Schepping of evolutie

Harrie Tjoelker • 81 - 2005/06 • Uitgave: 23
Schepping of evolutie



Een altijd terugkerend onderwerp is de evolutie theorie. Eerder dit jaar stond dit onderwerp reeds in de belangstelling toen minister Van der Hoeven opperde dat het wellicht goed zou zijn als er een breed debat zou zijn aangaande de evolutietheorie of intelligente schepping. Het opvallende in gesprekken over dit onderwerp is dat evolutionisten direct opmerken dat hun theorie wetenschappelijk is bewezen en het scheppingsverhaal slechts een bepaalde religie is die niet wetenschappelijk kan worden aangetoond.



Wetenschap versus religie?

Dit uitgangspunt ‘wetenschap versus religie’ zag je ook terug in de discussies die volgden op de uitspraken van minister van der Hoeven. Tijdens verschillende gesprekken op radio en TV in die periode was dit ook vaak het uitgangspunt van de aanhangers van de evolutietheorie. Er is geen debat mogelijk omdat het ene wetenschap is en het andere religie. Deze stelling is mijn inziens in meerdere opzichten incorrect.



Ten eerste: waarom zou er geen debat kunnen zijn dat zowel handelt over religie als wetenschap? Feitelijk is het zo dat veel vakgebieden die als wetenschap kunnen worden beschouwd raakvlakken hebben met religie. Denk b.v. maar eens aan de medische wetenschap en ethische vraagstukken (religie kan men hier zien in de brede zin van het woord, dus niet enkel christelijk maar ook filosofisch of humanistisch).



Ten tweede en misschien wel de belangrijkste: spreken we hier inderdaad over een debat tussen wetenschap en religie? Neen! Waarom zou de scheppingsleer minder wetenschappelijk zijn dan de evolutietheorie? Of is misschien de evolutietheorie niet, net als christendom of jodendom, ook een religie?

Goed beschouwd past de scheppingsleer misschien wel beter bij wetenschap dan de evolutietheorie en is er voor geloof in de evolutietheorie misschien wel meer geloof nodig dan voor de bijbelse schepping.



Bewijzen

De gedachte “Ja, maar voor de evolutietheorie hebben we toch wetenschappelijk bewijzen en voor de schepping niet” is diep geworteld. Niet alleen bij evolutionisten maar ook bij christenen. Kijk maar eens naar de volgende vraag: “Maar hoe zit dat dan met fossielen van bijvoorbeeld dinosauriërs, het is toch wetenschappelijk bewezen dat die miljoenen jaren oud zijn?” Op onze website komen er vaak vragen binnen in deze trend. Los van het onderwerp dinosauriërs en de ouderdom van fossielen waar ik graag een volgende keer op in ga en waar u ook veel over kunt lezen op de onze website, toont deze vraag hoezeer deze persoon (overigens een christen) worstelt met het “wetenschappelijk bewijs” van miljoenen jaren en wat de Bijbel zegt over het ontstaan van ons leven.

Ook op scholen (en helaas ook christelijke scholen) wordt dit vaak nog eens benadrukt. De bewijzen zeggen dit... en de bewijzen tonen aan dat... Het nauwkeurige verslag van de schepping wat we in de Bijbel lezen wordt dan vaak afgedaan als een mythe en op zijn best als een symbolische weergave hoe God zijn hand had in de Schepping, maar dat je het niet letterlijk moet nemen.



Wetenschap criteria

Hoe zit het dan met de wetenschappelijke bewijzen?

Feitelijk komt het er op neer dat iets alleen wetenschappelijk is bewezen als het voldoet aan de daarvoor gestelde criteria. Het moet observeerbaar en reproduceerbaar zijn en voorspellingen hebben gedaan die uitgekomen zijn.



Het is overduidelijk dat zeker de evolutietheorie niet voldoet aan deze criteria.

Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van de scheppingsleer. We waren er niet bij toen God de hemel, aarde, dieren en mensen schiep.

Maar een creationist (diegene die in schepping gelooft) is misschien wel in het voordeel. Hij beschikt immers over een geschreven getuigenverslag van de gebeurtenissen aan het begin van ons bestaan.



Uiteindelijk draait het erom welke bril je opzet. Met welke vooronderstellingen je het wetenschappelijke bewijsmateriaal interpreteert.



Harrie Tjoelker

Werkgroep In Genesis, www.scheppingofevolutie.nl



Harrie Tjoelker (35) is afgestudeerd als vliegtuigbouwkundig ingenieur (Ing., BENG). Na enkele jaren vliegtuigindustrie werkt hij als procesingenieur in de ontwikkeling van energiecentrales