Spreuken 22:6
‘Leer een kind al vroeg wat hij moet weten, dan zal hij later daarnaar leven.’
Spreuken 22:6
Ik was enig kind, maar gelukkig woonden wij in een zeer kinderrijke buurt. Mijn moeder was een toegewijd christen. Zij nodigde soms op tweede Kerstdag de kinderen van de buurt bij ons thuis uit voor een eenvoudige kerstviering. Alle gordijnen werden op klaarlichte dag dichtgedaan. Samen met mijn vader mocht ik daarna de echte kaarsjes in de kerstboom aansteken. Mijn vader tilde me op, zodat ik ook bij de hoogste kon. Ik hield een lucifer bij elk pitje, heel voorzichtig, zodat er geen brand zou ontstaan. Voor de zekerheid stond er een emmer water met een spons erin binnen handbereik. Wow, wat was dat gezellig.
Mijn moeder had intussen warme chocolademelk klaargemaakt, de witte bekers klaargezet en een schaal met grote kerstkransen: van die koeken met een gat in het midden en aan de buitenkant heel veel suiker erop.
De kaarsjes gaven net genoeg licht om er bij voor te kunnen lezen. Want dat deed mijn moeder. Ze had met heel veel zorg een mooi verhaal uitgezocht met een echte kerstboodschap. Ze las het dan eerst aan mij voor, zodat ze later met de juiste intonatie het verhaal zou kunnen vertellen. Als laatste voorbereiding legde ze dat boek klaar.
Klingelingeling, daar ging de bel. De buurtkinderen waren er en het ‘eenvoudige’ feest kon beginnen. We zongen - zonder begeleiding - bekende kerstliedjes en dan las mijn moeder voor… Het zijn herinneringen aan gouden momenten met Kerst!
Voorlezen is een vorm van overdracht van het Evangelie die al heel oud is en die zijn kracht nog niet heeft verloren. Die zelfs in deze onpersoonlijke tijd weer toekomst heeft! En het geweldige is: iedereen kan het!
Voorlezen heeft iets. Het is knus, het is persoonlijk. Er wordt geen knop van de televisie ingedrukt, er is geen machine die tot ze spreekt, maar iemand in levende lijve neemt de tijd om voor te lezen.
Openbaring 1:3 zegt: “Zalig, hij die voorleest.”
Zoveel wat we doen, doen we omdat onze ouders het ons hebben voorgeleefd! Het voorbeeld van onze ouders heeft meer invloed op ons gehad dan hun woorden. De eerste indrukken die we ontvangen hebben als kind - en ik sta nu dus stil bij de goede - blijven ons het hele leven bij. We behouden de geur van wat er in ons ‘vat’ is gedaan, ook als we misschien een andere weg zijn ingeslagen…
Els ter Welle
Spreuken 22:6
Ik was enig kind, maar gelukkig woonden wij in een zeer kinderrijke buurt. Mijn moeder was een toegewijd christen. Zij nodigde soms op tweede Kerstdag de kinderen van de buurt bij ons thuis uit voor een eenvoudige kerstviering. Alle gordijnen werden op klaarlichte dag dichtgedaan. Samen met mijn vader mocht ik daarna de echte kaarsjes in de kerstboom aansteken. Mijn vader tilde me op, zodat ik ook bij de hoogste kon. Ik hield een lucifer bij elk pitje, heel voorzichtig, zodat er geen brand zou ontstaan. Voor de zekerheid stond er een emmer water met een spons erin binnen handbereik. Wow, wat was dat gezellig.
Mijn moeder had intussen warme chocolademelk klaargemaakt, de witte bekers klaargezet en een schaal met grote kerstkransen: van die koeken met een gat in het midden en aan de buitenkant heel veel suiker erop.
De kaarsjes gaven net genoeg licht om er bij voor te kunnen lezen. Want dat deed mijn moeder. Ze had met heel veel zorg een mooi verhaal uitgezocht met een echte kerstboodschap. Ze las het dan eerst aan mij voor, zodat ze later met de juiste intonatie het verhaal zou kunnen vertellen. Als laatste voorbereiding legde ze dat boek klaar.
Klingelingeling, daar ging de bel. De buurtkinderen waren er en het ‘eenvoudige’ feest kon beginnen. We zongen - zonder begeleiding - bekende kerstliedjes en dan las mijn moeder voor… Het zijn herinneringen aan gouden momenten met Kerst!
Voorlezen is een vorm van overdracht van het Evangelie die al heel oud is en die zijn kracht nog niet heeft verloren. Die zelfs in deze onpersoonlijke tijd weer toekomst heeft! En het geweldige is: iedereen kan het!
Voorlezen heeft iets. Het is knus, het is persoonlijk. Er wordt geen knop van de televisie ingedrukt, er is geen machine die tot ze spreekt, maar iemand in levende lijve neemt de tijd om voor te lezen.
Openbaring 1:3 zegt: “Zalig, hij die voorleest.”
Zoveel wat we doen, doen we omdat onze ouders het ons hebben voorgeleefd! Het voorbeeld van onze ouders heeft meer invloed op ons gehad dan hun woorden. De eerste indrukken die we ontvangen hebben als kind - en ik sta nu dus stil bij de goede - blijven ons het hele leven bij. We behouden de geur van wat er in ons ‘vat’ is gedaan, ook als we misschien een andere weg zijn ingeslagen…
Els ter Welle