Spreuken 7:2 (10)
Spreuken
‘Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel.’
Spreuken 7:2
Als we consequent Gods Woord willen naleven, lopen we het gevaar om het etiket fundamentalist opgeplakt te krijgen. En dat heeft in onze tijd een behoorlijk negatieve klank. Maar van oorsprong was het fundamentalisme een evangelische beweging die de strijd aanbond tegen de vrijzinnigheid die in de eerste helft van de 20ste eeuw massaal opkwam. Ze verdedigden de Bijbel als het gezaghebbende Woord van God op alle terreinen. Dat is dus heel positief.
Toch krijgen fundamentalisten tegenwoordig veel kritiek. Ze zouden bekrompen zijn omdat ze de Schrift letterlijk nemen. En nu is de grote vraag: betekent Bijbelgetrouwheid dat je gelooft in de letterlijke inspiratie van de Bijbel? Het antwoord is ja. De letter doet er wel degelijk toe. De apostel Paulus houdt een hele redevoering om rechtvaardiging door het geloof te bewijzen, vanuit één tekst.1 Als hij schrijft aan de Galaten gaat het zelfs om één letter.2 En de Here Jezus laat in Lucas 20 zien dat Hij de Messias is vanuit het ene woord ‘Here’ in Psalm 110.3
Dat betekent echter niet dat we Gods boek moeten lezen als een soort wiskundeboek.
Ik had eens een gesprek met een theologiestudent, die er erg over in zat dat het Evangelie van Matteüs spreekt over twee blinden die genazen en Marcus en Lucas over één blinde, nl. Bartimeüs. De Studiebijbel zegt hierover: “Bartimeüs was vermoedelijk de bekendste van de twee. Men kan heel goed schrijven dat een bepaald persoon genezen werd, terwijl er in werkelijkheid twee blinden genezen werden.”
In 1 Korinthe 10 verwijst Paulus naar een Oudtestamentisch verhaal waarin drieëntwintigduizend omkwamen omdat ze ontucht en afgoderij hadden gepleegd. Numeri spreekt echter van vierentwintigduizend. De Studiebijbel maakt er geen probleem van en laat gewoon het vraagteken staan: “Hoe Paulus aan het getal 23.000 komt in plaats van de in Numeri genoemde 24.000 is onduidelijk.”
Een ander voorbeeld: 1 Korintiërs 15:5 zegt dat de Here Jezus gezien is door de twaalven. Maar Judas was er echter niet meer. Dus zou het niet kloppen. Als we op deze wijze de inspiratie van de Schrift verstaan, zijn we mijns inziens verkeerd bezig.
Het bewaren van Gods Woord houdt in dat we het volle gezag van de Schrift belijden, zonder dat we alles precies ‘kloppend’ willen maken. We moeten niet op zoek naar precieze letterlijkheid, maar naar het leven. De Here Jezus is lichamelijk opgestaan, daar gaat het om! Het leven is dynamisch en op het moment dat je het wil inblikken in een sluitend systeem, is het statisch en zit je er naast.
Els ter Welle
1 Romeinen 4:5 en Genesis 15:6
2 Galaten 3:16
3 Lucas 20:41-44
‘Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel.’
Spreuken 7:2
Als we consequent Gods Woord willen naleven, lopen we het gevaar om het etiket fundamentalist opgeplakt te krijgen. En dat heeft in onze tijd een behoorlijk negatieve klank. Maar van oorsprong was het fundamentalisme een evangelische beweging die de strijd aanbond tegen de vrijzinnigheid die in de eerste helft van de 20ste eeuw massaal opkwam. Ze verdedigden de Bijbel als het gezaghebbende Woord van God op alle terreinen. Dat is dus heel positief.
Toch krijgen fundamentalisten tegenwoordig veel kritiek. Ze zouden bekrompen zijn omdat ze de Schrift letterlijk nemen. En nu is de grote vraag: betekent Bijbelgetrouwheid dat je gelooft in de letterlijke inspiratie van de Bijbel? Het antwoord is ja. De letter doet er wel degelijk toe. De apostel Paulus houdt een hele redevoering om rechtvaardiging door het geloof te bewijzen, vanuit één tekst.1 Als hij schrijft aan de Galaten gaat het zelfs om één letter.2 En de Here Jezus laat in Lucas 20 zien dat Hij de Messias is vanuit het ene woord ‘Here’ in Psalm 110.3
Dat betekent echter niet dat we Gods boek moeten lezen als een soort wiskundeboek.
Ik had eens een gesprek met een theologiestudent, die er erg over in zat dat het Evangelie van Matteüs spreekt over twee blinden die genazen en Marcus en Lucas over één blinde, nl. Bartimeüs. De Studiebijbel zegt hierover: “Bartimeüs was vermoedelijk de bekendste van de twee. Men kan heel goed schrijven dat een bepaald persoon genezen werd, terwijl er in werkelijkheid twee blinden genezen werden.”
In 1 Korinthe 10 verwijst Paulus naar een Oudtestamentisch verhaal waarin drieëntwintigduizend omkwamen omdat ze ontucht en afgoderij hadden gepleegd. Numeri spreekt echter van vierentwintigduizend. De Studiebijbel maakt er geen probleem van en laat gewoon het vraagteken staan: “Hoe Paulus aan het getal 23.000 komt in plaats van de in Numeri genoemde 24.000 is onduidelijk.”
Een ander voorbeeld: 1 Korintiërs 15:5 zegt dat de Here Jezus gezien is door de twaalven. Maar Judas was er echter niet meer. Dus zou het niet kloppen. Als we op deze wijze de inspiratie van de Schrift verstaan, zijn we mijns inziens verkeerd bezig.
Het bewaren van Gods Woord houdt in dat we het volle gezag van de Schrift belijden, zonder dat we alles precies ‘kloppend’ willen maken. We moeten niet op zoek naar precieze letterlijkheid, maar naar het leven. De Here Jezus is lichamelijk opgestaan, daar gaat het om! Het leven is dynamisch en op het moment dat je het wil inblikken in een sluitend systeem, is het statisch en zit je er naast.
Els ter Welle
1 Romeinen 4:5 en Genesis 15:6
2 Galaten 3:16
3 Lucas 20:41-44