Spreuken 6:6-8

Els ter Welle • 85 - 2009 • Uitgave: 4
‘Ga tot de mier, gij luiaard, ziet haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs.’
Spreuken 6:6-8


Een bekende managementuitspraak is: ‘People do not do what we expect, but what we inspect.’* In het algemeen hebben mensen iemand nodig die hun werk controleert. Het vraagt karakter om zonder stimulans en toezicht te werken. Ik kan me nog herinneren dat we op school hard werkten als de leraar erbij was, maar o wee als hij er even niet kon zijn…
Het bijzondere van mieren is, dat ze niemand hebben die hen aanvoert. Ze hebben geen leider en niemand die toezicht houdt.** Toch werken ze bijzonder systematisch en in een rustig tempo door. De mier drijft zichzelf aan tot werk. Het gebeurt allemaal onbewust en automatisch, naar hun eigen door God ingeschapen aard.

Er zijn meer dan 10.000 mierensoorten beschreven. Allen zijn ze een volmaakt voorbeeld van orde en discipline. En ze werken geweldig samen! De mannetjes, de wijfjes (de koninginnen) en de werksters, hebben allemaal hun eigen functie.
Bouwmieren bouwen het huis. Een mierenhoop lijkt een onbeduidend hoopje zand, maar vanbinnen is het een zeer kunstig bouwwerk. Je vindt er gangen, voorraadafdelingen, ventilatietunnels, ruimten waar eieren worden uitgebroed en afdelingen voor de koninginnen. Andere mieren zijn zuivelfabrikanten. Zij ‘melken’ zoete vloeistof van luizen en andere insecten. Er zijn soldaten die de kolonie bewaken. De fouragemier is verantwoordelijk voor de voedselvoorziening, enz. enz.
Eén enkele mier is heel zwak en tot weinig in staat. Maar door de bundeling van krachten, door in teamverband te werken, presteren ze geweldig!

Onze tekst uit Spreuken zegt dat de luiaard moet kijken naar de mier en wijs moet worden. De Here heeft iets van Zijn oneindige wijsheid in dit nietige schepsel gelegd, waar wij ons aan mogen spiegelen.
God heeft ook de mensheid zo gemaakt dat iedereen nodig is op de plek waar God hem geplaatst heeft. Daar mogen we onze taak verrichten, rustig en gestadig onder Zijn toezicht, als voor de Here.
Martin Luther King zei heel kenmerkend: “Als een man geroepen is om straatveger te zijn, dan moet hij de straat vegen zoals Michel Angelo schilderde, zoals Beethoven componeerde, of zoals Shakespeare poëzie schreef. Hij moet de straat zo goed vegen, dat alle hemelse en aardse heerscharen zullen zeggen: hier woonde een geweldige straatveger die zijn werk goed deed.”

Els ter Welle

* Mensen doen niet wat we van hen verwachten, maar wat we controleren.
** Een enkel ras heeft wel een koning.