Spreuken 6:6 (II)
Spreuken
‘Ga tot de mier, gij luiaard, ziet haar wegen en word wijs’
Spreuken 6:6
De spreukendichter weet dat de luiaard geen zeldzaamheid is. Het is de gewone man en vrouw, die telkens weer excuses heeft om iets niet te doen en de dingen voor zich uit te schuiven. De dichter zegt tegen zo’n persoon: leer van de mier! Zie en overdenk haar leven en word wijs. En daarmee slaat hij de spijker op de kop. Mieren prediken een krachtige boodschap over werkzaamheid, zonder een woord te zeggen. Ze worden maar twee keer in de Bijbel genoemd, hier én in Spreuken 30:25, waar ze een volk zonder kracht worden genoemd. Ze zijn niet sterk, maar wel zeer slim, door het instinct dat de Here zo kunstig in hen heeft gelegd.
De mier is een wandelende chemische fabriek, uitgerust met een verfijnd communicatiesysteem en een adequate wapenuitrusting. Ze hebben een soort in geprogrammeerde code, om te zorgen voor het welzijn van de hele kolonie en staan daar altijd klaar voor. Hun werkijver kent zijn weerga niet in de fauna van onze wereld.
Zij zorgen ook voor het ecosysteem van de aarde. Bijna alle grond van de hele aardbol wordt door hen omgewoeld, vermengd met lucht, gedroogd en verrijkt. Zij zijn ook de aaseters, die negentig procent van alle lijken van kleine dieren eten. Zonder hun wonderbaarlijke ijver zou het evenwicht in de natuur totaal gedestabiliseerd zijn.
Vroeger hadden we boven ons aanrecht een sticker met de woorden erop: ‘werken is zalig’. Dat is wel een beetje overdreven natuurlijk. Werken is lang niet altijd prettig, maar wel nodig voor onszelf en de ander. Het hoort bij de mens vanaf het begin. God plaatste Adam in de hof van Eden, niet om de hele dag te spelen, te zonnebaden en te luieren. Nee, God gaf de mens van meet af aan een taak.
De straf op de zonde is dan ook niet dat we wérken moeten. Wat er wel gebeurde door de zondeval is dat er een vloek kwam over arbeid: het werd zwoegen en zweten. Maar op zich is werken heel goed en gezond voor de mens. Mensen die een afkeer hebben van inspanning en werk worden ziek. We verstoren de levensorde die God in de schepping heeft gelegd, door luiheid.
O, Here, help mij om, net als de mieren, ook mijn steentje bij te dragen aan de gemeenschap, zodat ook ‘het milieu’ in kerk en maatschappij in balans blijft!
Els ter Welle
‘Ga tot de mier, gij luiaard, ziet haar wegen en word wijs’
Spreuken 6:6
De spreukendichter weet dat de luiaard geen zeldzaamheid is. Het is de gewone man en vrouw, die telkens weer excuses heeft om iets niet te doen en de dingen voor zich uit te schuiven. De dichter zegt tegen zo’n persoon: leer van de mier! Zie en overdenk haar leven en word wijs. En daarmee slaat hij de spijker op de kop. Mieren prediken een krachtige boodschap over werkzaamheid, zonder een woord te zeggen. Ze worden maar twee keer in de Bijbel genoemd, hier én in Spreuken 30:25, waar ze een volk zonder kracht worden genoemd. Ze zijn niet sterk, maar wel zeer slim, door het instinct dat de Here zo kunstig in hen heeft gelegd.
De mier is een wandelende chemische fabriek, uitgerust met een verfijnd communicatiesysteem en een adequate wapenuitrusting. Ze hebben een soort in geprogrammeerde code, om te zorgen voor het welzijn van de hele kolonie en staan daar altijd klaar voor. Hun werkijver kent zijn weerga niet in de fauna van onze wereld.
Zij zorgen ook voor het ecosysteem van de aarde. Bijna alle grond van de hele aardbol wordt door hen omgewoeld, vermengd met lucht, gedroogd en verrijkt. Zij zijn ook de aaseters, die negentig procent van alle lijken van kleine dieren eten. Zonder hun wonderbaarlijke ijver zou het evenwicht in de natuur totaal gedestabiliseerd zijn.
Vroeger hadden we boven ons aanrecht een sticker met de woorden erop: ‘werken is zalig’. Dat is wel een beetje overdreven natuurlijk. Werken is lang niet altijd prettig, maar wel nodig voor onszelf en de ander. Het hoort bij de mens vanaf het begin. God plaatste Adam in de hof van Eden, niet om de hele dag te spelen, te zonnebaden en te luieren. Nee, God gaf de mens van meet af aan een taak.
De straf op de zonde is dan ook niet dat we wérken moeten. Wat er wel gebeurde door de zondeval is dat er een vloek kwam over arbeid: het werd zwoegen en zweten. Maar op zich is werken heel goed en gezond voor de mens. Mensen die een afkeer hebben van inspanning en werk worden ziek. We verstoren de levensorde die God in de schepping heeft gelegd, door luiheid.
O, Here, help mij om, net als de mieren, ook mijn steentje bij te dragen aan de gemeenschap, zodat ook ‘het milieu’ in kerk en maatschappij in balans blijft!
Els ter Welle