeft gezet. De mens die zichzelf heeft verheven bóven God en Zijn Woord en zichzelf heeft gemaakt tot norm van alle dingen. Zijn getal is 666, het getal van de mens (Openbaring 13:18).
Het beeld van de volkerenwereld, zoals de Schrift ons dat voorstelt, is het beeld van een mens met Babel als gouden hoofd. Het is afschrikwekkend (Daniël 2:31). Vooral dat vierde wereldrijk was buitengewoon vreselijk (Daniël 7:19) en het verslond alles (vers 23). De gehele aarde gaat dát beest achterna in duivelsaanbidding (Openbaring 13:4). Aanbidding is een woord dat steeds terugkomt in dit dertiende hoofdstuk van Openbaring. Het gaat over de religieuze kant van dat antichristelijke wereldrijk, dat macht uitoefent op de aarde. Hij komt met zijn oplossingen voor de wereldproblemen in een opgemaakt bedje. We spreken van globalisatie van de wereld, één wereld, één taal, namelijk die van de computer.
Culturen versmelten in elkaar en zo zal het ook gaan, vermoed ik, met de religies. Op universitair niveau worden de religies al geruime tijd als gelijkwaardig naast elkaar gezet. Het christelijk geloof kan de pretentie niet meer hebben alleen de waarheid in pacht te hebben. De waarheidsvraag zélf mag in veel christelijke kringen al helemaal niet meer worden gesteld. Dat is een achterhaalde vraag, zegt men. Het geloof is ‘product’ van de mens geworden, zonder de waarheidsclaim, zonder het openbaringskarakter. Als dat voldoende is uitgehold, komt het moment dat alles als onnodige ballast terzijde geschoven kan worden. Dat maakt de weg vrij voor de wereldwijde religie van de nieuwe tijd. Die religie zal zich kenmerken in medemenselijkheid, liefde, saamhorigheid, solidariteit en meer van dit soort ‘modieuze’ kwalificaties. Nergens zal echter meer de waarheidsvraag worden gesteld. Immers, die vraag en die claim werd altijd al als oorzaak van conflict, scheuring en soms zelfs van oorlog gezien. Het oorspronkelijke christelijke geloof met openbaring als bron (de geïnspireerde heilige Schrift) is eigenlijk al grotendeels afgeschreven. Hooguit wordt dat nog aangehangen door enkele orthodoxe, ouderwetse en zeker ook naïeve mensen, vindt men.

Het hoogste doel van de religie van de nieuwe tijd is het zich welbevinden van de mens. De religie van de Antichrist zal daaraan ten volle dienstbaar worden. De gevoelde nood van de mens wordt hier gelenigd en alleen al daarom wordt de nieuwe religie omarmd, in de persoon van de Antichrist die op het wereldtoneel zal verschijnen. Hij zal een bovennatuurlijk en buitengewoon charismatisch wezen zijn, dat uit de aarde opkomt (Openbaring 13:11), zoals dat al gebeurde bij de waarzegster te Endor. Dat was niet Samuël, maar een demon in menselijke gedaante (1 Samuël 28:13). De persoon van de Antichrist lijkt op het Lam, dat is Jezus Christus, maar hij spreekt als de draak (Openbaring 13:11). Zijn uiterlijke gestalte valt op - hij lijkt op Jezus - maar men hoort kennelijk niet dat de inhoud van zijn boodschap van de draak afkomstig is, dat is de duivel (Openbaring 12:9).
Omdat de waarheidsvraag allang niet meer legitiem is en niet meer wordt gesteld, is de onderscheiding bij mensen verdwenen. Al lang geleden is de Bijbel voor christenen dicht gegaan. De dogmatiek is allang ‘uit’ - het gaat om ons welbevinden, niet om moeilijke vragen over de inhoud van een boek, waarover altijd al kerkelijke ruzies zijn geweest. Bovendien doet hij grote - bedrieglijke(!) - wonderen en tekenen. Hij heerst zelfs over de krachten van de natuur (vers 13) en zij die op de aarde wonen worden er massaal door verleid (vers 14). Een schrikwekkend beeld, dat de Schrift ons hier geeft. Maar als we goed kijken, zien we contouren van deze religie vandaag steeds meer zichtbaar worden. Ook het christelijk geloof devalueert naar een religie van de mens en is niet meer openbaring van God. Paulus beschrijft de kerk van de eindtijd met mensen, die zich naar de verdichtsels hebben gekeerd. ‘Want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte tal van leraars bijeen zullen halen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren’ (2 Timoteüs 4:3). De religie van de Antichrist is precies dat waar mensen naar verlangen. Alle wensen worden vervuld.

Vandaag moeten we waakzaam zijn aangaande onszelf én de leer die verkondigd wordt. We moeten ons leven heiligen en reinigen. We moeten weerstand bieden aan een vals evangelie dat erop gericht is ons een comfortabel leventje te bieden in makkelijke en hapklare brokken. Het christenleven is een geestelijke strijd. Een strijd tussen vlees en geest, een strijd die Paulus noemt ‘de goede strijd des geloofs’ (2 Timoteüs 4:7), die erop gericht is om bij het Bijbelse geloof te blijven, dwars tegen alle misleidingen in, om dan straks ook de krans der rechtvaardigheid te ontvangen. Om te blijven bij de ware Gemeente, het Lichaam van Christus, waarvan Hij het Hoofd is en te leren ons af te keren van allerlei wind van leer. Mogen er steeds meer moedige voorgangers en predikanten komen, die de profetie durven duiden en de dwaling durven te benoemen in concrete en aanwijsbare feiten. Dan wordt de Kerk wakker, waakzaam en verwachtend!

Feike ter Velde