Shavu`ot - het Wekenfeest

Gieneke van Veen-Vrolijk • 87 - 2011 • Uitgave: 12
Het Pinksterfeest is een vreugdevol voorjaarsfeest waarop in het christendom de uitstorting van Gods Heilige Geest en het ontstaan van de Nieuwtestamentische Gemeente wordt herdacht (Handelingen 2). Wat weten wij over de betekenis een oorsprong van dit Bijbelse feest?

Oogst- en dankfeest
In het Oude Testament is ‘Shavu`ot’ één van de drie pelgrimsfeesten waarop men naar Jeruzalem trok om het daar te vieren (Exodus 23:14-17). Voor de aard en inhoud van deze viering werd uitgegaan van de Tora-bepalingen in Leviticus 23:10-21; Deuteronomium 16:9-11.
Oorspronkelijk was ‘Shavu`ot’ een oogstfeest dat werd gevierd als feest van dankzegging voor de tarweoogst, zeven weken na de gerstoogst. Hierbij werd dan een ‘omer’ (schoof) van het nieuwe graan als dankoffer aan de Here geofferd.

Benamingen
De benaming ‘Pinksteren’ komt van het Griekse woord ‘pentekoste’ = 50e (dag). In het Hellenistische Jodendom werd dit feest zo aangeduid, vanwege de viering op 50e dag na Pesach. In christelijke kring werd deze term overgenomen. In het Jodendom staat dit feest bekend als ‘Shavu`ot’ (uitspraak: sjawoeót), dat letterlijk ‘weken’ betekent.1 Men telt immers na Pesach zeven weken! Na die wekenperiode, op de 50e dag, is het ‘Wekenfeest’.
De benaming ‘Chag ha-Shavu`ot’ (wekenfeest) of ‘Shavu`ot’ - duidt op deze zeven weken die vanaf Pesach nauwgezet geteld werden: “Zeven weken zult u tellen…” (Exodus 34:22; Deuteronomium 16:9-10). “Tot de volgende dag na de zevende sabbat zult u vijftig dagen tellen…” (Leviticus 23:15,16). De periode vanaf tweede Pesachdag tot ‘Shavu`ot’ wordt ‘Sefira’/telling genoemd. Deze tijd is een bezinningsperiode als voorbereiding op ‘Shavu`ot’.
Shavu`ot’ wordt ook ‘Atséret’/voltooiing van Pesach genoemd, omdat hiermee de reeks Bijbelse voorjaarsfeesten wordt afgesloten.

Bijbelse gegevens betreffende Shavu`ot
In de Tora wordt dit feest aangeduid als ‘Chag Ha-Katsir’, dat betekent ‘oogstfeest’, “…het feest van de oogst…” (Exodus 23:16). Hieruit blijkt dat ‘Shavu`ot’ een oogstfeest was, dat werd gevierd als feest van dankzegging voor de tarweoogst.
Een andere Oudtestamentische aanduiding is ‘Yom ha-Bikkurim’ (dag van de eerstelingen), waarbij de nadruk ligt op het offeren van de eerste en beste rijpe vruchten van de nieuwe oogst aan God: ‘de eerste vruchten van uw arbeid’ (Exodus 23:16a) werden geofferd op ‘eerstelingendag’ (Numeri 28:26). Twee broden die waren gebakken van het meel van de nieuwe tarwe werden als offergave meegenomen naar het heiligdom (Leviticus 23:17-20).

Het Wekenfeest in het Jodendom
In het vroege Jodendom ontstond de traditie om op ‘Shavu`ot’ te gedenken dat God op de Sinaï de Tora had gegeven, waarbij men dan Exodus 19 leest. Deze gewoonte stamt uit de tijd na 70 na Chr. wat inhoudt dat ten tijde van Jezus hoogstwaarschijnlijk deze Toragave-gedenking nog niet bestond. Een vast gebruik is het om in de synagoge het boek Ruth te lezen, omdat wij hierin een Oudtestamentische oogsttijd-beschrijving vinden.

Wat leert ons het ‘Wekenfeest’?
Met ‘Shavu`ot’ gedenken wij de vele zegeningen die de Here ons heeft gegeven. Het offer van Zijn geliefde Zoon, de Here Jezus, is echter het allergrootste offer dat Hij de mens kon schenken: Verlossing door het geloof in Zijn kruisoffer en plaatsvervangend lijden.
Maar ‘Shavu`ot’ is ook een dankfeest dat ieder van ons oproept om stil te staan bij de zeer persoonlijke vraag wat ik Hém nu als offer breng. Het wekenfeest staat niet los van ‘Yom ha-Bikkurim’ (dag van de eerstelingen) en dat bepaalt mij er bij dat ik het beste en eerste van mijn hele leven aan Hem mag wijden, als een Hem welgevallig eerstelingenoffer. Dit eerstelingenoffer dat ik breng moet heilig voor God zijn en een aangename geur voor Hem (Leviticus 23:18-20). Dat is een offer dat als eerstelingenoffer liefdevolle toewijding vraagt. Dat is wat God in ons begeert te zien:
“een levend, heilig en God welbehagelijk offer…” (Romeinen 12:1).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 ‘Shavu`ot’(weken) is de meervoudsvorm van het Hebreeuwse woord ‘shavú`a’ (week).