Spreuken 3:5 (V)

Els ter Welle • 81 - 2005/06 • Uitgave: 5
Spreuken



‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet’ Spreuken 3:5



Ik las een Engels gedicht van een zekere William Ernest Henley.

Ik geef een verkorte eigen versie ervan weer:

Hoe zwart de nacht die mij omvat

Ik zal niet vergaan

Hoe diep de put waarin ik toef

Ik zal blijven staan

Ik ben de kapitein van mijn ziel

Ik ben de meester van mijn noodlot

Ik laat mij niet verslaan.

Dit klinkt stoer. Maar hier zijn de grenzen van zelfvertrouwen overschreden en is er sprake van zelfoverschatting.



Jeremia was een ander soort man. Zijn kracht lag niet in zelfvertrouwen, maar in vertrouwen in God. En dat maakte hem de man van God, die hij was. Hij zegt: ‘Ik weet, o Here, dat het niet aan de mens staat zijn eigen weg te kiezen noch aan een man om te gaan en zijn schreden te richten’ (Jer.10:23).

Jeremia wist dat hij niets kon doen zonder de Here. Hij was geen meester van zijn ziel en leven. Zijn levenslot lag in de handen van zijn God!

Hij wordt wel de wenende profeet genoemd. Hij had een hele zware roeping. Soms zakte hij bijna weg in de modder van de ellende. Maar dan hief hij zijn ogen op naar God. Daarvan verwachtte hij zijn hulp. Niet van zichzelf! En dat maakte hem de krachtige man die hij was.



Er zijn roeiboot-mensen en stoomboot-mensen. De roeiboot-mens is de humanistische mens, die gelooft dat hij door eigen inspanning, zonder hulp van buitenaf, zijn leven op de rails kan houden. Een stoomboot mens is iemand die kracht in zijn binnenste heeft ontvangen van God. Hij vaart niet op zelfvertrouwen, niet op vertrouwen in een ander mens, maar op vertrouwen in de Here Jezus Christus! Of hij nu de wind mee of tegen heeft, hij gaat voort door de kracht van de Heilige Geest!



Els ter Welle