Schepping of evolutie (2)

Harrie Tjoelker • 81 - 2005/06 • Uitgave: 25
Schepping of evolutie (2)



In Het Zoeklicht 23 heb ik het onderwerp Schepping of evolutie aangesneden. In discussies over dit onderwerp speelt een belangrijke stelling een rol: “Er is geen debat mogelijk omdat het ene wetenschap is en het andere religie.” Graag wil ik nog ingaan op het aspect van het wetenschappelijk bewijsmateriaal.



Wetenschap criteria

Feitelijk komt het er op neer dat iets alleen wetenschappelijk is bewezen als het voldoet aan de daarvoor gestelde criteria. Het moet observeerbaar en reproduceerbaar zijn en voorspellingen hebben gedaan die uitgekomen zijn.


Het is overduidelijk dat zeker de evolutietheorie niet voldoet aan de criteria. Zo zijn er bijvoorbeeld geen observaties van hoe een molecuul veranderde in een mens, of een bacterie in een banaan. Al jaren proberen wetenschappers de evolutie na te bootsen in laboratoria, maar ze zijn daar nog steeds niet in geslaagd. (Nog afgezien van het feit dat de wetenschapper dan sturing geeft aan het proces van evolutie in dat laboratorium, en er dus sprake is van intelligente input.)


Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van de scheppingsleer. We waren er niet bij toen God de hemel, aarde, dieren en mensen schiep. Ook kunnen we niet van God verlangen om het nog maar eens opnieuw te doen met ons als getuige, met onze videocamera’s, fotografen en journalisten.



Welke bril?

Hoe zit dat dan met die fossielen en aardlagen? Creationisten en evolutionisten, christenen en niet-christenen hebben allen hetzelfde bewijsmateriaal: dezelfde aarde, rotsen, fossielen, dieren en planten en sterren.

Het verschil zit ‘m in de manier waarop we de feiten interpreteren. En daar zit nu juist de kneep.

De manier hoe we de feiten interpreteren wordt bepaald door onze vooronderstelling. Dit zijn de aannames waarvan we veronderstellen dat ze waar zijn, zonder dat te kunnen bewijzen. Deze vooronderstellingen vormen dan de basis voor alle andere conclusies.


Wanneer we proberen te begrijpen hoe de feiten tot stand kwamen, dan proberen we het heden te verbinden aan het verleden. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat christenen in zeker zin beschikken over een soort tijdmachine. Zij hebben een boek: de Bijbel, ‘het Woord van God’. Hij heeft de voor ons belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis, waarvan Hij achtte dat we ze zouden moeten kennen, geopenbaard in zijn Woord.


Op basis van deze gebeurtenissen (Schepping, Zondeval, Zondvloed, Spraakverwarring van Babel, enz.) hebben we een zekere vooronderstelling die bepalend is voor onze manier van denken en die ons in staat stelt om het bewijsmateriaal (de feiten) uit het verleden te interpreteren.


Evolutionisten kijken door een bril waarbij ze God uitsluiten (of in ieder geval dat ‘een god’ speciale scheppingsdaden verrichtte), waarmee zij dus een andere manier van denken verkiezen om het bewijsmateriaal uit het verleden te interpreteren.


Maar ook zonder de Bijbel zijn er voldoende aanwijzingen om uit te gaan van een intelligente schepper in plaats van de “molecuul-naar-mens-theorie”. Zelfs in brief aan de Romeinen lezen we daar al over.

‘Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.’ (Romeinen 1: 20)

Meer en meer wetenschappers zien de hand van een intelligente schepper in alles om ons heen en keren zich af van de evolutietheorie die al jaren niet meer houdbaar is.



Het probleem op scholen is dat scholieren en studenten als het ware getraind worden om door de evolutionistisch bril naar de wereld te kijken. Je kunt je voorstellen dat het op deze manier niet gemakkelijk is het evolutiemodel met het scheppingsmodel te vergelijken.



Nieuwe generatie wetenschappers

Het zou heel goed mogelijk zijn dat een volgende generatie wetenschappers de evolutietheorie unaniem wenst af te wijzen. Daarvoor is wel nodig dat er in het onderwijs naast de evolutietheorie ook voldoende ruimte is voor een creationistische visie, waarbij de scholieren wordt geleerd hoe te denken in plaats van wat ze moeten denken. Dit vereist echter een onbevooroordeelde blik van samenstellers van leerboeken, docenten, regisseurs, etc.

Totdat het zover is zullen we gewoon moeten vertrouwen op het Woord van God en de hulp van christenwetenschappers die wel bereid zijn God de eer te geven voor zijn wonderbare Schepping.



Harrie Tjoelker



Werkgroep In Genesis, www.scheppingofevolutie.nl




Bronnen:

De leugen – Ken Ham, Uitg. Werkgroep Genesis

Creation Magazine 22 (1) – Schepping ‘ Waar is het bewijs?’

DVD – Waarom de schepping zo belangrijk is – Philip Bell – Uitg. Werkgroep In Genesis