Spreuken 6:16-20 (V)

Els ter Welle • 85 - 2009 • Uitgave: 16
‘Deze zes dingen haat de Here, ja, zeven zijn Hem een hartgrondige gruwel: hoogmoedige ogen, een valse tong, handen die onschuldig bloed vergieten, een hart dat heilloze plannen smeedt, voeten die zich haasten om naar het kwade te snellen, wie leugens uitblaast als een vals getuige en wie twist stookt tussen broeders.’
Spreuken 6:16-20


Achab wandelt door de prachtige tuinen van zijn paleis. Ze zijn een en al kleur en geur en vol goddelijke schoonheid. Maar hij ziet op dit moment niets van dit alles, want hij is boos. Hij wil de grond van zijn buurman Naboth erbij en die heeft net geweigerd het aan hem te verkopen. Als hij in zijn paleis terugkomt, kruipt hij van pure ellende in bed. Hij ligt daar te mokken als het zachte geluid van een rijk gewaad zijn slaapkamer komt binnen ruisen. Het is zijn vrouw Izebel. Zij bedenkt een verschrikkelijk plan. Zij zal twee mannen proberen te vinden die niet bang zijn voor een leugen. En ze vindt ze… Het hele volk wordt samen geroepen. De oudsten gaan staan en zeggen: ‘God gaat ons straffen, want één van jullie heeft God en de koning gelasterd. Wie weet wie dat heeft gedaan?’ Dan roepen die twee valse mannen: ‘Dat is Naboth! We hebben het zelf gehoord.' En zo wordt de onschuldige Naboth wreed gestenigd.

Ons schriftgedeelte is een getallenspreuk. Het is een dichtvorm om de aandacht te trekken voor die zaken die de schrijver belangrijk acht, maar natuurlijk is dit rijtje van zeven niet compleet. De leugen wordt daarin, als enige, twee keer genoemd. In het eerste geval gaat het om onwaarheid in de ‘privé’ sfeer, de tweede keer om een openbare leugen. Een valse tong brengt altijd schade, maar de gevolgen van een vals getuigenis zijn veel ingrijpender. Als men met de hand op de Bijbel verklaart de waarheid te zullen spreken en vervolgens willens en wetens liegt of waarheid achter houdt, is dat een grote belediging van God en het heeft ernstige gevolgen voor de medemens. Een grote menigte is door de eeuwen heen op deze manier onterecht bestraft en in de gevangenis terecht gekomen of zelfs ter dood veroordeeld. Gelukkig is voor de meesten van ons dit alles ver van ons bed. Daarom wil ik het wat dichter bij huis brengen. Stel dat u in een vergadering bent waar iemand onterecht beschuldigd wordt. U hebt gegevens om dat recht te zetten, maar u zwijgt…

Ook Stefanus werd beschuldigd door valse getuigen. Maar toen hij gestenigd werd, straalde hij. Hij zag de hemel geopend! De bergrede zegt: ‘Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.’ *

Els ter Welle

* Matt. 5:11