Spreuken 7:2 (6)

Els ter Welle • 86 - 2010 • Uitgave: 12
Spreuken

‘Bewaar mijn geboden en leef. En mijn onderwijzing als uw oogappel.’
Spreuken 7:2


Er is geen lichaamsdeel dat zorgvuldiger beschermd is als het oog. Het is omgeven door vooruitstekende beenderen, een haag van wenkbrauwen, een gordijn van oogleden en een omheining van wimpers. Als gevaar dreigt, komen de oogleden onmiddellijk in werking om het oog te beschermen.
Bovenstaande tekst roept ons op ook zo nauwgezet zorg te dragen voor Gods geboden.

Mensen die heel precies zijn in hun christelijke levenswandel, worden echter wel ‘wettisch’ genoemd. Is dat terecht of onterecht? Want wat is wetticisme eigenlijk?
Een vriend van ons vertelde het volgende: “Ik was op een kleine bijeenkomst en zat naast een echtpaar van middelbare leeftijd. Op een gegeven ogenblik zei de man tegen de mensen om zich heen: ‘Mijn vrouw is mij niet gehoorzaam. Ze draagt tegen mijn zin een lange broek en een truitje waarvan ik vind dat het hoger aan de hals moet sluiten.’ En hij voegde eraan toe: ‘Ik wil ook niet dat ze gaat zwemmen en zich in een badpak aan andere mannen vertoont.’ De vrouw kreeg een hoogrode kleur en werd heel stil…”
Deze man domineerde en controleerde zijn echtgenote en wilde haar in een keurslijf wringen waarin ze niet paste.
Wettische mensen leggen op allerlei bijzaken een dwingende nadruk, terwijl de hoofdzaken, zoals barmhartigheid, mededogen, fijngevoeligheid en liefde vaak ver te zoeken zijn. Ze leggen anderen hun regels op waarbij er geen ruimte is voor tegenspraak. Zoals zij denken, zo is het!
Er zijn ook andere vormen van wetticisme. Als we gehoorzaam willen zijn aan de Schrift zonder dat ons hart klopt van liefde voor God, dan is de dienst aan Hem slechts een uiterlijke facade.Vaak zien we dat er dan naast de geboden van God, eigen regels worden toegevoegd. We zien dat ten voeten uit bij de Farizeeërs.
Ook zijn er lieve christenen die verstrikt raken in het letterlijk willen opvolgen van Gods Woord, maar daarbij geen oog hebben voor het verschil in cultuur en de intentie achter een gebod. (Daar wil ik een volgende keer wat uitgebreider op ingaan.)

Als we de wet willen houden zonder de levendmakende Geest in ons hart, is het leven zwaar. Maar als de motivatie van binnenuit komt, zijn we niet star wettisch, maar wel principieel. Dan zullen we Gods geboden net zo zorgvuldig bewaren als onze oogappel. Daardoor zullen we voluit leven en een ander laten leven!

Els ter Welle