Simeon, de profeet

Dirk van Genderen • 86 - 2010 • Uitgave: 25/26
Wie was Simeon eigenlijk? We komen hem tegen in Lucas 2, kort na de geboorte van de Here Jezus. Een man op leeftijd wellicht. Wanneer Maria en Jozef met de Here Jezus naar de tempel gaan, is ook hij daar. Hij neemt het kind in zijn armen, looft God en spreekt bijzondere woorden, profetische woorden.

We weten niet zo veel van Simeon. Hij verschijnt in Lucas 2 en verdwijnt daarna weer. Nergens elders in de Bijbel lezen we over hem. Ook niet in Handelingen 15:14, waar we een Simeon tegenkomen. Daar gaat het echter over Petrus, die zichzelf ook wel Simeon noemt (2 Petrus 1:1).
De Simeon in Lucas 2 heeft iets weg van een profeet. Zijn naam kwam veel voor in Israël en betekent ‘verhoring’. Hij was letterlijk getuige van de verhoring van al Israëls gebeden om de Messias en de gebeden om verlossing.
Er wordt een prachtig getuigenis van hem gegeven. ‘Hij was rechtvaardig en vroom en hij verwachtte de vertroosting van Israël en de Heilige Geest was op Hem’, lezen we in vers 25. Rechtvaardig jegens mensen en vroom voor God.

Geleid door de Geest
De dag is aangebroken dat Maria en Jozef naar de tempel gaan om ‘Hem de Here voor te stellen’ (vers 22). En juist op de dag dat ze in de tempel komen, is deze Simeon er ook. Vers 27 zegt: ‘En hij kwam door de Geest in de tempel.’ Dat zegt veel over hem. Hij stond open voor de leiding van de Heilige Geest en hij gehoorzaamde de Heilige Geest. Zo kwam hij precies op het juiste moment in de tempel.

Vers 25 zegt dat hij rechtvaardig en vroom was. Dat is mooi, als God dat van je zegt. Dat geeft overduidelijk aan dat hij leefde met God, ja, een man Gods was. Hij leefde zoals God het wilde en hield Zijn geboden.
En, wordt er aan toegevoegd, dat hij de vertroosting van Israël verwachtte, een verwijzing naar de profeet Jesaja (Jesaja 40:1,2 en 61:1,2). De vervulling van deze Messiaanse verwachting was nu bijna aangebroken. Simeon was één van de zeer weinigen die door de Here hiervan op de hoogte was gebracht.

Een Godsspraak
Hem was namelijk door de Heilige Geest een Godsspraak gegeven dat hij de dood niet zou zien, eer hij de Christus des Heren gezien had (vers 26). Deze formulering maakt duidelijk dat Simeon wellicht al behoorlijk op leeftijd was. Juist omdat hij vroom en rechtvaardig was, kon God hem deze Godsspraak geven en hem uitkiezen voor deze taak.
De engelen hadden aan de herders de boodschap van de geboorte van Christus doorgegeven. Simeon werd door God ingeschakeld om deze boodschap in de tempel te laten klinken.

Het was op de veertigste dag na Zijn geboorte dat de Here Jezus in de tempel werd gebracht. Simeon was er toen al, geleid door de Geest. Zal de Heilige Geest tegen hem gezegd hebben dat nu de dag is aangebroken? In ieder geval komt hij naar Jozef en Maria toe, als die de tempel binnenkomen. Hij neemt het Kind in zijn armen. Wat zal er door hem zijn heengegaan? De Vertrooster van Israël is gekomen. Het is toch waar! Dit is de ‘Christus des Heren’. Tranen rolden wellicht over zijn wangen. God vervult Zijn belofte.

Vers 28 zegt dat hij God loofde. Letterlijk staat daar dat hij God zegende. Verbaasd zullen Jozef en Maria hebben geluisterd. Wie is dit en wat betekent dit?
De woorden rollen over zijn lippen. Woorden van God zelf. ‘Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord’ (vers 29). Het woord dienstknecht - doulos - betekent ten diepste ‘slaaf’.
Simeon had als een wachter uitgezien naar de vervulling van Gods beloften. En nu had hij de Messias in zijn armen. We weten niet hoelang hij hierna nog heeft geleefd, maar zijn taak is volbracht. Nu mag hij gaan in vrede, in shalom.

