Spreuken 3:7b (I)
Spreuken
Vrees de Here en wijk van het kwaad Spreuken 3:7b
U kunt niet voorkomen dat de vogels over uw hoofd vliegen, maar u kunt wel verhinderen dat ze een nest in uw haren bouwen. Het is één van de vele kenmerkende uitspraken van Corrie ten Boom.
Er komen bij ons allemaal wel eens kwade gedachten op. Als u die gedachten echter vasthoudt en een plaats blijft geven, staat u toe dat er een ei gelegd wordt, waaruit slecht broedsel zal komen. De gedachte aan kwaad wordt pas kwaad, als we haar bij ons binnen nodigen en een stoel aanbieden.
Onze tekst zegt dat we het kwade moeten mijden. Elke verkeerde daad begint met een gedachte. Het is dus zaak dat we alert zijn om die foute gedachte gelijk vanaf het begin te onderkennen en te vangen. Hoe verder we op de weg van de zonde komen, hoe dieper we er in verstrikt raken. En hoe groter de schade zal zijn die we onszelf en anderen berokkenen.
We zien dit ook treffend in Psalm 1. Let op de climax: eerst wandelt de man op de verkeerde weg, daarna staat hij erop en vervolgens zit hij in de kring der spotters.
We zien dezelfde klimmende lijn bij Eva. Ze luisterde naar de slang, ze ging in gesprek met hem, toen zag ze dat de boom een lust was voor de ogen en goed om van te eten, zij nam en at en gaf ook haar man.
Dat is wat ik om me heen zie gebeuren. Iemand doet één verkeerde stap. Als de persoon in kwestie dan naar de stem van zijn geweten luistert, stopt het daar. Maar als de stem van het geweten het zwijgen wordt op gelegd en er door wordt gegaan op de verkeerde weg, stompt het moreel af. Er is geen berouw. Wat fout is, wordt goed gepraat. Normen en waarden vervagen eerst maar daarna verworden ze.
Welzalig de man, de vrouw die ver van het kwade vandaan blijft, omdat hij de Here vreest!
Els ter Welle
Vrees de Here en wijk van het kwaad Spreuken 3:7b
U kunt niet voorkomen dat de vogels over uw hoofd vliegen, maar u kunt wel verhinderen dat ze een nest in uw haren bouwen. Het is één van de vele kenmerkende uitspraken van Corrie ten Boom.
Er komen bij ons allemaal wel eens kwade gedachten op. Als u die gedachten echter vasthoudt en een plaats blijft geven, staat u toe dat er een ei gelegd wordt, waaruit slecht broedsel zal komen. De gedachte aan kwaad wordt pas kwaad, als we haar bij ons binnen nodigen en een stoel aanbieden.
Onze tekst zegt dat we het kwade moeten mijden. Elke verkeerde daad begint met een gedachte. Het is dus zaak dat we alert zijn om die foute gedachte gelijk vanaf het begin te onderkennen en te vangen. Hoe verder we op de weg van de zonde komen, hoe dieper we er in verstrikt raken. En hoe groter de schade zal zijn die we onszelf en anderen berokkenen.
We zien dit ook treffend in Psalm 1. Let op de climax: eerst wandelt de man op de verkeerde weg, daarna staat hij erop en vervolgens zit hij in de kring der spotters.
We zien dezelfde klimmende lijn bij Eva. Ze luisterde naar de slang, ze ging in gesprek met hem, toen zag ze dat de boom een lust was voor de ogen en goed om van te eten, zij nam en at en gaf ook haar man.
Dat is wat ik om me heen zie gebeuren. Iemand doet één verkeerde stap. Als de persoon in kwestie dan naar de stem van zijn geweten luistert, stopt het daar. Maar als de stem van het geweten het zwijgen wordt op gelegd en er door wordt gegaan op de verkeerde weg, stompt het moreel af. Er is geen berouw. Wat fout is, wordt goed gepraat. Normen en waarden vervagen eerst maar daarna verworden ze.
Welzalig de man, de vrouw die ver van het kwade vandaan blijft, omdat hij de Here vreest!
Els ter Welle