Spreuken 2:10-22

Els ter Welle • 80 - 2004/05 • Uitgave: 3
Spreuken



Spreuken 2:10-22



In dit gedeelte wordt bijzonder veel over wegen en paden geschreven. Aan de ene kant zijn er de paden van het recht en van de rechtvaardigen, de weg Zijner gunstgenoten en de weg van de goeden. (vers 8,9,20) Lijnrecht daartegenover is er de boze en duistere weg van de goddelozen, die omschreven wordt als een kromme en een dwaalweg (vers 12,13,150).



Er worden hier slechts twee soorten wegen genoemd: de weg van de zonde en de weg van heiligheid, een goede en een slechte weg. Of zoals het Nieuwe Testament het zegt: de smalle en de brede weg.

Maar is er dan geen tussenweg? Is er geen mogelijkheid om een beetje mee te doen met de wereld en de zonde? Helaas: we wandelen of op de ene of op de andere weg. In Matth.7:13,14 wordt ons de droeve realiteit verteld dat weinigen de goede weg zullen gaan. Op de brede weg is veel zgn. vrijheid, alles mag, men denkt heel ruim. Er is genoeg plaats. De menigte bevindt zich daar. Onze natuurlijke neiging is om met de stroom mee te gaan. Te doen zoals de meeste mensen doen.



Maar wat ons van deze weg af zou moeten schrikken is dat deze brede, verkeerde, zondige weg voert naar de dood en het verderf. Spreuken 2 zegt dat we 'naar de schimmen' geleid worden en niet één van hen het pad van het leven bereiken zal (18,19).

Het kan zijn dat u openlijk op het verkeerde pad wandelt of in het verborgen de weg van de zonde loopt. Het maakt geen verschil. De eeuwige dood is het einde ervan. Tenzij.....u zich bekeert, met de zonde afrekent, de wereld de rug toekeert, het eigen-ik verloochent, tegen de stroom in Jezus volgt!



Die smalle weg is een moeilijke, maar niet een gesloten weg. Dank zij de Here Jezus Christus en Zijn offer voor ons, ligt deze weg voor ons open!! En als we onze voeten op deze weg ten leven zetten, pakt onmiddellijk de Heilige Geest ons bij de hand om ons te helpen en te leiden.



Els ter Welle