Ook voor de heidenen
‘Mijn ogen hebben Uw heil, Uw zaligheid gezien’ (vers 30), de Christus des Heren, Degene door Wie God Zijn heil gaat realiseren, de vertroosting van Israël.
Heel opmerkelijk is vers 31. Daar wordt duidelijk dat Simeon een profetische boodschap doorgeeft. Het heil is niet alleen bereid voor Israël, maar God heeft het ook bereid voor het aangezicht van alle volken. De Here Jezus komt niet alleen voor Israël, maar voor heel de wereld. Wat een boodschap!

Luister ook naar vers 32: ‘Licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor Israël.’ Simeon, de profeet. Hij kondigt de Here Jezus al aan als het Licht van de wereld. Door Zijn licht zullen de heidenen openbaring ontvangen. En ook door Zijn licht zal de heerlijkheid zichtbaar worden, die God aan Zijn volk Israël gegeven heeft.
Het volgende vers zegt dat Zijn vader en Zijn moeder verwonderd toekijken en luisteren. Ze zullen veel verwacht hebben, maar niet dit. En of ze Simeon gekend hebben, wordt niet gemeld.
Het zou kunnen zijn dat Simeon een priester was. Daarop kan vers 34 wijzen, waar we lezen dat Simeon hen zegent. Dat was typisch een taak van de priester. Er wordt wel verondersteld dat hij daarom betrokken was bij het opdragen van Jezus in de tempel. Het kan in dat geval goed zijn dat hij de bekende priesterlijke zegen uit Numeri 6 heeft uitgesproken (‘De Here zegene u en Hij behoede u…’).

Simeon gaat door. Hij zegt tegen Maria: “Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat weersproken wordt.” Velen die dood zijn door hun zonden, zullen opstaan, tot bekering komen. Anderen zullen ten val komen, omdat ze aanstoot aan Hem nemen, Hem niet willen volgen, Hem afwijzen. Hij zal weersproken worden. Door Hem zal duidelijk worden wat leeft in de harten van de mensen.

Het dan volgende vers (35) is heftig voor Maria. “Door uw eigen ziel zal een zwaard gaan.” In die woorden is al inbegrepen dat de Here Jezus veel zal moeten lijden. Zijn lijden zal voor Maria zijn als een zwaard dat door haar ziel zal gaan. Ze zal later nog vaak aan deze woorden hebben teruggedacht, zeker toen Hij aan het kruis hing, tussen hemel en aarde, toen zij Hem zag sterven.

Elf Bijbelverzen
Zo hebben we een korte ontmoeting met Simeon. Door God zelf geroepen en gestuurd naar de tempel, door gehoor te geven aan de opdracht die de Heilige Geest hem gaf.
We weten niet hoe oud hij was toen deze ontmoeting plaatsvond en ook niet hoelang hij hierna nog leefde. Alles wat we van hem weten, vinden we in deze elf Bijbelverzen.
En zeker, er zijn allerlei speculaties over hem. Hij zou in die tijd grote bekendheid hebben genoten en begiftigd zijn geweest met een profetische geest.
Gamaliël (Handelingen 5 en 22) zou de zoon van deze Simeon zijn geweest. Het zou natuurlijk kunnen dat de rechtvaardige en vrome Simeon een zoon had, die Farizeeër was geworden.

Belangrijker nog dan precies te weten wie deze Simeon was, is de vraag of de Here ook van ons zou kunnen zeggen dat we rechtvaardig en vroom, godvrezend zijn. Is het Licht, de Here Jezus, al voor ons gaan schijnen? En als de Heilige Geest tot ons zou spreken, zoals Hij hier tot Simeon deed, horen we dan Zijn stem? Mag, kan de Here u, jou, gebruiken als een Simeon?

Dirk van Genderen