Spreuken 4:20,21
‘Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken, laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart.’ Spreuken 4:20,21
Samuël slaapt dicht bij zijn meester Eli. Op een nacht schrikt hij wakker. Hij hoort duidelijk zijn naam roepen. Hij springt zijn bed uit en loopt naar Eli. “Heeft u mij geroepen?” Nee, dat heeft hij niet gedaan. Samuël gaat weer terug. Maar als hij nog maar net ingedommeld is, komt weer die stem. Ook nu zegt Eli dat hij hem niet geroepen heeft. Als voor de derde keer hetzelfde gebeurt, gaat er een licht op bij Eli. Hij zegt tegen Samuël: “Als je weer de stem hoort, zeg dan: spreek, Heer, uw knecht hoort.”
En daarmee leert Eli aan de jongen, maar ook aan ons, een belangrijke les. Zonder een open oor en een ontvankelijk hart, kunnen we Gods Woord niet ontvangen.
Gaat u ’s zondags naar de kerk en komt u er uit zoals u er in bent gegaan? U zegt: ja, dat ligt aan de predikant. Hij brengt wel de goede leer, maar hij spreekt zo saai. De preek is wel Bijbels, maar het is niet diep genoeg.
Maar met welke instelling en houding gaat u naar de dienst? Zit u er wakker en alert om Gods stem te horen? De spreukentekst van deze keer laat zien hoe we naar Gods Woord moeten luisteren: met oren, ogen en hart wijd open. Niet passief, maar actief. God wil door de liederen, de gebeden en de prediking tot u spreken, ook als de preek eenvoudig gebracht wordt, of misschien juist te ingewikkeld.
Laten we Eli’s advies aan Samuël ter harte nemen en bidden: “Spreek Heer, uw knecht hoort.”
Dat geldt ook voor het persoonlijke Bijbellezen. Laten we dat eens vergelijken met het eten van brood. Hoe doen we dat? We vragen een zegen en nemen een hap. Slikken we het vervolgens door? Nee, er moet eerst gekauwd worden! Zo is het ook met Gods Woord! Als we oppervlakkig lezen, zegt het ons niet veel. Maar als we er diepgaand mee bezig zijn, met open ogen, oren en hart, zal God zeker tot u spreken!
Els ter Welle
Samuël slaapt dicht bij zijn meester Eli. Op een nacht schrikt hij wakker. Hij hoort duidelijk zijn naam roepen. Hij springt zijn bed uit en loopt naar Eli. “Heeft u mij geroepen?” Nee, dat heeft hij niet gedaan. Samuël gaat weer terug. Maar als hij nog maar net ingedommeld is, komt weer die stem. Ook nu zegt Eli dat hij hem niet geroepen heeft. Als voor de derde keer hetzelfde gebeurt, gaat er een licht op bij Eli. Hij zegt tegen Samuël: “Als je weer de stem hoort, zeg dan: spreek, Heer, uw knecht hoort.”
En daarmee leert Eli aan de jongen, maar ook aan ons, een belangrijke les. Zonder een open oor en een ontvankelijk hart, kunnen we Gods Woord niet ontvangen.
Gaat u ’s zondags naar de kerk en komt u er uit zoals u er in bent gegaan? U zegt: ja, dat ligt aan de predikant. Hij brengt wel de goede leer, maar hij spreekt zo saai. De preek is wel Bijbels, maar het is niet diep genoeg.
Maar met welke instelling en houding gaat u naar de dienst? Zit u er wakker en alert om Gods stem te horen? De spreukentekst van deze keer laat zien hoe we naar Gods Woord moeten luisteren: met oren, ogen en hart wijd open. Niet passief, maar actief. God wil door de liederen, de gebeden en de prediking tot u spreken, ook als de preek eenvoudig gebracht wordt, of misschien juist te ingewikkeld.
Laten we Eli’s advies aan Samuël ter harte nemen en bidden: “Spreek Heer, uw knecht hoort.”
Dat geldt ook voor het persoonlijke Bijbellezen. Laten we dat eens vergelijken met het eten van brood. Hoe doen we dat? We vragen een zegen en nemen een hap. Slikken we het vervolgens door? Nee, er moet eerst gekauwd worden! Zo is het ook met Gods Woord! Als we oppervlakkig lezen, zegt het ons niet veel. Maar als we er diepgaand mee bezig zijn, met open ogen, oren en hart, zal God zeker tot u spreken!
Els ter Welle